Braziliaanse ambassadeur Laudemar Aguiar: ‘Terwijl wij Suriname helpen, helpen wij ook onszelf’ – Parbode Sneak Peek
Brazilianen zijn langzamerhand een begrip geworden in ons land. Tegenover Parbode gaat de ambassadeur van Brazilië in Suriname, Laudemar Gonçalves de Aguiar Neto, dieper in op de verschillende aspecten die de relatie tussen de buurlanden met zich meebrengt. De nogal formele setting – een adjudant en een perschef waren aanwezig en het complete gesprek werd opgenomen – stond haast in contrast met de hartelijkheid en de goedlachsheid waarmee ambassadeur Aguiar ons te woord stond.
Tekst Renate Sluisdom
Aguiar bevestigt desgevraagd dat het aantal Brazilianen in Suriname moeilijk valt in te schatten. Natuurlijk zijn er de officiële cijfers: vijfduizend gesettelden in en rond Paramaribo, en in de goudvelden een aantal dat varieert van vijftien- tot dertigduizend. De ambassadeur legt uit, smakelijk en met zichtbare galgenhumor: “We stonden op het punt af te reizen naar Antonio de Brinco (goudmijn nabij Benzdorp, red.) en we hadden gerekend op de tienduizend Brazilianen die daar werkten. Maar toen we daar aankwamen kregen we minder dan tweeduizend man op bezoek. Wat was er gebeurd? Er was een belangrijke goudader ontdekt in Frans-Guyana, en ruim achtduizend van onze mensen zijn op stel en sprong daarnaartoe verhuisd.” De ambassadeur heft zijn handen ten hemel en schatert het uit. Aguiar is nog geen twee jaar in functie, maar zijn diplomatieke band met Suriname startte al in 1984. Dat was het jaar dat hij als diplomaat-stagiair als allereerste bestemming Suriname aandeed. Nu meer dan dertig jaar later, is Suriname opnieuw het eerste land dat hij toegewezen kreeg als ambassadeur, op 19 november 2017, de ‘Flagday’ van Brazilië.
Integratie
“Natuurlijk wil ik Brazilië promoten, Braziliaanse producten verkopen hier, maar uiteindelijk is wat ik wil integratie. Ik wil dat Brazilië en Suriname meer geïntegreerd raken met elkaar. Jullie land heeft zoveel potentie, vooral op agrarisch en eco-toeristisch gebied, mijn God!”, roept Aguiar lyrisch uit met weidse handgebaren. “Ik wil dat veel meer Brazilianen naar Suriname komen om de beauty van dit land te leren kennen. Noem mij een ander land in de wereld waar de doorsnee burger gemiddeld vijf talen spreekt. Jullie spreken Nederlands, Engels, Sranantongo, dat is standaard, en daarnaast komt er nog Sarnami, Javaans, Mandarijn of een marrontaal bij. En dan leren jullie ook nog Spaans op school en soms wat woordjes Portugees! Wij Brazilianen, spreken Portugees, en dat is het!”
Aguiar: “Ik vind dat de handel tussen onze landen betrekkelijk klein is. Maar dat komt door de lastige logistiek met Suriname. We hebben directe toegang tot Frans-Guyana en Guyana over de weg. Met Suriname hebben we dat niet, integendeel hebben we aan beide kanten van de grens grote beschermde gebieden, dus wordt het moeilijk daar een weg te maken. Moeilijk, niet onmogelijk. De enige manier waarop we nu Suriname over de weg kunnen bereiken is via de buurlanden, wat niet bepaald praktisch is. Drie jaar geleden hadden we een directe shipline, maar omdat er veel te weinig producten over en weer gaan was die shipline binnen zes maanden ter ziele. We hebben natuurlijk SLM die naar Belém do Pará vliegt en nu vliegt het Braziliaanse Gol twee keer per week, maar dat is erg weinig. Dus dan begrijpt u waarom we niet meer Braziliaanse producten in de supermarkt hebben liggen; het duurt een eeuwigheid voordat de producten hier zijn. Vaak gaan producten eerst naar Trinidad, daarna naar Miami, mijn God, vanuit Nederland gaat het nog sneller.”
Dat er niet genoeg producten vanuit Brazilië Suriname bereiken, blijkt overigens niet uit de handelsbalans over 2018 die de ambassade ons ter hand stelt. De exporten naar Suriname bedroegen in het afgelopen jaar namelijk meer dan 34 miljoen US-dollar en beslaan een scala aan verschillende producten, van babymelk tot sojaolie. De importen uit Suriname naar Brazilië echter, bedroegen over heel 2018 krap één miljoen US-dollar. De vraag kan gesteld worden welk deel van de handelsbalans omhoog gekrikt moet worden.
Vertrouwen in Suriname
De samenwerkingsrelatie tussen beide landen is een bijzondere: “Wij hebben geen verborgen agenda’s naar elkaar toe, wij zijn goede vrienden. Suriname is het land met de meeste getekende overeenkomsten wereldwijd, veertien stuks in 2018. En waarom is dat? Suriname is te vertrouwen. Elke getekende overeenkomst wordt ook inderdaad uitgevoerd.” Over wat Brazilie heeft aan al die overeenkomsten legt de diplomaat uit dat vooral de kennisoverdracht van toegevoegde waarde is. Voorbeelden daarvan zijn de malaria- en de hooglandrijstprojecten. “We bestuderen de successen en de mislukkingen die hier geboekt worden; die kunnen we gebruiken bij ons, want we hebben ook hooglandrijstbouw in Brazilië. Jullie malariaproject is de hoogst gewaardeerde malaria-aanpak van de Amerika’s, en wij hebben mogen samenwerken met jullie! Maar onze eigen Braziliaanse werkers in het binnenland hebben natuurlijk ook voordeel aan een goed opgezette malaria-campagne. Dus, terwijl wij Suriname helpen, helpen wij ook onszelf met informatie en met de zorg voor onze mensen.” Belangrijk vindt de ambassadeur te vermelden dat alle projecten die tussen Suriname en Brazilië getekend worden, binnen het kader vallen van de Sustainable Development Goals. Dat wil zeggen dat alle projecten noden verlichten die gebied-overschrijdend zijn. “Neem bijvoorbeeld het bilaterale project Schoolvoeding in Koewarasan. De ministers van Onderwijs, van Gezondheid, van Landbouw, van Natuurlijke Hulpbronnen en het Kantoor van de First Lady waren betrokken bij dit project en hebben Brazilië bezocht voor informatie hiervoor. Dat zijn vijf verschillende instanties!” Ook de training en informatieverschaffing om vanuit traditionele landbouw over te stappen naar agroforestry (landbouwbedrijven zonder bossen te kappen, red), is een project dat meerdere gebieden en interesses beslaat volgens de ambassadeur. Als we informeren hoe het dan zit met de opvatting van Brazilië-president Bolsonaro dat er zoveel mogelijk bos verwijderd moet worden ten gunste van de landbouw, reageert ambassadeur Aguiar verontwaardigd en nadrukkelijk: “Dat is absoluut niet waar, uitspraken en opvattingen worden door de pers – ik zeg niet dat Parbode dat doet, hoor – uit hun verband gerukt. Men kan soms het verschil niet zien tussen campagne voeren ergens voor en de feitelijke overheidsdenkwijze. Hij maakt ter illustratie, een uitstapje naar het Klimaatakkoord van Parijs: “Het is niet waar dat Brazilië eruit wil stappen. We willen blijven binnen deze agreement, we willen alleen speciale vereisten en voorwaarden in acht nemen, waaraan door de opstellers van deze overeenkomst niet genoeg aandacht besteed is.”
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.