Bruynzeel: hoe lang nog?
Het schiet niet op met de verkoop van de failliete Bruynzeel Houtmaatschappij Suriname (BSH). Na het debacle rond de dubieus mislukte overname door de Nederlandse deuren- en kozijnenfabrikant Doorwin BV, begin 2006, is het akelig stil. Keer op keer kondigen bewindslieden aan dat het bedrijf binnenkort toch écht van de hand wordt gedaan. Maar zoals zo vaak lijken al deze beloften loos te zijn.
Dat het ooit bloeiende bedrijf in de afgrond is beland, is eigenlijk onvoorstelbaar. Met de enorme houtvoorraden in ons achterland en een wereldwijde afzetmarkt, lagen de winsten voor het oprapen. Waarom het dan toch mis is gegaan, daarover zijn de meningen verdeeld.
Volgens oud-directeur Albert Mungro heeft het aan de politiek gelegen. Als voorbeeld noemt hij de periode toen hij aan het roer zat. “Met een zeer gewiekst scenario ben ik weggewerkt door de regering-Wijdenbosch. En dat terwijl het bedrijf in de bloei stond.”
Jule Oosterling geeft een andere versie. Hij was hoofd van de afdeling In- en Verkoop. “Het heeft aan de binnenlandse oorlog gelegen. Houtkap ging toen moeilijk, waardoor leveringsafspraken met kopers van woningen niet op tijd konden worden nagekomen.” Mungro spreek dat tegen. “Ronnie Brunswijk vervulde toen een grote rol en zorgde ervoor dat de houtkap niet in gevaar kwam.”
De meningen zijn dus verdeeld. Hoe dan ook, in de jaren negentig werd de ondergang definitief ingeluid. Waar de meningen niet verdeeld over zijn, is dat het vooral aan de politiek te wijten is dat het bedrijf nog altijd geen doorstart heeft gemaakt. Als de deal met Doorwin twee jaar geleden door was gegaan, had Suriname nu waarschijnlijk, dankzij een injectie van miljoenen euro’s, weer een prachtig en florerend Bruynzeel gehad. Maar de deal ging, om nog altijd onduidelijke redenen, niet door. Ondertussen verpauperen de toch al waardeloze eigendommen van het bedrijf verder.
Dus zitten de ruim driehonderd gefrustreerde werknemers nog altijd thuis en stapelen de schulden zich op. En die zitten zich ongetwijfeld te verbijten dat keer op keer bewindslieden roepen dat er nu toch echt schot zit in de onderhandelingen met potentiële kopers, maar er in werkelijkheid niets gebeurt.
Kort na het afwijzen van Doorwin, zei minister Jong Tjien Fa dat er gesprekken gaande waren met twee Surinaamse bedrijven. Twee jaar later is men nog geen stap verder. De privatisering gaat door, er zijn zeven binnen- en buitenlandse ondernemingen die belangstelling hebben, zo heeft dezelfde minister de afgelopen maanden iedereen willen doen geloven. En al maanden wordt ‘binnenkort’ duidelijkheid verwacht. Maar weinigen die daar nog geloof in hebben; want wie wil nu een door slecht onderhoud, mismanagement, diefstallen en termieten aangevreten boedel van een failliet bedrijf hebben? Nee, nee, we moeten geduld hebben, aldus Jong Tjien Fa. En, hoe langer we wachten, hoe meer het hout waard wordt. Vertel dat maar aan de werknemers die van een paar srd per maand rond moeten zien te komen. Die weten het allang: van bomen die in het bos blijven staan, kun je niet eten.