Carl Breeveld, een christen in de politieke slangenkuil
Heb je een afspraak met de aardigste man van ons land, neemt hij zijn vrouw mee! Natuurlijk, ik had het kunnen weten: Carl Breeveld, voorzitter van de stichting ‘Man mit’ man’, voorzitter ook van Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid (DOE), maar bij velen het meest bekend van het programma ‘Gaan voor Goud’. Met hem praten we over zijn achtergrond, de slangenkuil die politiek heet, DOE, de toekomst van ons land en volk en nog veel meer.
Hoe komt een man zo lief?
Breeveld verwijst naar zijn opvoeding in een gezin met veel muziek en zang, met veel plezier en vreugde. Prettig omgaan met elkaar, prettig overkomen op andere mensen is een levenshouding geworden. “Onvriendelijkheid is niet mijn startpunt. Het zit er wel in, ja natuurlijk. Het is niet zo dat ik nooit uit mijn slof schiet, maar het komt niet vaak voor. Je raakt als mens ook een keertje uit balans. Je moet in ieder geval niet zo boos worden dat je op een ontembaar beest gaat lijken. Je bent mens, je maakt fouten, anderen maken ook fouten. Ik probeer de fouten van anderen te begrijpen. Een stukje zelfkennis is op zijn plaats om in balans te blijven. Het geloof speelt ook mee. Je gaat uit van de leer van Christus en je probeert heel bewust van daaruit te leven. Ik wil geen christen zijn alleen in naam. Mijn christelijke overtuiging moet handen en voeten krijgen in mijn leven.”
Ik ken christenen waarbij dat nog niet altijd lukt.
“Ik denk dat iedereen in een proces zit, zijn weg probeert te vinden. We kunnen niet hoog van de toren blazen over wat we allemaal bereikt hebben. Niemand kan zeggen ‘ik ben gearriveerd’. Het proces is gaande. In dat opzicht staat eigenlijk bij ons allemaal een bordje ‘werk in uitvoering’. Als ik naar mezelf kijk en naar mijn vader, dan wil ik in sommige dingen wel zijn zoals hij en in sommige andere dingen ook niet. Ik probeer afstand te nemen van de felheid waarmee hij mensen op het matje kon roepen. Die felheid is misschien genetisch bepaald, als je dat weet dan kun je er beter rekening mee houden.”
Op verzoek komt zijn vrouw in: “Volgens de kinderen praat hij soms teveel. Dat leidt tot reacties als: ja pa, het is genoeg, dat heb je al uitgelegd. Het is al in orde.” En er zijn gelukkig nog een paar klachten: “Pa, altijd moet je naar de computer, altijd nog even je mail bekijken en dan ben je weer uren bezig. Denk nou eens aan jezelf, ga nou eens sporten.”
Mevrouw Breeveld trapt soms heel hard op de rem. “Als hij in zijn enthousiasme bezig is, gaat hij maar door. Hij heeft eigenlijk niet in de gaten dat hij zo rent. Hij is een heel gedreven man. En dan zijn wij er om te zeggen, ‘hallo, neem even wat tijd’. Niet dat hij niet beschikbaar is, de kinderen kunnen altijd een beroep op hem doen.”
Wat moet zo’n lieve man in de slangenkuil van de politiek?
“Wij vinden dat het anders moet in de politiek, dat is onze insteek. Er mag een dosis moraal bij. Het is niet alleen maar praten, elkaar de pas afsnijden. Het is op een waardige manier met elkaar omgaan. Wij als partij hebben gezegd dat het in ons land heel erg nodig is om op een andere manier politiek te voeren. Dan lijk je op een roepende in de woestijn, maar je moet ergens een stap zetten. Mensen hebben het geloof in de politiek verloren. Politiek is niet iets slinks. Dat heeft men er van gemaakt. Politiek kan een heel eerbare zaak zijn. Men zegt tegen mij ‘oh, dus jij gaat ook je zakken vullen’. Dat is het nou net niet. Het is begrijpelijk dat er zo gedacht wordt. Men heeft zestig jaar ervaring met het patronagesysteem, met vriendjespolitiek, met het dienen van eigen- en groepsbelangen.
“Ons land heeft voldoende goede mensen die in staat zijn dit land goed te besturen. Het is jammer dat zo weinig goede mensen zich aanmelden. Het is alsof men denkt, ‘hé, laat me eerst mijn eigen dingen regelen, mijn eigen huizen, mijn eigen auto’s en laat me zover mogelijk wegblijven van dat politieke gedoe’. Laat dat over aan figuren die daarmee bezig willen zijn. Maar als iedereen zo redeneert, dan komt het nooit goed en dan blijven we allemaal deel van de klaagmachine. Daarom heb ik gezegd, ik stap erin. Ik wil heel concreet een bijdrage leveren of het nou in de coalitie is of in de oppositie.”
Hoe staat DOE er op dit moment voor?
“Er zijn op dit moment 25 tot 30 kernen, een aantal moet nog geïnstalleerd worden. Er zijn mensen die wél lid zijn, maar niet tot een kern behoren. Sommigen geven aan dat ze willen helpen om de kiesdeler te halen. Anderen willen graag ondersteunen, maar achter de schermen. Mijn antwoord is dan altijd: ‘achter de schermen is stampvol’. Het is belangrijk dat je vóór de schermen komt. Mensen durven om allerlei redenen geen kleur te bekennen, soms ook omdat er represaillemaatregelen getroffen worden. Het is jammer. Ik vind wel dat mensen in zijn algemeenheid iets meer karakter mogen tonen. Waar hoor je bij, waar sta je voor?
“Soms heb je hele gekke dingen, bijvoorbeeld op stembureaus. Mensen gaan naar binnen met een groen T-shirt en komen naar buiten met een paars T-shirt. We lachen erom, maar het laat wel ons karakter zien. Mensen hangen de vlaggen van alle partijen op, gaan eten en drinken bij alle partijen en zeggen dan ‘toch mi no stem gi den’. Dat is fout, fout, fout! Je kunt arm zijn, maar toch waardig. Ik vind het helemaal fout als iemand zegt ‘ik ben arm, dus daarom verkoop ik mezelf voor een belkaart, of mannen kunnen op me liggen als ik maar geld heb’. Dat vind ik zwak. Je moet mensen stimuleren om waardig te zijn. Ook al ben je arm, je hoeft jezelf niet te grabbel te gooien. Er zijn toch ook een heleboel arme mensen die niet voor die weg kiezen? Laten we naar het goede voorbeeld kijken.
“Natuurlijk moeten we de armoede bestrijden, maar hoe meer corruptie, hoe minder kans op bestrijding. Veertig miljoen dollar verdwijnt in de zakken van onze douanebeambten, lees ik in uw blad, veertig miljoen! Wat zouden we allemaal kunnen doen met dat geld, om het onderwijs te verbeteren, om straten te egaliseren, om kavels aan te leggen, om de gezondheidszorg op te krikken.
“Mensen hebben de neiging om steeds tegen te stemmen. We moeten eens een keertje vóór iets stemmen. Als men Vene niet wil, dan stemt men voor Bouterse en omgekeerd. Dat is niet constructief, dat is niet positief. Je moet vóór iets gaan, je krachten positief inzetten. Ik denk dat er aan onze bevolking heel veel moet gebeuren. Als je het niet eens bent met een partij, ga je niet daar om te eten, te drinken, te feesten. Ik vind dat laag. Politici praten altijd over de wil van het volk, alsof alles wat het volk wil zo prima is. Het is een makkelijke manier om de mensen te paaien. We moeten in staat zijn om impopulaire dingen tegen ons volk te zeggen. Om te zeggen dat we keihard moeten werken, anders komen we er niet. We moeten ons als eerlijke burgers gedragen.
“Mensen komen naar me toe en zeggen ‘hé Breeveld, goeie stap. Wat ga je voor me doen, wat ga je me geven? Ga je me een stuk grond geven, mijn stem is te koop’. Als ik die dingen hoor dan griezel ik, dan denk ik ‘wat zijn wij vreselijk diep gezakt als volk’. Het gaat altijd om mijn voordeel, wat kan ik eruit halen.”
En de toekomst?
“Bij de afgelopen verkiezingen hebben we een ressortraadszetel en zes districtsraadszetels behaald voor de partij. En wel in Kwamalasemutu. Er is een stichting in het leven geroepen door DOE die de mensen daar heeft geholpen bij de ontwikkeling van hun gebied. Daarmee hebben we ook laten zien dat je niet persé in de Assemblee hoeft te zitten om iets te kunnen betekenen. Je kunt iets betekenen op de plek waar je bent gekozen. Nu staat we voor de verkiezingen van 2010. We moeten in ieder geval in de Nationale Assemblee komen; dat is voor ons belangrijk om ons standpunt duidelijk te kunnen maken. Dat betekent dus tenminste één zetel!
“We hebben net Paul Brandon als campagneleider aangesteld, er is een campagneteam. We zijn 30 mei aangetreden en dat betekent dat we in een enorm tempo allerlei dingen moeten doen. We willen ons land naar het volgende niveau brengen. We gaan op lange termijn denken, een nationaal strategisch plan opzetten, om dit land te leiden naar de komende 25 jaar. We zijn een beetje moe van al die ad hoc manieren van besturen. We moeten met z’n allen aan tafel gaan zitten, samen met de vakbeweging en het bedrijfsleven. De vraag is, waar willen we zijn in 2025. Vervolgens kunnen we een tijdpad uitzetten waaraan alle partijen zich committeren.
“Ik heb het idee dat elke keer een bepaald gedeelte van ons volk uitgeschakeld wordt, als een bepaalde partij aan de macht komt. Je moet kijken wie een bijdrage kan leveren, zeker als het gaat om een nationaal strategisch plan. Uiteindelijk komt het erop aan hoe integer mensen zijn om die dingen ook te realiseren. Alle plannen van alle partijen zijn geweldig, maar hoe eerlijk zijn mensen en hoe moedig in het echt neerzetten van die zaken.
“Volgens de heer Ramdin van de OAS doen corruptie en witwassen ons land de das om. Als je dan weer leiders krijgt die niet in staat zijn eerlijk met onze financiën om te gaan, zullen we geen stappen voorwaarts maken, hoe mooi die plannen ook zijn. We moeten echt iedereen bij elkaar hebben. Samen zijn we in staat ons land naar een volgend niveau te brengen.”
Een volgend niveau?
“Het onderwijs zal een behoorlijke verdieping nodig hebben. Het investeren in mensen staat centraal. Wij zijn geen domme mensen. Onderwijs moet ons helpen nog veel beter te functioneren, onze mensen naar een hoger plan brengen. Met het huidig onderwijsstelsel komt dat niet echt goed van de grond. Je kunt alleen betere leerkrachten krijgen als je ook investeert in die mensen. Je kunt de mooiste plannen hebben, maar ménsen moeten het realiseren.
“Investeren in mensen is een heel belangrijk speerpunt, dat betekent aandacht voor volksgezondheid, voor huisvesting, voor onderwijs. Dat betekent betere inning van de belastinggelden, ook in de informele sector, betere bevolkingspolitiek. Wie laten we toe in ons land? Hoe dienstbaar zijn de mensen die we toelaten aan de ontwikkeling die wijzelf hebben geformuleerd. Het betekent een goede taalpolitiek. Wat wordt onze taal, blijven we bij het Nederlands, of sluiten we ons aan bij Brazilië en wordt het Portugees of wordt het Engels voor een betere aansluiting op het Caribisch gebied? Niemand durft besluiten te nemen, want het zijn politiek zulke gevoelige zaken. Een aantal dingen moet gewoon helder worden, zodat mensen weten welke kant we uitgaan
Hoe gaat u de jongeren aanspreken?
“Veel jongeren willen niet eens praten over politieke partijen. Ze hebben geen zin in dat hele gedoe. Aanspreken doen we op de eerste plaats door ons eigen voorbeeld. Iedereen heeft de mooiste babbels, maar ‘verbeter de wereld begin bij jezelf’. Werk aan jezelf, werk aan je omgeving. Als we die dingen zichtbaar kunnen maken, dan is het niet meer ‘luister naar mijn woorden, maar kijk niet naar mijn daden’. Dat soort politici zou ik graag willen zien in het veld, in welke partij dan ook. Uiteindelijk gaan mensen je afrekenen op wat je doet. Er zijn nog teveel mensen die de politiek instappen zonder dat ze echt gevormd zijn in zaken als hoe moet je politiek voeren, hoe moet je debatteren, hoe moet je omgaan met de media?”
U heeft kritiek op ons kiesstelsel?
“In een democratisch stelsel moet de volkswil tot zijn recht komen, met het huidig kiesstelsel is dat niet het geval. Het aantal stemmen dat nodig is voor een zetel kan per district verschillen. Wij vinden dat niet juist, wij geloven dat elke stem even belangrijk is, dus het gewicht van elke stem zou ook even zwaar moeten wegen. We zouden willen gaan naar ‘one man one vote’, maar voor die verandering is een tweederde meerderheid nodig en ik denk dat de grote blokken niet staan te springen omdat dit stelsel in hun voordeel is.”
U bent niet ongevoelig voor het presidentschap, wat is dat nou voor taal?
Breeveld lacht: “We zijn niet ongevoelig voor geen enkele functie om dit land te dienen. Ik ga niets uit de weg. Wij hebben geen presidentieel stelsel, dus je kunt niet van tevoren namen beginnen te plakken. Destijds werd er geroepen ‘Des for Pres’ en toen puntje bij paaltje kwam, werd Parmessar naar voren geschoven. Ik vind dat volksverlakkerij. Praat liever over profielen waar een president aan moet voldoen.”
Hoe ziet u politiek leiderschap?
“Ik vind dat politieke leiders mensen veel bewuster moeten maken, ze moeten zeggen: ‘doe wat jij kunt doen, begin op tijd op je werk te komen, begin je werk goed te doen, wees serieus, wat je belooft, doe dat ook echt’. We paaien, paaien, paaien, in plaats van op te voeden. Leiderschap is in mijn optiek dienstbaar zijn, transparant, hard werken, doorzetten. Het betekent ook dat je soms impopulaire maatregelen moet nemen en daarvoor is moed nodig. Dienstbaarheid betekent jezelf beschikbaar stellen om anderen tot ontplooiing te laten komen. Dat is wat ik mis. Als mensen dienstbaar waren, dan waren ze ook zo sterk om te zeggen ‘oké, ik heb een fout gemaakt, ik stap op’. Het ergste is niet dat je een fout maakt. Het ergste is als je een fout niet erkent. Huidige politici stellen zich meer machtsgecentreerd op dan dienstbaar. De mensen moeten je kunnen bevragen. Als dat niet meer kan, betekent het dat je niet bereid bent een stukje transparantie aan de dag te leggen.”
Hoe staat het ondertussen met het mannenwerk?
“De afgelopen veertig jaar lag het accent nationaal en internationaal op vrouwen en hun ontwikkeling. Tegelijkertijd is er betrekkelijk weinig gedaan aan de ontwikkeling van mannen. Kennelijk dacht men dat het met die mannen wel goed ging. De praktijk wijst anders uit, kijk maar naar scholing en in de gevangenissen. Er wordt zelfs gesproken over marginalisatie van de man. Het is een Caribisch probleem, het is heel belangrijk om te werken met mannen aan de verbetering van de kwaliteit van hun leven en denken. We zijn nu bezig met projecten gericht op de verbetering van de kwaliteit van jongemannen en daarmee om de verbetering van relaties in gezinnen. Een heleboel onderwerpen zijn de afgelopen jaren bespreekbaar geworden en dat is een stap voorwaarts. Het gaat uiteindelijk om verandering van denken, van houding. Zoiets gaat niet een twee drie, een mens is geen stoel, geen tafel. De persoon zelf moet het doen, dat betekent moed en durf van het individu. Er spelen een heleboel dingen mee, hoe mensen gevormd zijn bijvoorbeeld. Ondertussen moet jij wél blijven roepen, je moet er tegen in gaan.”