Menno Marrenga woont al
tientallen jaren langs de Boven-Surinamerivier.
Hij deelt zijn belevenissen met de lezers
Jongensfiets
Als hij in het dorp op vakantie is dan komt Stanga bijna dagelijks in mijn werkplaats. Soms met zijn kleinere broertje, dan komt hij om te spelen. Ze zwemmen en koken, maken pijl en boog of bootjes van maripabladnerf of een katapult. Maar als Stanga alleen komt dan heeft hij geld nodig en wil hij werken. Want ik betaal bijna een armoedegrensloon, vijf maal meer dan hij verdient met rijst sjouwen voor de winkel in de stad. Stanga kan schuren, verven, boren, slijpen en begint zelfs al te lassen. Stanga is geen kind meer, maar een werkend man. Recent is hij op school geslaagd – voor mulo zelfs, hij speelt voetbal en heeft nu ook een fiets. Niet iedereen die ooit jongen was weet nog wat een fiets is, daarom zal ik het uitleggen. Een fiets is niet tien kilo ijzer met twee wielen – een fiets is veel meer dan dat. Een fiets maakt de wereld tien maal groter en meisjes kunnen niet fietsen.