Altijd de waarheid
Het spreekuur was al afgelopen, toen hij aanbelde. Ik kende hem wel. Een Turkse man van in de vijftig. Hij was van mijn lengte, maar had de bouw van een worstelaar. Zijn Nederlands was gewoonlijk al slecht verstaanbaar, maar dit keer helemaal. Hij wilde even met mij spreken. De alcoholwalm die hij verspreidde, maakte dat vooruitzicht niet aantrekkelijk.