Chi Min
Om drie uur ’s middags gonst de afhaalkeuken van Chi Min van de bedrijvigheid. Op de toonbank prijkt een standaard met Parbodes, die bijna leeg is. Na enkele minuten komt Jenny Lieuw de keuken uitgerend. “Parbode verkopen we alleen in het afhaalgedeelte. En toch moeten we tegenwoordig steeds een keer aanvullen.
“Ik help al vanaf de opening in het restaurant, toen we nogmaar net begonnen waren”, zegt Lieuw (32), dochter van de eigenaar van Chi Min.Haar vader was vijftig jaar toen hij naar Suriname emigreerde. Drie jaar laterliet hij zijn vrouw en vijf kinderen overkomen. Lieuw was toen negen jaar.Zeven jaar later opende hij een restaurant. Lieuw: “Hij heeft Chi Min pas opzijn zestigste geopend. Daarvoor werkte hij bij families in huis.”
Het restaurant is sinds de opening achttien jaar geledenlangzaam maar zeker groter geworden. “Eerst was het gewoon een Chineesrestaurant. Mijn vader heeft toen flink moeten sparen. Na een tijdje kon hijlenen bij de bank en vond de eerste renovatie plaats. Daarna was het weersparen en aflossen, totdat we nog eens konden renoveren.” Het resultaat is eensuccesvol restaurant, met dining room, afhaalgedeelteen catering.
Lieuw houdt dan ook maar weinig tijd over om Parbode telezen: “Ik lees hem altijd, maar niet alle artikelen. Daar heb ik het te drukvoor.” De Eerste Keer slaat ze nooit over, net zoals de hoofdartikelen: “Datstuk over die groep, Captain Does geloof ik, vond ik erg grappig.” Ze vindt hetvooral prettig dat er niet zoveel reclame in Parbode staat. “Moksi is ook welgoed, maar daar staat te veel reclame in. En het is een beetje te groot. Datleest gewoon minder lekker.”
Ook bij Parbode bestaat nog ruimte voor verbetering, vindtLieuw, die ons blad al vanaf het eerste nummer verkoopt. “Op de middenpagina’sstaan te veel foto’s, met bijna geen tekst. Onder foto’s moeten altijdbijschriften staan. En een medische rubriek, zoals die in de Ware Tijd opvrijdag, zou een leuke extra zijn.”