Chinese sciencefiction
Militair racisme
Wetenschappelijk onderzoek werpt nog steeds nieuw licht op aspecten van de slavernijperiode. Een van de meest recente studies veronderstelt dat racisme in de achttiende en vroege negentiende eeuw voor een belangrijk deel de militaire strategie bepaalde in de koloniale conflicten tussen Groot-Brittannië en Frankrijk in het Caribisch gebied. In die periode werd de roep om afschaffing van de slavernij sterker. De Franse revolutie en de geest van ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ was ook tot de Caribische eilanden doorgedrongen, met slavenopstanden tot gevolg. De Britten zagen echter niets in gelijkheid en al helemaal niet in vrijheid voor de slaven. Maar ook de zogenaamde voorstanders van afschaffing van slavernij waren bepaald niet vrij van racistische denkbeelden. Beide kanten waren ervan overtuigd dat de tot slaaf gemaakten helemaal niet in staat waren zelf te besturen. Een van de gevolgen was dat zowel de Britten als de Fransen de capaciteiten van de zwarte rebellen onderschatten en hen routinematig executeerden in plaats van gevangen te nemen. Hierdoor waren de Caribische militaire acties langer en bloediger dan ze anders zouden zijn geweest.
Journal of Military History
De Onderzoeker
Naomi Samidin (30) studeerde in januari 2013 af aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL), MO-B Nederlands.
Wat heb je onderzocht?
“Mijn onderzoek was gericht op het gebruik van de Surinaams-Javaanse taal, in het bijzonder onder jongeren. Ik wilde weten of het Javaans een bedreigde taal is.”
En waarom wilde je dat weten?
“In 2011 werd in Suriname de Taalraad in het leven geroepen. Die raad moet ervoor zorgen dat de moedertalen in ons land behouden blijven. Een van de talen waarover in dat verband werd gesproken, was het Surinaams-Javaans. Dat wekte mijn interesse, omdat ik als Javaanssprekende al heel lang hoor dat de taal onder jongeren aan het uitsterven is. Ik vroeg me af of dat klopte.”
Waarom is dat van belang?
“Taal is een belangrijk onderdeel van de cultuur; het is deel van de identiteit van een groep. Het Surinaams-Javaans zie ik daarom als middel om de Javaanse cultuur beter te beleven en te leren kennen. Het Surinaams-Javaans werd eens als moedertaal aangeduid, maar dat kun je nu niet meer zeggen; het is niet meer de eerste taal die je meekrijgt bij de opvoeding. Nu leer je thuis eerst Nederlands, en daarna pas het Javaans. Van je moeder, oma, maar ook van buren en vrienden. Ik zie het dus niet als moedertaal maar als cultuurtaal. Willen we de cultuur behouden, dan hoort daar ook de cultuurtaal bij.”
Hoe heb je het onderzoek uitgevoerd?
“Ik heb zestig mannen en vrouwen tussen vijftien en zeventig jaar geënquêteerd, waarbij ik 32 vragen heb gesteld over hun taalgedrag, -attitude en taalgebruik in verschillende situaties. De geënquêteerden waren afkomstig uit Commewijne, Paramaribo, Saramacca en Wanica, waar de Javanen het dichtst bij elkaar wonen. Daarnaast heb ik literatuuronderzoek gedaan.”
Wat was de uitkomst van je onderzoek?
“Mijn conclusie was dat het Surinaams-Javaans niet gerekend kan worden tot de bedreigde talen in Suriname, omdat het nog in voldoende mate wordt gebruikt. Maar het is geen taal die onder de Javaanse jongeren leeft. De taal wordt vooral gebruikt in contact met de familie, onderling praten jongeren weinig tot geen Javaans omdat ze het niet voldoende beheersen. Dus als we nu niet beginnen de jongeren meer over de taal te leren, kan het Javaans over twee generaties wel tot de bedreigde Surinaamse talen gerekend worden.”
Chinese sciencefiction
Dit jaar vieren we 160 jaar Chinese immigratie. Volgens de laatst bekende cijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (2004) zijn er zó weinig Chinezen in Suriname dat ze niet als aparte bevolkingsgroep zijn geteld*. Ze vallen, samen met onder meer de Libanezen, Brazilianen en Inheemsen, onder de 6,5 procent ‘overige bevolkingsgroepen’. Wereldwijd hebben de Chinezen een behoorlijke vinger in de pap. Het Chinees is de meest gesproken taal ter wereld. En hoewel de economie het komende jaar waarschijnlijk iets minder hard stijgt dan gedacht, is het bruto binnenlands product van China sinds de jaren zeventig met zeker vierhonderd procent gestegen. Op het gebied van technologische vernieuwing is het land hard op weg de Verenigde Staten in te halen. Afgelopen juni werd bijvoorbeeld bekend dat China de snelste supercomputer ter wereld bezit. Chinese sciencefictionverhalen zouden een rol hebben vervuld in die ontwikkeling, is te lezen in onlangs naar het Engels vertaalde artikelen uit China. Hoewel Chinese sciencefiction is beïnvloed door het Westen en door Japan, heeft het genre in China een heel eigen karakter. Zo draaien de verhalen vaak rond de cultuur en ontwikkeling van de republiek. Sommige sciencefictionschrijvers gebruiken het genre om wetenschappelijke kennis voor een groot publiek toegankelijk te maken. In de vorige eeuw had sciencefiction bovendien tot doel de traditionele cultuur te transformeren tot een meer hedendaagse cultuur en de bevolking te ‘moderniseren’. Tegenwoordig wordt door het Westen naar de booming economie van China en de successen op het gebied van moderne technologie zoals ruimtevaartuigen, supercomputers en genetisch gemanipuleerde gewassen verwezen als ‘Chinese sciencefiction’. Nu blijkt dat die metafoor dichter bij de realiteit ligt dan veel mensen denken.
Science Fiction Studies, SF Encyclopedia, Wikipedia, Algemeen Bureau voor de Statistiek
*Deze maand worden de cijfers van de laatste volkstelling (2012) bekendgemaakt.
Nonsens!
‘Het woord ‘hangmat’ is een afkorting van het Nederlandse hangende mat.’
Nonsens. Het Nederlandse woord ‘hangmat’ is afgeleid van ‘amaca’. Dat komt uit het Taíno, de taal van de Arowakken op Haïti. In enkele Surinaamse talen is die oorsprong goed terug te horen: in het Sranantongo, Aukaans en Saramaccaans is amaka (of amáka) het woord voor hangmat. In het Karaïbs is het ni`moku. De inheemse amaca’s waren in de zestiende eeuw erg populair op de zeilschepen van Europeanen, omdat ze ’s nachts weinig ruimte innamen en overdag gemakkelijk weggehaald konden worden. En zo kwam de amaca in Europa (en uiteindelijk ook in Nederland) terecht. De oudste Nederlandstalige bron waarin de hangmat wordt genoemd, dateert van 1623. Daarin wordt het vermeld als ‘hamacken, de slaapplaats van Indianen’. Het is de zeventiende eeuw in Nederland naar alle waarschijnlijkheid vooral mondeling gebruikt. En in het dagelijkse spraakgebruik werd het woord al gauw verbasterd. Eerst tot hamak, later hangmak en ten slotte tot hangmat.
Lexicon van hardnekkige misverstanden, ISBN 90-351-1858-8, Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, ISBN 97-890-53567-463, Summer Institute of Linguistics