Controverse aan de Waterkant
Riverside Harbour Village
Riverside Harbour Village moet ‘watrasey’ tussen De Waag en de Heiligenweg een nieuw gezicht geven en vooral leefbaarder maken. Wonen, winkelen en wandelen op deels aangewonnen land in de Surinamerivier en een jachthaven zullen het beeld gaan bepalen. Maar niet iedereen is enthousiast.
Architect Philip Dikland zette achter de tekentafel zijn droom om in een schets. Dikland is niet zo maar iemand: hij is een bakra, die van zijn hobby zijn werk heeft gemaakt en inmiddels 27 jaar in Suriname gebouwen ontwerpt en monumentale gebouwen restaureert. “Een groep vastgoedontwikkelaars kwam een tijdje terug uit Nederland en wilden iets aanzwengelen voor de stad Paramaribo. Ik ben toen gaan kijken wat de stad nodig heeft en hoe dat kan overeenkomen met de wensen van de projectontwikkelaars. Ik heb natuurlijk zelf al veel langer naar dat gebied gekeken. Het plan dat er nu ligt is zoals wij de toekomstige ontwikkeling langs de Waterkant zien.
Deze uitbreiding sluit dan aan op de oude stad. De bedoeling is dat je loopt en van het water geniet. Er komen allerlei tentjes waar je kunt gaan zitten. Nu is dat alleen bij het oude stukje Waterkant zo, verder niet. Maar met de uitbreiding zal dat wel mogelijk zijn. Er zitten nu drie ondernemers in het geprojecteerde gebied: De Waag, Broki en de SMS. Alle drie doen het hartstikke goed. Ze vormen echter niet één geheel. Mijn grote angst is dat je straks allemaal van dit soort individuele dingetjes krijgt. Een gemeenschappelijke ontwikkeling van de Waterkant kun je nooit krijgen door het uit te geven aan individuen. Dus je moet uitgaan van een groter plan en nagaan wie wat gaat doen. Zo zijn ze gebonden aan het grote plan. Dat was het uitgangspunt.
“We gaan niet de gehele Waterkant van Paramaribo inpikken. We starten bij het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting en we eindigen bij de Heiligenweg. We hebben wel een inrichtingsvoorstel gedaan voor tot en met de Centrale Markt, want dat verlangt het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeleid (RGB) ook van ons. Zo moet ook worden gedacht aan een cruiseterminal.”
Wandelen
“Paramaribo gaat op termijn onder water. We moeten dus iets doen, een bescherming langs de rivieroever maken. Dus ben ik gaan schetsen. Ik heb vervolgens de promenades daarop verzonnen. Toen kwam er een stukje winkelen bij. Er zit een parkeerplaats onder. Iedereen kan lekker wandelen, maar er moet iets te beleven zijn. Je wilt een leuk winkelcentrum zoals de Hermitage Mall. Ik ben niet geïnteresseerd in die winkeltjes op zich, maar in het decor van de stad.
“Er komt ook een nieuwe Platte Brug. Een nieuwe mini-jachthaven heb ik erbij verzonnen, omdat mensen het leuk vinden om naar boten te kijken. Het is een kleine jachthaven voor ongeveer zestig boten. Het is altijd leuk om naar een jachthaven te kijken. Er zijn hier al heel wat leuke boten, dus ik zie het wel vol lopen. Bovendien zie je de grote zeeschepen komen en gaan. Het is al een leuk gezicht met de verschillende Braziliaanse schoeners die er liggen. En dan hebben we ook de kleine veerbootjes die constant komen en gaan. Het is een schouwspel.
“We hebben ook een horecagedeelte gemaakt met De Waag en verschillende grote tenten. Er komen ook woonappartementen en een hotel. Bestaande partners zoals De Waag, Broki en de SMS gaan meedoen. Er zijn gesprekken geweest. Er zal een hoop gesleuteld moeten worden. De bedoeling is dat een ieder gaat meedoen. Ik zag later in de krant dat meneer Doorson van Broki er toch niet zoveel voor voelt. Dat is mogelijk. Voordat we een ieder op één lijn hebben; zal nog wel even duren.”
Onmogelijk
Edo Doorson, directeur-eigenaar van Broki, legt uit waarom hij niet onder de indruk van de plannen is. “Voor mij lijkt dit onmogelijk. Als ik kijk naar het ontwerp, dan praten we over zeker vier hotels van de omvang van het nieuwe Mariott Hotel. Die ene die we hebben, heeft al problemen. Krasnapolsky en Torarica hebben soortgelijke problemen. De bezetting van deze luxueuze hotels is, als ik de berichten in de pers volg, pas gestegen naar 45 procent.
Als je nu hier bij Broki de gasten telt die binnen zijn, dan kom je op ongeveer tien. De Waag heeft nu ook ongeveer tien gasten. De hele Waterkant tot en met ‘t Vat heeft in totaal misschien 150 mensen. Hoe gaan we dan die dure hotels vullen? Een retourticket uit Europa kost nu ruim duizend euro. Dan kom je op Zanderij aan en je hebt nog niets, terwijl je voor 1.500 euro in Brazilië kan gaan overnachten, slapen, eten, drinken, seks en dan terug… Dan heb je geld over in Amsterdam.
“Ik wil weten voor wie dit is. Ik weet wel dat een jachthaven iets kan betekenen voor de bedrijven hier, maar de mensen die moeten komen met die boten zijn vaak gierig. Ik heb ze hier gehad. Ik was al begonnen met een jachthaven. ’s Nachts zijn enkele van ze vertrokken zonder me te betalen.
Ik zou de MAS moeten hebben ingeschakeld, maar ik heb het maar gelaten. Ik had hier een schip dat was gekocht in Zuid-Afrika. Op weg naar de Verenigde Staten zijn ze een week gebleven. De omzet is omhoog gegaan. Surinamers kwamen massaal kijken en ze stuurden hun vrienden om ook te komen kijken. De man at hier, er kwamen mensen; ik heb het direct gemerkt aan de omzet. Laat staan als er vijftig of honderd van deze schepen hier zouden liggen. Dan wordt mijn omzet gelijk verdubbeld. Dat juich ik natuurlijk toe, maar hoe gaan we die hotelkamers vullen? Dit is voor mij een sprookje, ik kan dit nooit serieus nemen.”
Werelderfgoed
Ook Stephen Fokké, directeur van de Stichting Gebouwd Erfgoed, ziet weinig heil in Riverside Harbour Village. Hij vreest dat de binnenstad van Paramaribo wordt geschrapt van de Werelderfgoedlijst van de Unesco. “Ik ben niet tegen het project, maar wel tegen de plek waar ze het willen
opzetten. Ons erfgoed is een duurzame basis voor een degelijke ontwikkeling van het land.”
Unesco heeft in een schrijven aan de regering om opheldering gevraagd en geëist dat alle technische informatie wordt verstrekt over het project en de mogelijke milieugevolgen. Fokké verduidelijkt dat de bal nu op de helft van de regering ligt. “We moeten een situatie vermijden dat we onze Werelderfgoed-status verliezen. Het lijkt me niet verstandig. Luistert de overheid niet, dan zal ze voor de consequenties moeten instaan.”
Dikland ligt niet wakker van de kritiek. “Die mag er zijn. Wat er nu ligt, is een voorstel waar goed over is nagedacht. Het is niet zomaar een verzameling gebouwen, omdat we geld willen verdienen. Het is een stukje stad: zeshonderd meter rivierkade, promenades, woningen, een parkeergarage, winkels, een hotel, een sportcentrum, een jachthaven en horeca. Daar zijn wat cijfers aan gekoppeld. We hebben het voorgesteld aan de overheid. Je kunt niet verwachten dat men zegt: ‘Jullie zijn leuke jongens, neem de grond maar’. Daar moet een keihard plan voor op tafel komen. Dit is een begin daarvan. Er is een Memorandum Of Understanding (MOU) getekend met het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer (RGB). Daarin staat dat we moeten werken aan een definitief plan. Er zal nog een goedkeuringsprocedure doorlopen moeten worden. Zolang we geen enkele zekerheid hebben van de overheid, gaan we niets veranderen. Liever gaan we een soort inspraakronde houden en met mensen communiceren. En dan gaan we kijken hoe we het plan moeten aanpassen. Dan moeten we nog eens berekenen of het economisch haalbaar is. We hebben het geheel nu begroot op vijfenveertig miljoen euro. Als het aan mij ligt is over ruim vijf jaar de hele Waterkant beloopbaar vanaf Fort Zeelandia tot de Centrale Markt.”
Schijt
Doorson is minder optimistisch: “Ik kan ook een Memorandum Of Understanding tekenen. Het zegt alleen dat we elkaar hebben begrepen. Ze kunnen geen paal slaan. Die MOU hebben ze nodig voor andere dingen die ze in hun hoofd hebben, want ze hebben al 90.000 euro gehad. Waarschijnlijk heeft architect Philip Dikland daaruit al wat gekregen. Dit ontwerp is toch niet gratis gemaakt? En nu gaat men voor een fonds van 750.000 euro. De Nederlandse staat heeft fondsen voor Nederlandse bedrijven die in zee moeten gaan met een Surinaamse. Dat willen ze nu gaan halen, vandaar dat ze zeggen te werken aan een haalbaarheidsstudie. Het is niet goed. Mi denki na moni den man o teki, 750.000 euro. Ze hebben schijt aan ons, ik zou niet weten in wiens belang dit is.”