COVID-19-wetgeving: Een persoonlijke inbreuk op vrijheid? – Parbode Sneak Peek
Om de rechtszekerheid te waarborgen, ook in een uitzonderingssituatie, werd in augustus 2020 de Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand aangenomen in De Nationale Assemblée (DNA). Deze wet bevat regels die belangrijk zijn voor de bescherming van de volksgezondheid en de algemene veiligheid van de Surinaamse burger tijdens een burgerlijke uitzonderingstoestand, in dit geval de COVID-19-pandemie. We vroegen enkele parlementariërs naar hun mening over deze wet.
Door Marilva Jacques
DNA-voorzitter Marinus Bee erkent dat er met de Wet Uitvoering Burgerlijke Uitzonderingstoestand inbreuk wordt gepleegd op de persoonlijke vrijheid van burgers. Hij vindt echter dat er prioriteiten moeten worden gesteld. “Kiezen wij voor een verdere uitbraak van de coronapandemie of gaan wij met z’n allen inleveren en meewerken? Medici hebben aangegeven dat met deze wetgeving, de situatie beheersbaar kan worden gehouden. Ik denk dat dit van tijdelijke aard is, we moeten begrijpen dat wij moeten gaan voor onze gezondheidszorg”, zegt Bee.
Ook Annie Sadi, volksvertegenwoordiger namens de Nationale Democratische Partij (NDP), merkt op dat de COVID-19-crisis een situatie is waarmee wij met z’n allen zijn geconfronteerd. “Ik kan niet gelijk aangeven of er met deze wet inbreuk wordt gepleegd op de privacy van burgers, maar als de noodzaak daartoe er is, moeten er wel maatregelen getroffen worden.”
Collega-parlementariër Cheryl Dijksteel van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) zegt dat er niet te veel inbreuk is gepleegd op de persoonlijke vrijheid van burgers. “Wij hebben afgekeken van het buitenland en overal wordt de bewegingsvrijheid beperkt. In de wet zijn er regels opgenomen, waarbij burgers die van mening zijn dat hun vrijheid te veel wordt beperkt, in hoger beroep kunnen gaan. Er zijn mensenrechtenverdragen geratificeerd, zoals het Amerikaans verdrag inzake de Rechten van de Mens artikel 27, en die bieden de mogelijkheid om de bewegingsvrijheid van burgers in dergelijke situaties te beperken. Het is niet om de burgers onaangenaam te zijn, maar om de volksgezondheid te waarborgen.”
Presidentiële besluiten
Volgens de parlementsvoorzitter is de desbetreffende wet een raamwet waarvan de uitvoering in lagere regelgeving moet worden opgenomen met specifieke zaken zoals regels waaraan burgers zich moeten houden en sancties. “Daarom zien we wat vaagheden bij de raamwet, dit is normaal. Onder een raamwet komen de organieke wetten, de zogenaamde uitvoeringswetten, waarin specifieke en gedetailleerde info wordt opgenomen.” Naar zeggen van Bee zullen er met betrekking tot COVID-19 meer presidentiële besluiten worden gehanteerd. Er is daarbij geen sprake van onbehoorlijk bestuur, omdat juist met wetgeving de overheid wordt gebonden aan het legaliteitsbeginsel: overheidshandelen gebaseerd op wetgeving.
Dijksteel: “De specifieke regels worden niet in de wet opgenomen, maar worden vanuit staatsbesluiten geslagen. De verspreiding van het virus verplaatst zich steeds en daarvoor moeten er voorzieningen getroffen worden, zodat het ingedamd wordt. Daarna vindt er om de twee weken een evaluatie plaats, hoe de maatregelen zijn geweest en het effect daarvan.”
Lees het hele artikel in de decembereditie van de Parbode