Cubaans shoptoerisme: handelsoperatie achter gesloten deuren – Parbode Sneak Peek
Wekelijks komen zo’n zeshonderd Cubanen naar Suriname op ‘shopvakantie’. Gemiddeld geven ze hier elk minstens 1500 US-dollar uit. Iedereen zou moeten profiteren van deze dollarinkomsten te danken aan het Cubaans shoptoerisme, maar in werkelijkheid houden Kirpalani’s NV, Suriname Times Mall en vliegmaatschappij Fly Always de markt gegijzeld. Ze krijgen hiervoor de actieve ondersteuning van de overheid. Overige handelaren hebben het nakijken.
Tekst Zoë Deceuninck
Op de hoek van de Domineestraat en de Steenbakkerijstraat staat de Suriname Times Mall – het voormalig Kersten Warenhuis. Waar het winkelcentrum enkele jaren geleden slechts drie actieve units telde, is het vandaag de dag booming business: alle 150 units zijn bezet. In de wandelgangen lopen dagelijks honderden Cubanen met zware en minder zware zakken te sjouwen. Er wordt gerookt en gedronken, gelachen en gegeten. In elke hoek van het winkelcentrum voeren Spaanse klanken de boventoon. De ramen van de units zijn beplakt met Spaanse slogans en Cubaanse vlaggen. Achter de toonbanken van de winkels staan, op een enkele uitzondering na, uitsluitend Chinezen en Cubanen. Beide spreken Sranantongo en (een woordje) Spaans. Sommige winkelprijzen zijn in SRD, de meeste in US-dollar.
“Vroeger ging ik naar Panama en Guyana om te shoppen, maar sinds ik Suriname leerde kennen kom ik naar hier, nu al voor de derde keer”, zegt María, afkomstig uit Havana, de hoofdstad van Cuba. Parbode spreekt haar – met behulp van een tolk – op de onderste verdieping van de Times Mall, waar ze samen met een vriendin zit uit te rusten op een bankje. Rond haar voeten liggen tientallen zwarte plastic zakken, ze zijn gevuld met kleren en schoenen. Per ‘shopvakantie’ in Suriname brengt María 38 kilogram – het maximum toegestane aantal kilo’s – aan bagage naar Cuba, waar ze de spullen verkoopt aan groothandelaren.
Cubaanse muilezels
“Zij zien ons graag komen, want om zelf te importeren moeten handelaren heel veel belastingen betalen. Door onze spullen op te kopen, kunnen ze die belastingen omzeilen”, zegt María, die alleen haar voornaam met ons wilde delen. “Een paar sportschoenen van een Chinees merk kost hier (in de Times Mall, red.) 15 US-dollar. Op Cuba verkoop ik ze voor 100 US-dollar”, beaamt Manuel, afkomstig uit het oosten van Cuba en van beroep juwelier. Ook voor hem is het al de derde keer dat hij in Suriname komt shoppen. Met het geld dat hij op Cuba verdient houdt hij genoeg over om terug naar Suriname te komen.
“Mulas worden ze genoemd. Mula is Spaans voor ezel, sjouwer”, zegt Emanuel Enjoem, algemeen manager van Suriname Times Mall en – naar eigen zeggen – ‘het brein achter de Cuba-operatie’. “De Cubanen die voor het eerst naar hier komen, doen dat op eigen kosten of op kosten van een familielid dat in het buitenland woont. Wie genoeg geld heeft – na twee, drie keer te zijn gekomen – stuurt een volgende keer zijn mulas mee. Zij komen op kosten van iemand anders shoppen (elke Cubaan mag maximaal 120 kilo per jaar het land binnenbrengen, red.). Terug op Cuba moeten zij hun kilo’s afstaan aan de geldschieter”, zegt Enjoem, tevens ambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (SoZaVo). “Informeel ben ik door het ministerie uitgeleend om de Times Mall van een make-over te voorzien”, zegt Enjoem.
Het hele artikel lees je in de novembereditie van Parbode.