Cups in de ban
Tja, en dan ben je Met een vracht aan solar. zonnepanelen op je dak. En een onafzienbare rij batterijen, extra gekoeld door een kleine airco in een luchtdicht geïsoleerd magazijn opdat die accu’s nog tien jaar langer meegaan.
Dat doe je vanwege de almaar stijgende kosten die voor stroom gerekend worden, zeker, maar toch in toenemende mate ook om (ik neem hier even een zeer korte bocht) de aarde te redden.
Ons zwembad had al vanaf het begin een zoutoplossing (die heerlijk aanvoelt aan je huid en je haar – anders dan chloor – niet groenroze verkleurt), maar nu hebben we die lijn doorgetrokken. Zo komen er hier geen cups meer op het terrein; we hebben hele stapels metalen bekertjes gekocht waarin nu soft en bier wordt geschonken. Plastic bordjes en foambakjes: ook streng verboden, alles wat we gebruiken moet afwasbaar zijn en dat lijkt me, in elk geval voor Suriname, al een Gulliverstap in de juiste richting! Voor de boodschappen hangen in de appartementen linnen boodschappentassen; ook hier zijn de plastic tasjes taboe (ik word zelfs fysiek onwel wanneer omu voor één enkel item al zo’n zakje trekt; nee, nee, moeten we niet meer!).
Eigenlijk willen we graag gecertificeerd worden, hoewel ik me afvraag of zo’n groen mannetje helemaal naar Su wil afreizen, enkel en alleen om ons te testen. Maar we zijn wel de vereisten voor zo’n certificaat gaan bekijken. Green Key is de organisatie die wereldwijd het milieubeheer toetst en certificeert voor onder andere hotels, campings, attractieparken en bed and breakfastgelegenheden. Zij stellen dus de voorwaarden vast.
En die zijn niet kinderachtig. Zo moet je de waterdoorstroom van douche (negen kilometer per minuut), kraan (zes kilometer per uur) en toilet verminderen. Hoe doe je dat? Ja, een baksteen in de cistern van de wc, dat moet lukken. Maar verder?
En dan het afval. Dat dient gescheiden te worden. nu hebben we drie composthopen (voor de verschillende fasen van composteren) en in elk van de vier huisjes staat een afvalbakje met deksel voor de schillen. Dus dat zit wel snor. En plastic willen we ook wel gaan verzamelen, hoewel het niet helemaal duidelijk is waar je het vervolgens laten moet, want kilometers rijden met je zakken vol petflessen, dat kan ook de bedoeling niet zijn.
En dan het glas – er is in heel Suriname geen glasbak te vinden. Glas is organisch materiaal dat door de natuur (die moet er wel geduld voor hebben) wordt afgebroken, dus, ja, soms gooien we wat glaswerk in de rivier. Is dat nou goed of slecht?
Op het gebied van de energie zitten wij dan redelijk goed, want ook een deel van de buitenverlichting heeft zonnecellen en de koelkasten gaan uit als de gasten vertrokken zijn. nou ja, en we hebben dus al die zonnepanelen en zonneboilers. Alleen gas. Dat moet ook bio zijn. Is hier niet.
Maar dan: de tuin. Je mag natuurlijk geen gif spuiten, nee, dat is uit den boze. Maar je mag je gast toch ook niet laten besmetten met het zikavirus of dengue, dus wat moet je dan doen? De mug beleefd vragen te vertrekken?!
Kom je bij de mobiliteit. We verhuren fietsen, dat levert weer pluspunten op. En we informeren de gasten over het openbaar vervoer (de bussen stoppen hier voor de deur) en hebben dat op de website vermeld, nog meer puntjes voor ons!
Alleen: hoe kom ik aan een schuimbrandblusser gevuld met biologisch afbreekbaar blusschuim (met milieukeurmerk)? En als ik alleen nog maar mag printen op duurzaam printpapier van een Europees ecolabel, moet ik dat dan helemaal uit nederland laten komen?!
Grootste hoofdpijn krijg ik van de schoonmaakspullen. Alle doekjes en dweilen moeten microfiber zijn, die kun je hier krijgen, dus die gebruiken we inmiddels. De zeep moet in dispensers en moet een ecologisch keurmerk dragen, idem de schoonmaakmiddelen; alles moet een keurmerk hebben. Dus zijn we naar tulip getogen, want een kennis had ons verteld dat deze supermarkt die dingen verkocht.
Eindeloos dwaalden we – de leesbril in de aanslag langs honderden merken afwas, hoofdwas, wasverzachter. Er was een duur merk waarop stond dat het geen geur en kleurstoffen bevatte, maar dat werd vooral gebruikt voor kinderen met een allergie. De verkoopster keek of ze het in Keulen hoorde donderen, toen we haar vroegen om groene producten; ze had geen idee! ten slotte vonden we een afwasmiddel dat zich erop liet voorstaan ecologisch verantwoord te zijn. Maar dan wel drie keer zo duur als een gewoon afwasmiddel. Dus, om allerlei rotzooi zoals kleurverf en parfum juist weg te laten in je zeep, moet je daar extra voor betalen!
Ook bij de buurman, Ali’s drugstore, stond men met de oren te klapperen toen we met onze vraag aankwamen. Maar de manager begreep ons wel. Hij leidde ons naar natuurlijke middelen als schoonmaakazijn, die weliswaar geen eco-etiketje droegen, maar dat wel waren. En hij zou voor ons uitkijken of er in de groothandel niet meer ecologische producten voorhanden zijn.
Het goede nieuws: Best Markt verkocht ecowijn! Meteen de hele voorraad ingeslagen! Het slechte nieuws dan weer: die voorraad wordt niet meer aangevuld, dus, zoals dat steeds weer in Su geldt: op = op en komt nooit weerom.
Het is, met andere woorden, op veel gebieden vrijwel onmogelijk om in Suriname ecologisch verantwoord te leven. Het land is de afgelopen jaren wel schoner geworden, mensen gooien steeds minder vaak hun afval plompverloren uit het autoraampje. Maar echt zuinig met de natuur omgaan, dat bewustzijn moet nog groeien, denk ik. En tot die tijd kan ik naar een Green Key-certificaat fluiten!