Damgrootmeester Eduard Autar: ‘Ik deed niet meer dan mijn plicht voor mijn land’ – Parbode Sneak Peek
“Toen ik grootmeester werd, kreeg ik een staande ovatie in De Nationale Assemblée. Terwijl ik nu met je praat, hoor ik in de ruimte waar ik zit nog steeds het geklap. Dat is waarvoor ik het heb gedaan”, vertelt internationaal damgrootmeester Eduard Autar.
Tekst Lisanne Waridjan Beeld Raúl Neijhorst
Eduard Autar is geboren op 14 juli 1959 in Paramaribo en groeide op in Commewijne aan de rechteroever te plantage Kroonenburg. Zijn ouders zijn Swamipersad Autar en Elizabeth Persad.
“Ik kom uit een gezin van twaalf kinderen. Er was veel armoede. Je leerde om hard te werken en respect te hebben voor een ander”, zegt Autar, die positief terugblikt op het sociaal netwerk op het platteland. Op elfjarige leeftijd verhuisde hij naar de stad waar hij de muloschool in vier jaar tijd afrondde. Hierna vervolgde Autar zijn studie aan de Kweekschool en het Trefossa Instituut (opleiding tot leerkracht bij het voortgezet onderwijs). Zijn interesse voor dammen die hij vanaf ongeveer zijn zestiende had gekregen, nam rond die periode sterk toe. “Twee kennissen met wie ik destijds optrok waren op damles. Ik had geen interesse, maar kende het spel wel. Op een bepaald moment was eentje aan het niksen en vroeg mij of ik tegen hem wilde spelen. Wonderbaarlijk genoeg won ik, hetgeen hij erg hoog opvatte. De volgende dag zei hij niks, maar hij kwam met zijn dambord onder zijn arm naar mij toe. Ik kon zeggen wat ik wilde, maar ik zou en moest spelen. Ik verloor binnen luttele seconden.”
Volledige focus op dammen
Die eerste kennismaking was voor Autar de motivatie om te laten zien dat hij beter kon, daarom begon hij frequent te trainen. “In die tijd was alles fysiek georiënteerd, het digitale tijdperk was er nog niet. Dat betekende geen toegang tot dampartijen, damtrainingen die nu online worden aangeboden en de vele digitale toernooien.” Als serieuze beoefenaar van de damsport was hij afhankelijk van goede damboeken, waarvan de meeste ook nog in het Russisch waren.
Lees verder in het septembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar