Dat ding, die dingen, die dingens
De eerste keer dat ik me dat ding kan herinneren, was toen ik bij m’n vriendje thuis diens buurvrouw luidkeels hoorde zeggen: ‘Ik moet je ding niet’. tot de dag van vandaag weet ik niet wat dat ding was. toen een van de lagere schoolmeisjes ons met grote ogen hijgend vertelde: ‘Die tuinman plaste achter die struik, boi, als je z’n ding zag, zooow groot’, vermoedde ik wel wat dat ding was.
Maar soms gebeuren er van die vreemde dingen. Zo droomde een buurmeisje steeds dat er een ding tussen haar benen kroop en dat ze dan gillend wakker werd. Ze bleef bij haar oma en die bracht haar toen naar een bonuman. Die haalde dat ding daar weg met een ander ding en dat bevrijdde haar van die nare dromen. Dat ding werkte zo goed, dat ze er ’s morgens van moest overgeven. Haar oma vond dat ding maar verdacht, want ik hoorde haar zeggen: ‘La me dat ding van je zien.’ En kort daarop: ‘Mi Masra, kijk een ding hier! Dit ding is fout. En je bent pas veertien!!’ Wat dat foute ding met haar leeftijd te maken had, kon ik toen nog niet verklaren.
Ook in de politiek had je van die dingen. Met een paar vriendjes waren we op de fiets naar zo een ding van een politieke partij te Abra Broki gaan kijken; de Poelepantje-ophaalbrug stond er toen nog. Voorzitter ‘Jopi-popi’ stond een hoop dingen op het podium te zeggen. En vooral die vrouwen joelden om dat ding.
Het werd een heftig ding, toen hij zei: ‘Als ze aan m’n snorharen trekken, laat ze maar hun ding doen; als ze aan mijn barba-wiwiri trekken, doe maar; als ze aan mijn borstharen trekken, oké, tot daaraantoe, maar brada nanga sisa, als ze aan mijn haren daarzo trekken, dan gaan ze dat ding van me krijgen, jaaah.’ Na het horen van dit ding, begonnen vooral de vrouwen in het publiek ‘hatsjee’ te schreeuwen en hun koto aan de ene kant op te trekken.
‘La we weggaan,’ zei een van m’n vriendjes, ‘dalijk gaan ze van die wintidingen hier krijgen.’ En jaren daarna had een andere politieke grootheid, ene Jack Lach, als verkiezingsslogan: ‘Dat is dat ding’. Wat dat ding was, hebben we nooit geweten, maar het trok wel stemmen.
Maar ‘dingen’ kunnen ook nog een meervoud krijgen, dan worden het ‘dingens’. Dat zijn dan dingen met een extra dimensie die je zelf moet invullen: ‘Deze dingens gaan maken dat dit land met al die dingen die ze doen, naar z’n mallemoer gaat.’ Of: ‘Als hij dat spul gerookt heeft, begint hij vreemde dingens te doen.’ Er is ook een werkwoordsvorm: ‘Hij heeft haar toen flink gedingenst.’ Of: ‘Jullie dingensen te veel met die verf!’
Maar ook het verkleinwoord bestaat. Als je een niet zo belangrijk of opvallend persoon wil duiden, zeg je: ‘Laat Chander dat ene ding doen, en laat Dingetje, hoe heet ze weer, de rest doen.’