De 10 golden boys van Suriname
Top 10 Golden Boys
De goudsector is een en al geheimzinnigheid over wie welke rechten heeft. Een soort staatsgeheim. Maar met het nodige graafwerk presenteert Parbode de top tien van de Surinaamse goudwereld.
Jaarlijks wordt voor anderhalf miljard USdollar Surinaams goud verkocht en het zijn vooral Surinamers zelf die daaraan verdienen. Wie zijn zij en wie hebben de meeste macht en invloed binnen de goudsector? Wie zijn, kortom, de golden boys van Suriname? De redactie van Parbode houdt van lijstjes. Maar het produceren van een top tien van de goudwereld was niet makkelijk. De sector houdt niet van pottenkijkers en de overheid al evenmin. De overheid heeft een lijst die beschermd wordt als een soort staatsgeheim. Dat is het overzicht van de Geologisch Mijnbouwkundige Dienst (GMD) waarop staat wie vergunning heeft om goud te winnen of te zoeken. In andere landen zoals Guyana is dit openbare informatie; hier dus niet. Ook onze nationale goudbedrijven doen geheimzinnig. Geen van hen publiceert jaarcijfers of een openbaar jaarverslag. Bijna iedereen doet geheimzinnig over welke rechten hij heeft. Journalisten lijken een beetje op de porknokkers die vaak lang in de modder moeten staan om hun schat omhoog te halen. Soms levert dat iets op, zoals nu. Dankzij ons wroeten kunnen we een déél van het staatsgeheim onthullen. We hebben beslag weten leggen op de GMD-lijst van alle goudrechten van begin 2011. Die lijst hebben we gecombineerd met gegevens van de Kamer van Koophandel en Fabrieken van oprichters, directeuren en bestuurders van genoemde bedrijven. Daar hebben we een handvol fiscale gegevens aan toegevoegd en de ledenlijst van de Commissie Ordening Goudsector, plus zoveel mogelijk andere openbare informatie over nevenfuncties. Informele relaties zijn belangrijk voor macht en invloed. Daarom tellen we ze mee. Wat in deze soep kwam bovendrijven, noemen we de top tien van de goudsector. Heeft die lijst wetenschappelijk pretenties? Helemaal niet. Het is wat de Engelsen een educated guess noemen: een gok gebaseerd op ervaring en theoretische kennis. Niet meer, maar zeker ook niet minder. Zien we belangrijke informatie over het hoofd? Geen idee, misschien weet u het zelf. Wie ons wijzer wil maken, mailt naar redactie@parbode.com.
1 Ronnie Brunswijk
De koning van het binnenland, politicus, assembleelid, zakenman Ronnie Brunswijk voert de top tien aan. Zijn naam komt vaker voor op onze lijst dan welke andere naam ook. Van de negen kleinmijnbouwrechten in Brokopondo, Para en Sipaliwini staan er zes op zijn naam. Dat zijn gebieden aan de Saramaccarivier, Sarakreek en Tossokreek. Via de NV Robruns (directeur: Ronnie Brunswijk) heeft hij ook nog exploratierechten op ruim zevenduizend hectare aan de Marowijnerivier. Gecombineerd met zijn enorme netwerk in het binnenland en zijn stevige positie in de assemblee, waar de president hem voorlopig hard nodig heeft voor een meerderheid, levert dat de positie op van golden boy no. 1.
2 Desi & Dino Bouterse
De namen van Desi Bouterse en Dino Bouterse zoekt men vergeefs op de lijst van concessiehouders. Ze zijn geen oprichter, directeur of eigenaar. Officieel heeft de familie Bouterse geen belangen in de goudindustrie. Ze staan op nummer twee, omdat de invloed van de president op de goudsector groot is. De Commissie Ordening Goudsector valt onder zijn gezag, en in de sector werken opvallend veel actieve NDP’ers. Zoon Dino werkt een aantal dagen per week ‘als manager in een goudmijn’, zei hij afgelopen juni in Parbode. Daarop weigert hij nu verder commentaar, maar volgens kenners gaat het om concessies van Sarafina NV. Daarnaast wordt Dino gesignaleerd op talloze andere concessies. Of de president persoonlijke belangen heeft, is onduidelijk. De onderhandse verkoop van Benzdorp aan een buitenlandse investeerder verliep vorig jaar wel op een verdachte manier: via de geluidstechnicus en veronderstelde pleegzoon van de president, tevens huis-diskjockey van de NDP. De opbrengst werd geschat op anderhalf miljoen USdollar.
3 Henk Naarendorp
Directeur Henk Naarendorp van goudbedrijf Nana Resources combineert die functie met het voorzitterschap van de Kamer van Koophandel en Fabrieken en het lidmaatschap van de adviesraad van de Commissie Ordening Goudsector. Daar zit hij naast zus Ellen Naarendorp, die ook in het managementteam van de commissie zit. Nana heeft twee grote exploitatie- en drie grote exploratieconcessies ten westen van de Lawa-rivier. “Ik ben best vermogend”, zegt hij trots. Vergeleken met andere bedrijven voert Nana Resources een open beleid met aandacht voor milieuvriendelijke mijnbouw, hoewel er nog steeds geen jaarrapporten zijn gepubliceerd en de website van het bedrijf vrijwel leeg is.
4 Ruben Lie Pauw Sam
Via zijn bedrijven Sarakreek Resource Corp NV en Wylap Suriname Development Company BV heeft Ruben Lie Pauw Sam drie belangrijke goudgebieden in handen ten zuiden van het stuwmeer en ter weerszijden van de Sarakreek. De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven noemde het in 2008 ‘het grootste goudproductiebedrijf in Surinaamse handen’. Maar dat is dus moeilijk te controleren. Lie Pauw Sam was ooit leider van de Volkspartij en bedrijfsarts bij het Canadese goudbedrijf Canarc. Toen dat bedrijf ermee ophield vanwege de Binnenlandse Oorlog, stapte hij in de concessie. Nu wordt gesproken over de verkoop van zijn bedrijven aan Chinese investeerders die ruim driehonderd miljoen zouden willen investeren. Daarover wil Lie Pauw Sam weinig kwijt. Inderdaad, de Chinezen onderzoeken zijn boekhouding voor een eventuele participatie. Maar nee, dat is nog niet rond.
5 Claudette Nita Toney
De vijfde golden boy is geen heer maar een bijzondere dame: mevrouw Claudette Nita Toney. Zij is in meer dan één opzicht een kleurrijke onderneemster. Via de bedrijven Sarafina NV en Volcanic Resources NV controleert ze zes goudconcessies. Dino Bouterse zou er werken als manager. Het bedrijf betaalt volgens onze informatie erg weinig inkomstenbelasting (zie artikel hieronder). Mevrouw Toney verdiept zich ook in winti en afro-Afrikaanse cultuur en in een vorig leven was ze succesvol als bemiddelaar voor meisjes in de Nederlandse seksindustrie, stellen meerdere bronnen. De onderneemster wilde niet aan dit artikel meewerken. “Ze is bezig zelf een boek te schrijven”, meldt haar woordvoerder.
6 John Chee
De sector van opkopers en exporteurs van goud is grotendeels in handen van een kartel van Chinees- Surinaamse goudbedrijven. Een centrale figuur in deze goudhandel is de 43-jarige zakenman John Chee. Hij is medeoprichter van de goudexportbedrijven Suriname Natural Stone NV en Surmetex NV en van het bekende juweliersbedrijf Chee’s Trading. Overigens is hij ook eigenaar van het Spanhoek Hotel en bedrijvencomplex aan de Domineestraat. Geen van de bedrijven publiceert jaarcijfers, waardoor men moet raden naar de omzet. Onze gecalculeerde gok plaatst John Kok Foe Chee op nummer zes.
7 Stephen J.J. Letwin
Een zevende plek lijkt een wel erg bescheiden positie voor het Canadese goudbedrijf Iamgold. Toch moet president en chief executive officier Stephen Letwin het daarmee doen. Hij heeft minder invloed op het Surinaamse goud dan sommigen denken en levert toch een onmisbare bijdrage aan de schatkist. “Als Iamgold zou vertrekken, gaan wij applaudisseren”, riep president Bouterse vorig jaar december na een bezoek aan collega Chavez in Venzuela. Maar dat is politieke retoriek. Voor hun financiële gezondheid zijn Suriname en Iamgold afhankelijk van elkaar.
8 Daxiao Chen en Zhaoshun Li
Hoewel de naam Surinam Diamant Company anders doet vermoeden, is dit bedrijf houder van maar liefst vijf goudconcessies van ruim achttienduizend hectare in het Bemau-gebergte. Oud-militair en NDP’er Hans Jannasch, die wegens betrokkenheid bij XTC-productie werd veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf, is volgens berichten in de media eigenaar van deze concessies. Hij behoort tot de intimi van president Bouterse en was onlangs nog met hem op reis naar Venezuela. Maar hij heeft niets met het bedrijf te maken, zegt zijn broer Pieter Jannasch tegen Parbode. De concessies waren in handen van hun inmiddels overleden vader. Pieter werkt wél voor het bedrijf en de directie bestaat uit twee Surinaamse Chinezen: de 74-jarige Daxiao Chen en 49-jarige Zhaoshun Li. Of zij de achtste positie innemen, of eigenlijk toch de familie Jannasch, laten we in het midden.
9 Patah Pawiroredjo
Al sinds de jaren tachtig duikt de naam van de nu 63-jarige Patah Pawiroredjo op als dealmaker bij goudzaken. Hij is president-commissaris van staatsmijnbouwbedrijjf Grassalco, oprichter en bestuurder van twee exploratiebedrijven met mevrouw Claudette Toney en oprichter van een onderneming met de ambitieuze naam ‘Exploration van Suriname NV’. En nog veel meer, waaronder actief lid van de NDP en lid van adviesraad van de Commissie Ordening Goudsector. In 2007 was hij volgens natuurbeschermers betrokken bij de illegale uitgifte van vergunningen aan goudzoekers in het natuurreservaat Brownsberg, waarvoor de rechter hem een boete oplegde. Dat hij daarna beloond werd met een aanzienlijke adviesfunctie, zegt misschien iets over zijn invloed achter de schermen. Pawiroredjo was niet bereikbaar voor commentaar.
10 Rudi Chin Jen Sem
Volgens onze lijst heeft Rudi Chin Jen Sem twee bedrijven met exploratierechten op goud, te weten Diversified Natural Resources NV en Tricee NV. Dat maakt hem nog geen invloedrijke concessiehouder, maar hij speelt zich in beeld door een combinatie van openbare functies. Hij is bestuurder van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, penningmeester van de Stichting Behoud Bananen Sector en deed dit jaar een gooi naar het voorzitterschap van de afdeling Paramaribo van de Nationale Partij Suriname (NPS). Die strijd heeft hij verloren, maar levert nog net een stoeltje op in de bezemwagen van de golden boys.
Staat krijgt tipje goudberg
De Surinaamse overheid incasseerde vorig jaar ruim 180 miljoen USdollar aan belasting, royalty’s en consentrecht uit de goudsector. Goud is de belangrijkste inkomstenbron van de Staat, wat niet wegneemt dat de goudsector er zelf veel meer aan verdient. De berg van 31 duizend kilo goud die het land verliet, was op de wereldmarkt 1.550.000.000 USdollar waard; ruim anderhalf miljard. Daarvan incasseerde de Staat dus ongeveer twaalf procent. De rest van het geld ‘verdween’ in de economie, bijvoorbeeld als dagelijks inkomen voor een van de dertigduizend kleine goudzoekers, als winst van een van de vele duizenden leveranciers van spullen en diensten die goudzoekers en goudbedrijven nodig hebben of als inkomen van de concessiehouders en goudhandelaren in de stad. De beste deal heeft Suriname met het Canadese Iamgold. Dat bedrijf betaalde 164,4 miljoen USdollar aan royalty’s en belastingen voor een productie van twaalfduizend kilo goud. De kleinschalige sector produceerde de helft méér goud (negentienduizend kilo), maar leverde de schatkist slechts een tiende van de inkomsten, namelijk 16,4 miljoen USdollar. De aangekondigde verhoging van royalty’s van één naar drie procent zal dat iets verbeteren. Maar de inkomsten vallen vooral tegen omdat de kleine en middelgrote goudbedrijven nauwelijks belasting betalen. Afgelopen februari onthulde Parbode dat het Chinees-Surinaamse conglomeraat van goudopkopers nauwelijks iets afdraagt aan de fiscus. Uit een eerder onderzoek van de belastingdienst bleek dat elf van de negentien bedrijven die aan goudwinning doen, geen aangifte deed over het voorgaande jaar. Parbode had inzicht in recente fiscale gegevens van één van de vier middelgrote goudbedrijven, Sarafina NV, waar naar verluidt Dino Bouterse als manager werkt. Dat heeft exploitatierechten op zes concessies aan de Surinamerivier, de Saramaccarivier en het Sarakreekgebied. In januari 2012 had Sarafina NV niet meer dan 2628 srd inkomstenbelasting betaald over het fiscale jaar 2010 en niets over 2011. Dat is niet veel voor een bedrijf dat waarschijnlijk vele miljoenen omzet. De Staat heeft wel een belangrijke andere, extra bron van inkomsten aan de mijnbouwers waar zelden over wordt gesproken. Dat is via de belasting op brandstof. Volgens sommige berekeningen is de kleine en middelgrote sector goed voor één derde van de totale brandstofconsumptie in het land en dus voor vele miljoenen indirecte belasting. De berekening gaat als volgt: voor de vijftienduizend kilo goud die de bedrijven produceren, is gemiddeld 7,5 liter brandstof per gram nodig. Dat maakt 112,5 miljoen liter (op een totale brandstofverkoop in Suriname van 354 miljoen liter). Bij een gemiddelde government take van 1,65 srd per liter zou de sector 185 miljoen srd afdragen. Dat is ruim zestig miljoen USdollar, oftewel bijna de helft van wat de overheid reeds via royalty’s, belasting via Iamgold en consentrecht binnen krijgt. Maar nog steeds veel minder dan wat Iamgold betaalt. In de som wordt uitgegaan van vijftienduizend kilo goud en niet van de negentienduizend kilo die bij de Centrale Bank werd aangemeld. Dat is om rekening te houden met de smokkel van goud uit de buurlanden naar Suriname waar de belasting lager is dan bij de buren. Dit aandeel wordt geschat op ongeveer vierduizend kilo per jaar. We hebben de berekening voorgelegd aan de Centrale Bank voor correctie of commentaar, maar die kon of wilde er niet op reageren.