De buurman communiceert niet
Leonoor Wagenaar stond in 2006 aan de wieg van dit blad. Twee jaar bleef ze hoofdredacteur om vervolgens met haar man en hun zelfgebouwde riviercruiseschip Mi Gudu naar de oevers van de Saramaccarivier te verhuizen, waar ze het resort Bloemendaal op zetten.
Wanneer wonen op ‘boiti’ een ‘buiten’ op Saramacca betreft, dan loop je het risico om in een soort buru-oorlog verzeild te raken, a clash of the Titans; zeer rood aangelopen, heethoofdige Titans. Toen we hier in 2008 kwamen, galmden de woedende woorden van voormalig eigenaar Van Dijk nog na: buurman had die duiker aan de rivier niet willen plaatsen, of juist wel, maar dan een veel te smalle duiker, buurman had de trens dichtgegooid, dus het water kon nergens heen en die districtscommissaris, ah, dommer had je niet voor mogelijk gehouden, die dacht ook dat water alleen uit de kraan kwam. Tegen de tijd dat wij onze hectare voorzichtig begonnen te verkennen, bleek onze buru-voorganger ook geen onbesproken blad; de oprit voor het huisje aan de wegkant had hij dicht gestort, dwars door de trens heen, en aan de overkant van de weg had hij de afwatering ook al met zand opgevuld zodat zijn vee makkelijk naar het weiland kon hobbelen. Met die buurman konden we het toen nog redelijk vinden, zeker toen we de verdronken boomgaard moesten kappen en ophogen met zijn dure zand; we leken wel maatjes! Maar dat waren we natuurlijk niet. We hadden een vendetta gehad. Een buru-vendetta. Dat gelul over die duiker en die afwatering bleek maar al te waar toen na zware regens in mei 2013 het water van Boven-Suriname in grote hoeveelheden door de swampen stroomde, op zoek naar de bevrijding van de Saramaccarivier. Die vloed werd aan de asfaltweg gestremd door alle illegaal (want zonder vergunning) geplaatste duikers, die veel te smal bleken voor de stortvloed. En wat er wel door de duiker van buurman stuwde, vond verder geen uitweg. We zijn nog met hem gaan praten, of we niet zelf een beetje de trens open konden poeren. Nou dat mocht. Maar soelaas bood het natuurlijk niet. En intussen steeg het water. Ons erf ligt lager en al mijn mooie, zelf gekweekt anga lampu’s dreigden te verdrinken. Samen met het zwembad trouwens. En de rest van de aanplant. En terwijl iedereen een beetje met houwers in die slome sloot stond te kappen, kwam de resortraadvoorzitter zeggen dat we tot rampgebied waren verklaard en de poclaine onderweg was om een geul te graven. Saved by the bell! Buurman (die daar trouwens niet woont en met het land ook niets doet) klom nog hevig foeterend op het zwaar materieel (‘Want die Van Dijk… en het is zijn schuld…’), maar dat kon niet verhinderen dat er naast ons een soort Panamakanaal gegraven werd en het water dagenlang kolkend de rivier instortte, met medeneming van grote stukken dierbare aarde. Een paar maanden kreeg de natuur gelegenheid om de getormenteerde aarde te bedekken met een zachte mantel van groene begroeiing, En toen ronkten de poclaines weer. Dit keer om, schots en scheef, palen in de rivier te meppen met de bak van een loader. Wat hing ons nu weer boven het hoofd? Geen idee. Want buurman communiceert niet. Die zaterdag wisten we het, toen een armetierig speedbootje zwoegend en kreunend een reusachtige dekschuit naar de oever sleepte… hij had die rottende praam gekocht! De rottende praam die al sinds mensenheugenis ligt te roesten in de ondiepte bij de ingestorte zagerij van Uitkijk. Weer werd dat arme land met veel vertoon omgewoeld tot die schuit bij hoogtij het land kon worden opgetrokken, waarna hij in een nieuw gecreëerde binnenhaven plonsde. Het mag duidelijk zijn dat wij, op onze ‘Oase aan de Saramaccarivier’, grote problemen kregen met de gasten van ons resort, zeker nadat het aggregaat werd geïnstalleerd en het Grote Lassen begon. Want die dekschuit was natuurlijk zo lek als een mandje en waar eerst een plaatje werd gelast, viel direct ernaast weer het volgende gat. En bezoekers die overwogen om een week te blijven logeren, vertrokken na twee nachten met watjes in hun oren… hoe frustrerend kan zoiets zijn?! Uiteindelijk lukte het ons om met de zoon van de buurman afspraken te maken; we probeerden over en weer rekening met elkaar te houden. Kennelijk had zijn pa een houtconcessie aan de Coesewijnerivier en was hij van plan de stammen ‘in planken gezaagd’ met die dekschuit, (die inmiddels een grote buitenboormotor en een dakje had gekregen) naar Saramacca te brengen en hier dan over te laden op vrachtwagens. Even deed nog het gerucht de ronde dat hij het hier hiernaast wilde verzagen, maar een telefoontje met de districtscommissaris leerde dat hij die vergunning voor een houtzagerij niet had gekregen. De Here zij geprezen: dan hadden we ons bedrijfje ook per ommegaande kunnen opdoeken. Het werd weer stil op het landje naast ons. Tot vorige week. Het onkruid was alweer zo hoog opgeschoten dat we echt op onze tenen moesten gluren wat ze nou weer van plan waren. Er kwam weer zwaar rollend materieel, veel hollende mannetjes, er werd een giga laadbak op de dekschuit geduwd, twee tractoren, een generator en een loader… we tastten in het duister. Want je weet, buurman communiceert niet. Uiteindelijk hebben ze die praam met alle rommel erop met hoog water de rivier in geduwd en warempel: het geheel bleef drijven! En om elf uur ‘s avonds, toen de honden als gekken begonnen te blaffen, zagen we dat ze met man en macht probeerden om die buitenboordmotor te starten voor die volle bak onze Mi Gudu zou rammen. Dat lukte; puffend een hijgend tuften ze stroomafwaarts, volgens René met een snelheid: ‘nog trager dan jij gaat als je aan het shoppen bent in de stad.’ Dat staat kennelijk ergens voor… Daarna hebben we op alle mogelijke manieren het nieuws geprobeerd te volgen, tot aan de mofokoranti aan toe. Of een dekschuit was verzwolgen door de golven van Coppenamepunt, of een dekschuit met de verraderlijke stroming de pijlers van de Coppenamebrug had geramd… niets van dat al. Ik geloof warempel dat ze het hebben gered, met hun buitenboordmotor. Toch wel stoer, wat een stelletje cowboys! Nu maar hopen dat ze ons buurlandje verder met rust laten. Of hebben ze nog meer wilde plannen? Geen idee. Want je weet inmiddels: buurman communiceert niet.