De dam is van ons! – Parbode Sneak Peek
Het is 1913 meter lang, 54 meter hoog en het heeft een breedte van 400 meter aan de voet. De Afobaka Stuwdam voorziet Paramaribo jaarlijks in 800 miljoen kilowattuur energie. Dat zijn 100.000 magnetrons die tegelijk en op volle sterkte draaien, een jaar lang, aan één stuk door. Op 31 december is het waterkrachtwerk van ons.
Tekst Zoë Deceuninck
In de ochtend van 30 augustus slaakt Edward Naarendorp, advocaat tevens adviseur van de Presidentiële Onderhandelingscommissie Alcoa (OHC Alcoa), een diepe zucht. Na een marathonvergadering van ruim 24 uur wordt de Wet Wijziging Brokopondo Overeenkomst bekrachtigd door de hamerslag van Melvin Bouva, ondervoorzitter van het parlement. “We moesten met de wijziging naar het parlement, omdat we de minister (van Natuurlijke Hulpbronnen, red.) moesten machtigen een overeenkomst te sluiten waarin wordt afgeweken van de wet. We konden de einddatum van de Brokopondo Overeenkomst ook alleen maar vervroegen met goedkeuring van het parlement. Anders was de overeenkomst al lang getekend”, blikt Naarendorp terug op de parlementsvergadering. Nu de wet van kracht is (op 6 september afgekondigd in het Staatsblad van Suriname, red.), kijkt Naarendorp graag vooruit: “We gaan opwindende tijden tegemoet.” Na 55 jaar wordt het Afobaka Waterkrachtwerk (WKW) op 31 december 2019 overgedragen van Amerikaanse in Surinaamse handen. Reden voor een feest met extra vuurwerk, want met de overname van de dam luidt de regeringspartij van president Desiré Bouterse niet alleen een nieuw jaar, maar ook een nieuw hoofdstuk in voor ons land. ‘We schrijven geschiedenis’, zei Bouterse al tijdens zijn jaarrede op 30 september. Het Nationaal Informatie Instituut (NII) gaat nog een stapje verder en vergelijkt de overname van de dam met de Onafhankelijkheid van Suriname. Dan rest ons nog de vraag: hoeveel betalen we voor het schrijven van deze geschiedenis? Want de dam is van ons, maar de dam is niet gratis.
Miljoenenschuld Suralco
Sinds 1999 betaalt ons land Suralco, de dochteronderneming van Alcoa, voor stroom afkomstig van de dam. De Amerikaanse multinational heeft het WKW in 1964 gefinancierd en opgezet om haar bauxietindustrie te draaien. Volgens vicepresident Ashwin Adhin zal Suriname ‘bijkans 1 miljard US-dollar’ besparen door de dam vroegtijdig – dertien jaar eerder dan voorzien – over te nemen. Op 31 december wordt Suriname namelijk verlost van haar jaarlijkse betalingsplicht aan Suralco. Volgens het NII gaat het om 50 tot 60 miljoen US-dollar per jaar (ofwel 650-780 miljoen US-dollar in dertien jaar, ‘bijkans 1 miljard’, red.). Wat Adhin er niet bij vertelde, is dat Suriname al jaren niet voldoet aan deze betalingsplicht. Bij de start van de onderhandelingen tussen Suriname en Alcoa in 2015, werd er een bedrag van 54 miljoen US-dollar kwijtgescholden door Suralco. In ruil daarvoor werd het stroomtarief – dat is gebaseerd op een olieprijs in plaats van een hydroprijs – niet aangepast. Volgens Marc Waaldijk, ook lid van de OHC Alcoa, staat de schuldenteller anno september 2019 op 100 miljoen US-dollar. Volgens Naarendorp is het ‘meer dan 100 miljoen US-dollar’. “Zolang Suriname dit bedrag niet op of vóór 31 december op de rekening van Suralco stort, heeft Suralco de bevoegdheid om de overdracht van de dam alsnog tegen te houden”, zegt Naarendorp. Bij het ter perse gaan van deze Parbode had de regering nog tien weken de tijd om het nodige geld bij elkaar te zoeken. Met een staatsschuld van meer dan SRD 20 miljard en een begrotingstekort van SRD 7,3 miljard vormt een nieuwe lening de enige uitweg. Afgelopen augustus stelde internationale kredietwaardigheidsbeoordelaar Fitch zijn rating voor Suriname bij van ‘stabiel’ naar ‘negatief’. Volgens economen wordt geld lenen op de internationale markt daardoor bemoeilijkt. Begin oktober werd Financiënminister Hoefdraad door NPS-voorzitter Gregory Rusland publiekelijk ervan beschuldigd de Afobakadam als onderpand te willen geven voor een miljoenenlening bij de internationale investeringsbank Oppenheimer (zie kaderstuk ‘Hoefdraad zoekt snel geld’, red.). Het duurde drie dagen voor de regering – via een persbericht van het NII – met een formeel standpunt (‘het is de grootste onzin en gewoon een onmogelijkheid’) naar buiten kwam.
Met de – voorlopig – uitzichtloze situatie op het ministerie van Financiën wijzen alle vingers in de richting van Staatsolie voor het afsluiten van de noodzakelijke lening. Staatsolie, waarvan de Staat 100 procent aandelen bezit, staat er financieel – en qua imago – stukken beter voor dan Suriname, ook internationaal. In 2018 boekte Staatsolie een brutowinst van 149 miljoen US-dollar en het staatsbedrijf wordt sinds 2017 financieel doorgelicht door Ernst & Young, een internationaal erkende accountant. Rudolf Elias, directeur van Staatsolie, liet in augustus tegenover Reuters weten dat Staatsolie interesse heeft in het management van de dam. Economen voorspellen dat de lening – nodig voor de afbetaling aan Suralco – naar alle waarschijnlijkheid ook via Staatsolie afgesloten zal worden. In het programma Welingelichte Kringen op Radio ABC zei econoom Stanley Raghoebarsing dat het Bureau voor de Staatsschuld daarmee geen extra schuld voor Suriname registreert. ‘Ik hoop dat Staatsolie zich niet laat meetrekken in de politieke strijd’, zei Raghoebarsing. Collega-econoom Jim Bousaid geeft in hetzelfde radioprogramma aan meer vertrouwen in Staatsolie te hebben dan in het – enige andere – alternatief: het oprichten van een naamloze vennootschap. ‘Er is een groepje lobbyisten, ik noem ze haaien, die een NV wil opzetten om de dam daarin onder te brengen. Vervolgens kunnen ze daarmee slapend rijk worden’, zei Bousaid op ABC.
Suriname Hydro Enterprise
Gratis stroom voor iedereen?
“Iedereen denkt dat nu de dam van ons is, de stroom ook gratis wordt. Dat is de reinste onzin”, betoogt Ajodhia. Volgens hem hebben wij (lees: het volk) nooit gevoeld dat Suriname Suralco betaalt voor stroom vanuit de Afobaka Stuwdam. “De overheid subsidieert de EBS (Energie Bedrijven Suriname) méér (8 US-dollarcent per kWh) dan dat ze betaalt aan Suralco (7 US-dollarcent per kWh). Dat deze kost in de toekomst wegvalt, is alleen in hun voordeel. Het maakt in onze stroomrekening geen verschil”, zegt Ajodhia. Dat verklaart mogelijk het begrotingscijfer voor de energiesector in 2020. Hier kan (EBS) rekenen op een subsidie van SRD 950 miljoen, een bedrag dat niet veel verschilt met dat van de voorbije jaren. Als de stroomtarieven volgend jaar toch omlaag zouden gaan, zal dat volgens Ajodhia ‘een politieke zet’ zijn. “Dan zal het geld dat normaal naar Suralco gaat, gebruikt worden om de stroom nog meer te subsidiëren”, zegt Ajodhia. Volgens econoom Bousaid heeft de overname van de dam (nog) geen invloed op het begrotingscijfer van EBS, omdat het geld mogelijk gebruikt zal worden om de noodzakelijke lening terug te betalen. ‘Minimaal 100 miljoen US-dollar moet geleend worden vóór 31 december. De rente die we op zo’n lening gaan moeten betalen gaat fors zijn. Mogelijkerwijs heeft Suriname voorgesteld die vrijval van 50 miljoen US-dollar (vrijgekomen jaarlijkse betalingsplicht van stroomrekening aan Suralco, red.) te gebruiken om de beleggers terug te betalen”, aldus Bousaid in Welingelichte Kringen. Het argument van de regering, dat de overname van de dam gepaard zal gaan met een ‘wezenlijk enorm voordeel voor de economie’, houdt daarmee nog moeilijk stand, want ook de onderhoudskosten van de dam belanden voortaan op ’s lands rekening. Volgens een bijlage in de raamovereenkomst, onderdeel van de Wet Wijziging Brokopondo Overeenkomst, maken dertig leveranciers (van de genoemde 34, red.) jaarlijks 8,8 miljoen US-dollar aan kosten op het onderhoud van de dam. Daarbij zijn de ‘substantiële onvoorziene investeringsuitgaven’ (in 2018 goed voor 4,3 miljoen US-dollar, red.) niet bij gerekend. Adjodhia schat dat Suriname jaarlijks moet rekenen op 10 tot 15 miljoen US-dollar aan jaarlijkse kosten op de dam. “De overheid is de slechtste betaler van Suriname, toch ga je het onderhoud van de dam afhankelijk maken van de betalingsdiscipline van de minister van Financiën”, zegt Ajodhia.