De frustrerende jacht op een woning
“Kijk”, zegt ze, “de prijzen zijn alweer verhoogd.” Mirjam bladert geagiteerd door Via2000, het wekelijkse advertentieblad van Suriname. Elke vrijdag loopt ze door de rubriek ‘Woning/ pand te koop’. De lijst met aangeboden woningen lijkt elke week langer te worden, maar ondanks het grotere aanbod blijven de prijzen stijgen.
Mirjam werkt op de administratie van ’s Lands Hospitaal. “Lanti dus”, glimlacht ze treurig. “Betaalt niet geweldig, 900 srd bruto per maand, inclusief alle toeslagen.” Ze heeft een zoon van vijf. Hij woont bij oma, want Mirjam is door haar scheiding aangewezen op een eenkamerappartement bij een huisjesmelker. Voor het gehorige optrekje betaalt ze 350 srd per maand. “Ik wil een eigen huis, al is het nog zo bescheiden. Ik wil mijn zoon weer bij me hebben.” Ze stapt gedecideerd in haar auto. Vandaag heeft ze tien huizen aangevinkt in de prijsklasse van 25 tot 40.000 euro. “Eigenlijk is 40.000 al veel te veel”, zegt ze. “Zelfs als ik al mijn spaarcentjes er tegenaan gooi, kom je bij zo’n hypotheek op minstens 1200 srd per maand.”
Mirjam pakt de telefoon. “Die woning aan de Abrahamstraat, welk nummer is dat?” Het blijft even stil. “U hebt toch die advertentie geplaatst in Via2000?” Er klinkt een norse stem aan de andere kant van de lijn. “Meneer, ik wil graag het nummer van het pand in de Abrahamstraat.” Mirjam kijkt me aan en legt haar hand op de telefoon. “Weer zo’n would-be-makelaar die een lijst met panden te koop heeft staan, maar niet eens weet wat of waar”, sist ze verontwaardigd.
Even later stoppen we voor nummer 28. Een oude, lege Bruynzeel-woning. Het gras staat metershoog. Alles is open, op een paar shutters na geen ramen. Het plafond is ingestort. Houtluis. Onbewoonbaar. “Hiervoor vragen ze dus 35.000 euro”, mompelt Mirjam. ‘Klein beetje werk’ staat in de advertentie.
Speculeren
We vragen ons af welke gek zich hiervoor in de schulden wil steken. “Het zijn die tussenpersonen die de prijs opdrijven”, moppert Mirjam. “Soms weten ze niet eens hoe een huis eruit ziet. Hup, weer een paar duizend erbij. Adverteren in Via2000 kost niks.” Na een kort buurtonderzoek komen we er achter dat de eigenaar in Nederland woont. Hij heeft alle tijd van de wereld. De tussenpersonen speculeren ondertussen vrolijk verder.
Mirjam wil naar de Toenalaan. Dicht bij de Grote Combé. Leuke buurt, genoeg scholen. Ze heeft gehoord dat Toenalaan 32 voor 45.000 euro te koop staat. De eigenaresse woont een paar straten verder. In de Toenalaan staan huisjes die ooit voor politiebeambten werden gebouwd. Sommigen zijn goed onderhouden en uitgebouwd. Maar Toenalaan 32 is in de oude staat gebleven. Het staat bovendien op instorten. Volgens de buurman zijn alleen de muren van het huis nog bruikbaar. De rest moet worden gesloopt, dak, alles. Hij wijst naar zijn voorhoofd. “45.000? Ze is gestoord! Het erf loopt onder water. Het zijn kippenhokken. 15.000, meer niet!”
Mirjam belt de eigenaresse, maar die wil er niets over zeggen. “Belt u meneer Hoft, Carlos Hoft”, zegt ze. “Hij zit op het kantoor van meneer Schurman.” Carlos Hoft heeft een incassobureau. Dat zou kunnen betekenen dat het huis op het punt staat geveild te worden. Mirjam krijgt hoop. Er valt over dit huis misschien nog te onderhandelen. Als de prijs flink omlaag gaat blijft er genoeg geld over voor een verbouwing. Carlos Hoft is echter onvermurwbaar. “45.000 is de vraagprijs”, roept hij door de telefoon. “De verkoper wil er 40.000 voor hebben.” Mirjam bijt op haar lip. Je ziet haar denken: “Carlos Hoft verdient hier dus zomaar 5000 euro aan.”
“Maar er valt natuurlijk over te praten”, gaat Hoft verder. Mirjam zet zich schrap. “Meneer Hoft, het huis ziet er niet uit. Het moet van de grond af worden opgebouwd. Het loopt onder water, de riolering moet worden vernieuwd, leidingen, alles. Dit huis is niet meer van deze tijd.”
Hoft geeft geen krimp. “Het huis staat in een goede buurt”, zegt hij “Denkt u er nog eens over na.” De verbinding wordt verbroken.
“Het is duidelijk”, zegt Mirjam verbeten. “Met mijn inkomen ben ik aangewezen op een krot in een asociale criminele buurt.”
Een week later staat er een complete rij advertenties in de Via2000 met hetzelfde mobiele nummer erbij. Eén van de advertenties trekt haar aandacht. “Dat huis aan de Brakkestraat staat al vijf maanden te koop!” Ze bladert even verder. “Kijk. Vier keer wordt dit huis aangeboden, voor verschillende prijzen. 62.000 euro, 65.000 euro en 75.000 euro. Eentje probeert het zelfs met 101.000 US dollars.” Van een collega heeft ze gehoord dat de eigenaar in Nederland woont en een vraagprijs van 50.000 euro hanteert. We besluiten het spel even mee te spelen.
“Hallo meneer, u hebt met een huis geadverteerd in de Brakkestraat. Welk nummer is het?”
“Weet ik niet”, antwoordt de ‘makelaar’ kortaf. “Er staat een container voor de deur.”
“Bent u de eigenaar?”, gaat Mirjam verder.
“Nee, tussenpersoon.”
“Staat de woning leeg? Kan ik een afspraak maken om te bezichtigen?”
Het is even stil. “Ik heb gehoord dat er mensen in wonen. Maar die gaan eruit zodra het geld is betaald.”
Mirjam lacht. “Nou, ik heb anders gehoord dat die mensen helemaal niet weg willen.”
“Wilt u nog een afspraak maken?”, vraagt de tussenpersoon geïrriteerd.
“Ik bel u terug.”
Verfbeurt
We staan voor een lege woning in de Osmiumstraat. Stenen flat. De tuin is verwilderd. Er staan 2 auto’s op het erf. Mirjam heeft van een tussenpersoon gehoord dat het huis te koop staat voor 70.000 euro. Maar die prijs neemt ze niet meer serieus. Dezelfde woning kost bij onze ‘dollarmakelaar’ 109.000 USdollar. De poort is niet op slot. De daklijsten zijn slecht, sommige vensters moeten worden vervangen. Het huis heeft dringend een verfbeurt nodig. Voor de rest ziet het er redelijk uit.
“Hallo. Hallo.” Aan de overkant van de straat verschijnt de buurvrouw aan haar hek. “Wat doet u daar. Wie bent U?”
Mirjam legt uit dat ze belangstelling heeft voor deze woning.
“Te koop? Te koop? Dat kan niet!”, roept de vrouw verontwaardigd. “De eigenaar zit een tijdje in Nederland. Hij heeft mij gevraagd op het huis te passen.” Ze zwaait met een bos sleutels.
“Nou wordt het interessant”, mompelt Mirjam. Ze belt haar ‘makelaar’. Die ontkent in alle toonaarden. “Kan ik de stukken inzien?”, vraagt Mirjam. “Dat is een beetje moeilijk”, antwoord hij. “Die liggen bij de notaris”
Intussen probeert de overbuurvrouw contact te maken met de eigenaar in Nederland. “Ik wil dit tot de bodem uitzoeken”, zegt ze.
Slachtoffers
We besluiten het resultaat niet af te wachten. Vast staat dat er een groot aantal fantasierijke tussenpersonen in Suriname rondloopt, dat vrijwel zonder inspanningen of investeringen veel geld verdient aan de structurele schaarste op de woningmarkt. Met de natte vinger schroeven ze naar hartenlust de prijzen op. De gemiddelde verkoopprijs van een woning in Suriname ligt daarom ver boven de reële waarde. De meeste woningen zijn bovendien geprijsd in euro’s. Men heeft zich evenmin laten weerhouden door de koersstijging van de afgelopen maanden. Integendeel, het leek een aansporing om de lucht nog duurder te verkopen. De modale srd-verdiener heeft het nakijken. Jonge woningzoekenden, starters op de woningmarkt, zijn daarbij de grootste slachtoffers.
“Ik ben bij de bank geweest”, vertelt Mirjam. “Er is een actie voor lage inkomens. Als je niet meer dan 7.500 srd per maand verdient, kom je in aanmerking voor een rente van 8,75 procent per jaar.” Ze rekent het even voor. “Stel dat ik een lening neem van 25.000 euro”, zegt ze. “Dan ga ik ervan uit dit samen met mijn spaargeld genoeg is om de woning, de notariskosten van 12 procent en alle andere bijkomende kosten te betalen. Dan kom ik uit op een jaarlijkse rentelast van ongeveer 2200 euro. Daar komt minimaal 1000 euro bij aan aflossing. Plus de verzekering. In het gunstigste geval betaal ik dus 25 jaar lang 250 euro per maand aan woonlasten. Bij de huidige koers is dat 1000 srd.”
Ze staart gelaten voor zich uit. “Nou”, stelt ze vast, “die lening krijg ik dus niet met mijn inkomen. Er staan nu voor mij drie opties open: ik neem er twee baantjes bij, ik ga door met sparen tot ik erbij neerval, of ik wacht op de Lotto.”
Tekst & beeld: Henk Hendriks