De gangmaker van Surifesta leunt achterover
Oudjaar zonder Ann Hermelijn
Afgelopen jaren is het oudejaarsfeest in Paramaribo langzaam maar zeker wereldberoemd geworden. Zodanig dat ze zelfs op de Top Tien oudejaarsfeesten van CNN belandde. Maar wat hadden de feesten in de Domineestraat, het Kawinafestival bij Tori Oso en de Owru Yari Streetparty bij ’t Vat eigenlijk gemeen?
Dat was zonder twijfel Surifesta, in 1997 opgericht om meer structuur aan te brengen in deze feesten. Ann Hermelijn is vanaf het begin betrokken bij Surifesta, eerst als bestuurslid en later als projectmanager. Volgens Ann wordt sinds mensenheugenis rond oudjaar een feestje gebouwd. “Maar het was meestal in de privésfeer, dat zich later naar een groter publiek verplaatste. Zo werd vroeger bij ’t Vat en restaurant La Bastille spontaan gefeest aan het eind van het jaar. In 1996 werd de Stichting Uitgaanscentrum Paramaribo opgericht, die ten doel had Torarica en haar omgeving uitgaansvriendelijker te maken. Het begon met het organiseren van braderieën en dergelijke en het opvoeren van de veiligheid. Eind december vierden steeds meer mensen juist daar feest en wij wilden dat structureren. De toenmalige minister van Transport, Communicatie en Toerisme Dick de Bye, stelde voor om er meer uit te halen. Hij nodigde een paar mensen uit, onder welke Jan van Charante (’t Vat), Werner Duttenhofer (Radio 10) en Osje Braumuller (Tori Oso), om hierover van gedachten te wisselen. Toen ging het snel en in 1997 heb ik samen met Werner Duttenhoffer Surifesta opgericht. Werner zit er nog steeds in, maar is niet meer actief.”
Groter en beter
Het belangrijkste doel van Surifesta was de periode rond oudjaar, zowel nationaal als internationaal, aantrekkelijker te maken. Daarnaast behoorde het centraliseren van de festiviteiten ook tot één van de doelen. Hermelijn vertelt dat de organisatie dit eerst wilde bereiken door alleen een coördinerende rol te spelen en een evenementenkalender uit te geven. “Maar toch besloten wij later meer te doen. Je had toen al het simultaan afschieten van vuurwerk rond twaalf uur ’s middags. Een lid van het toenmalig bestuur Henna Brunings, kwam met het idee voor een pagara-estafette.
Zo ontwikkelde dat langzaam tot het festijn dat wij nu allemaal kennen. Het Kawina festival dat pal voor de deur bij Tori Oso werd gehouden, verhuisde Surifesta naar de overkant op een groter podium en nu is het festival zelfs zo populair dat een band meer status krijgt als zij daar heeft opgetreden. Het kostte veel energie dit alles te structureren, maar het resultaat was overdonderend. Het concept sprak Surinamers aan. We kunnen van het oudjaar nu zeggen dat het een nationaal feest is geworden, iedereen viert die periode op een speciale manier. Anno 2010 hoef je zelfs de media niet warm te maken voor publiciteit, want de samenleving is goed voorbereid en kijkt er elk jaar reikhalzend naar uit. Het feest werd zelfs steeds groter. Hermelijn: “Andere organisaties zijn in de periode voor of na oudjaar ook dingen gaan organiseren, zoals Lustig en Marlene’s Ballet. Samen met de Volkskerstzang zijn hun activiteiten toegevoegd aan het feestprogramma.”
Hermelijn vergelijkt de feesten met een mamyo, iedereen doet zijn eigen ding en Surifesta is de bindende factor. Maar waar gewerkt wordt vallen spaanders en zo gingen soms dingen fout.
“Ik heb geregeld impopulaire maatregelen moeten nemen. Ik kan mij bijvoorbeeld herinneren dat wij besloten tijdens die feesten het glaswerk af te schaffen en dat een heleboel mensen daarom boos waren. Of toen wij op oudjaar niet meer tot elf, maar tot tien uur ‘s avonds gingen feesten. Nu heb je niet eens meer door dat het vroeger anders was.”
Stoppen
Tijdens het gesprek krijgt Hermelijn heimwee als ze weer aan die periode terug denkt. Heimwee, want Hermelijn stopt na veertien jaar definitief bij Surifesta. Ze stelt dat de stichting zeker de aanzet heeft gegeven tot het professionaliseren van de feesten, maar dat ze zelf niet zo professioneel waren. ”Wat ik bedoel is, dat wij veel pro Deo deden. Wij stopten er veel geld en energie in, maar kregen er nauwelijks iets voor terug, althans niet in geld uitgedrukt. Surifesta heeft mij persoonlijk wel veel voldoening gegeven en ik weet dat dat ook geldt voor mijn collega’s. Vaak denkt men dat er tijdens het festival veel geld wordt verdiend.
Maar het zijn gratis straatfeesten, daarnaast is het probleem dat hoe meer bezoekers er zijn, des te minder je verkoopt. Verkooppunten zijn zo druk dat mensen die mijden en met eigen drank komen. Dit kan in de toekomst beter aangepakt worden.”
Bedrijf
“Surifesta zou eigenlijk als bedrijf gerund moeten worden, dat is er de afgelopen jaren bij ingeschoten.” Of zij zelf heeft geprobeerd er een bedrijf van te maken? “Een paar keer ”, zegt ze lachend, “maar na veertien jaar denk ik dat de organisatie met de hoofdbestuursleden Jan van Charante en Osje Braumuller klaar is om zonder mij door te gaan. De stichting gaat meer input vragen van jongeren omdat trends veranderen.
Wat betekent het feest bijvoorbeeld anno 2010 voor het toerisme? Alles moet goed bekeken worden. Er moet serieus over het beleid nagedacht worden. Er moet ook meer ondersteuning van de overheid komen en dat hoeft niet altijd om geld te gaan, het kan ook goed samenwerken zijn. Zelf vind ik dat de feesten voortgezet moeten worden door de belanghebbenden zelf, met hun eigen sponsors. Bedrijven in de Domineestraat en ’t Vat organiseren bijvoorbeeld al zelf hun feesten. Ik doe dus met een gerust hart een stap terug, maar zal vaak een rol blijven spelen, dan meer als coach of adviseur.”
Uitdagingen
Helemaal stoppen met de evenementen doet Hermelijn niet. “Ik zie bijvoorbeeld nog een uitdaging in het organiseren van feesten in andere districten. In het bestuur was altijd verschil van mening over wat Surifesta precies moest doen: het organiseren van feesten of het maken van een kalender. Wij zijn hier nooit uitgekomen, dus deden we beiden. We hebben toen ook dingen georganiseerd in Nickerie, Commewijne, Marowijne en Wanica. In Wanica is men zelf doorgegaan en dat is een goede zaak. Over tien jaar hoop ik dat alle districten eigen oudejaarsactiviteiten hebben, het hoeft niet op dezelfde schaal als Paramaribo, maar dat zij tenminste iets hebben.”
Hermelijn hoopt dat de vijftiende editie van Surifesta wordt ingezet met nieuwe geesten. Zij ziet graag jongeren in het bestuur om te zorgen voor moderne ontwikkelingen. ”Jongeren komen nu eenmaal met nieuwe ideeën en elke periode heeft een nieuwe trend, waar we voor open moeten staan.”