De geheimen van het Nationaal Archief
President Ronald Venetiaan opende in april het spiksplinternieuwe gebouw van het Nationaal Archief Suriname aan de mr. J.L. Lachmonstraat, voorheen Coppenamestraat, nummer 174, ontworpen door architect Van Hes, neergezet door bouwbedrijf Kiesel N.V. Totale kosten voor gebouw, apparatuur en de professionele opleiding van het personeel: 5,4 miljoen euro. Alles geschonken door Nederland. Parbode-journalist Anne Huits ging op onderzoek uit.
De belangstelling tijdens de opening was matig; vele stoelen, gereserveerd voor notabelen van de verschillende ministeries, bleven leeg. Druk bezig met de verkiezingen zeker. Onze vicepresident de heer R. Sardjoe wilde aanvankelijk ook niet komen zei hij. Hij moest door minister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken, trekker van het project, overtuigd worden van het belang van het gebeuren. En toen was hij er dan toch. Namens Parbode was ik er ook en het is niet bij die ene keer gebleven.
Tweede bezoek. Voor de zekerheid ga ik eerst naar de website www.nationaalarchief.sr. Die site bevat onder meer informatie over de openingstijden. Ha, fijn, ze zijn ook op de zaterdag open en wel van 07.30 tot 13.00 uur. Spontaan pak ik mijn biezen en trek opgetogen naar de mr. Jaggernath Lachmonstraat. De mooie en ruime parkeerplaats is leeeeeeg. Ik stap uit en loop naar de wachters. Nee, ik kan er vandaag niet in. “Er is niemand. Ze zijn gesloten. Het kan zijn dat ik iets anders heb gelezen, alles staat op papier, maar wij hebben er nog niets van gemerkt”, aldus de wachters.
Gezondheidskaart van Bok (= mevrouw) Ngaisah. Zij is geschikt bevonden voor veld of fabrieksarbeid, Semarang 16 maart 1907. al het beeldmateriaal: nationaal archief suriname |
Ik mag even overleggen met de technische man die toevallig aanwezig is. Via de achteringang ga ik het gebouw in, over beschadigde en gebarsten tegels. Ik loop voorbij de lift. De deuren van de lift zijn ernstig beschadigd, alsof men deze met kracht en geweld heeft geforceerd. De technische man begeleidt me. Hij voelt zich duidelijk verantwoordelijk voor de situatie en neemt contact op met onze nationale archivaris mevrouw R. Tjien Fooh-Hardjomohamad.
Wij krijgen haar persoonlijk aan de telefoon. “Ja, het klopt dat ze vandaag dicht zijn, het personeel is een zakcentje aan het bijverdienen, ze vouwen verkiezingsbiljetten. Normaliter zijn we wel open.” Jammer, maar we geven de moed niet op. In een later stadium praat ik nog even na met de nationaal archivaris over de vernielde tegels en de beschadigde deuren. Die tegels dat komt door zwaar beladen containers. Daarover hoef ik me niet ongerust te maken, alles wordt weer hersteld, dat is contractueel overeengekomen. De beschadigde lift is veroorzaakt door problemen met de stroomtoevoer tijdens de bouw. Die lift blijft helaas zo, niks meer aan te doen.
Kluisje
Derde bezoek. Nu hebben we een afspraak met mevrouw Tjien Fooh-Hardjomohamad. Eerst de normale procedure: tas inleveren, nodige spullen eruit, tas in kluisje, afsluiten, sleuteltje uit slot, sleuteltje goed bewaren, op naar de studiezaal. Daar ligt op de balie het gastenboek. We vullen netjes in: achternaam, voorletter, geslacht, adres en huisnummer, telefoonnummer en mobilenummer, beroep. Ter afronding plaats ik mijn handtekening. Einde procedure. Ik ben bezoeker 239. Vóór ons hebben voornamelijk studenten het archief bezocht, een enkele ambtenaar, hier en daar een leerkracht, een journalist, een aov-er. Het gemiddelde aantal bezoekers per dag ligt rond de acht. Tussen de vele landgenoten ontwaar ik zowaar een Belg en een handjevol Nederlanders. De nationale archivaris laat zich verontschuldigen, zij verwacht hoger bezoek, de minister himself. Ik krijg mevrouw Tanya Sitaram toegewezen als begeleidster. Ook prima, zo zal blijken.
Ik kijk rond in de studiezaal, grote glazen wanden met een mooie zonwering die zijn werk doet en desalniettemin het daglicht ruimschoots binnen laat. Een pracht van een studiezaal, dat moet gezegd worden, met plaats voor 36 boekenwurmen. De bezoekers komen, aldus mevrouw Sitaram, voornamelijk om familieonderzoek te doen, of ze zijn op zoek naar plantagegegevens die mogelijjk kunnen aantonen dat zij recht hebben op een stuk grond. In de ochtenduren komen vooral studenten gauw nog even iets opzoeken voordat ze naar school gaan.
Overzicht van de plantages aan de Rivier Commewijne, gepubliceerd in de Surinaamse Almanak van 1835, p.86-87 |
Oude beelden
Vier computers staan ter beschikking aan de bezoekers, de eerste met alle gegevens van de Volkstelling van 1921. De tweede computer bevat een collectie beeld en geluid geschonken door de gemeente Amsterdam. Hier kan de belangstellende oude beelden van Suriname bekijken. Op de derde computer staan bestanden van Hindostaanse en Javaanse immigranten. De Chinese immigranten? Daar wordt nog aan gewerkt.
Op de vierde computer tenslotte, ook een collectie van Amsterdam over Suriname, kan men de correspondentie van de familie Van Sommelsdijck tot zich nemen. Er zijn drie apparaten om microfiches met allerlei informatie te bekijken. De overledenen in Paramaribo tussen 1858 en 1960 staan op fiches, evenals de aanvoer van migranten, de registers van grondbrieven en de gouvernementsbladen van 1865 tot 1975.
Ik krijg een rondleiding en we bezoeken de ruimte waar twee medewerkers bezig zijn met het vervaardigen van fiches. De ruimte voor schimmelbestrijding wacht op de papieren die in aantocht zijn, van de verschillende ministeries, van de semi-overheid, van particuliere instellingen. Ook de persoonlijke archieven van politieke leiders worden hier bewerkt om daarna opgeslagen te worden.
Van de ruimte voor de bestrijding van schimmels gaan we naar de opslagplaats. In zes depots achter dikke stalen deuren, brandbestendig, is ruimte beschikbaar voor 11.250 strekkende meter archief. Al die oude stukken worden zorgvuldig bewaard bij een temperatuur tussen de 18 en 22 graden en een luchtvochtigheid tussen de 45 en 55 procent. Zo duurt bewaren het langst.
Er moet nog meer bekendheid gegeven worden aan het Nationaal Archief, meent mevrouw Sitaram: “Mensen weten nog niet waarvoor we er zijn. Ze denken dat het gaat om oude rommel. In dat kader is men van plan in de toekomst scholen uit te nodigen, er komt aandacht voor het Nationaal Archief in het programma Lanti Sani en we hebben natuurlijk onze web-site.”
Bij terugkomst in de studiezaal zie ik een dik, oud boek liggen. Ik kan de verleiding niet weerstaan en sla het boek open. Het blijkt geboorteaktes vanaf 1860 te bevatten. Een deels van tevoren gedrukte, deels met de hand geschreven tekst, op lichtbruin rafelend papier met hier en daar bruine vlekken, lees ik het het volgende:
Is dat mooi of is dat niet mooi? Verder bladerend kom ik prachtige namen tegen: Elisa Clasina, Augusta, Naatje Johanna, en fraaie beroepen: letterzetter, boodschaplooper, smid en schoenmaker.
Enfin, komt u zelf maar een kijkje nemen, alleszins de moeite waard. En wie weet komt u als achter-, achter-, achterkleinkind van de plantage Overtoom in Para of Mary’s Hope in Coronie nog in aanmerking voor een stukje grond.