De gevolgen van dodemansritten
Vorig jaar werd de even trieste als magische grens van honderd doden in het Surinaamse verkeer ruimschoots overschreden, een absoluut record. Tel daar de vele duizenden gewonden bij op en je kan niet anders dan constateren dat er iets heel erg mis is met ons rijgedrag. De gevolgen voor slachtoffers en nabestaanden zijn vaak niet te bevatten.
Bennito Kitaman was een getalenteerd wielrenner van achttien, in de bloei van zijn leven. Totdat hij op die ene noodlottige dag in september 2007 in de Keizerstraat in Paramaribo werd aangereden op de fiets. Hij was op slag dood. Na ruim twee jaar overheerst nog altijd het ongeloof bij zijn moeder Annemarie Kitaman. “Mijn dochter belde mij op 30 september dat er iets met Bennito was. Toen ik de politie zag en zij vroegen om het familieboekje, wist ik gelijk hoe laat het was. Bennito is dood.”
De periode die daarop volgde was verschrikkelijk. Tot op de dag van vandaag tast ze nog in het duister over wie de veroorzaker is. Ze deed aangifte maar heeft daarna nooit meer iets gehoord. “Er is helemaal niets gedaan. Ik heb geen hulp gehad. Totdat er opeens een vrouw kwam met een foto die zij had gemaakt op de plaats van het ongeluk. Daar stonden twee mannen op, over Bennito heen gebogen. Ik liet de foto rond gaan om te informeren en ik hoorde van alle kanten: ‘dat zijn politieagenten’. Toen begreep ik het. Bij de politie weten ze het precies, maar ze gaan het nooit zeggen. Als ik geld had gehad, dan wel. Zo gaat dat nou eenmaal. Als agenten er zelf bij betrokken zijn, komt de waarheid nooit aan het licht. Ik heb geen vertrouwen in ze.”
Passie
Bennito was een fanatiek wielrenner. Hij had veel talent en zou het ver gaan schoppen. Hij trainde elke dag, fietsen was zijn passie. Maar een onbezonnen actie van een medeweggebruiker maakte aan alles een einde. “Zijn begrafenis was zo groot en mooi. Er waren heel veel mensen. Hij was populair en iedereen kende hem. In totaal had hij wel zeventien bekers gewonnen. Hij had een hele toekomst voor zich”, zegt Kitaman bedroefd.
De onwetendheid breekt Kitaman op. Ze moet ermee leren leven dat de dader waarschijnlijk nooit berecht zal worden. “Maar diep van binnen weet ik het zeker: God zal met deze mensen afrekenen. Zijn dood heeft veel veranderd. Hij woonde nog thuis, dus alles doet me aan hem denken. Ik ben elke dag verdrietig, als ik praat, loop of aan het werk ben. Ik hoorde altijd van zijn vrienden: ‘zijn moeder is alles’.”
Coma
Dwight Elsperman werd aangereden toen hij achterop de brom van een buurtgenootje zat. Een auto achter hen zag ze te laat. Hij belandde op de voorruit. Een jaar later en nog steeds revaliderend, zal Dwight moeten accepteren dat hij blijvend letsel heeft overgehouden aan een simpele inschattingsfout van deze autobestuurder. Van de enorme klap van de auto die de twee jongens aanreed, weet hij niets meer. Hij heeft vier weken in coma gelegen. Toen hij bijkwam, kon hij nauwelijks praten, bewegen, niet sporten. Ook het tekenen kan hij vergeten, waardoor de beoogde toekomst als ingenieur er voor hem niet meer in zit.
Het is dubbel: blij te zijn dat je het hebt overleefd en tegelijkertijd moeten inzien dat je leven voor altijd anders zal zijn. Op een rustige, langzame toon vertelt Dwight: “Toen ik bijkwam was alles stroef, ik had constant hoofdpijn en soms zelfs erge migraine. Doordat ik een grote wond had in mijn nek, bij mijn halsslagader, kon ik mijn tong niet goed bewegen en daarom praat ik onduidelijk. Alles gaat moeilijk.”
Dwight was een gelukkige jongen met een goed toekomstperspectief. Hij speelde voetbal, wat zijn passie was. Daarnaast wilde hij graag ingenieur worden. Hij kon goed tekenen, iets wat hij bij dit vak nodig zou hebben. Nu heeft hij moeite met praten, kan hij zijn hand en arm niet goed bewegen en heeft hij last van zijn been waardoor hij niet goed loopt. “Ik merk dat mijn studieresultaten achteruit gaan. Ik vind het vervelend dat ik nu afhankelijk ben en zal blijven van mijn moeder.”
Collega
Degene die het ongeluk op deze noodlottige dag veroorzaakte was geen onbekende van Monique van der Kust, Dwight’s moeder. Zij zegt verontwaardigd: “Ik ken deze mensen wel. Het was een collega van me, haar man heeft mijn zoon aangereden. Maar er is nooit wat mee gebeurd. Hij is namelijk politieagent. Als de politie erbij betrokken is, hoor je er niks meer van. Ik heb zelfs nooit een verklaring of uittreksel gezien. Het ergste is, de vrouw van de agent zag ik elke dag op mijn werk. Ze heeft helemaal niks meer tegen me gezegd. Terwijl mijn zoon aan het vechten was voor zijn leven.”
De artsen hadden Dwight in eerste instantie opgegeven. Doodleuk vertelden ze zijn moeder dat ze het net zo goed op kon geven. “Ze wilden de stekkers eruit trekken. Maar mooi dat dit niet ging gebeuren. Ik laat mijn zoon niet doodgaan.” Ze vervolgt emotioneel: “Ik heb gebeden tot God: ‘als het niet zijn tijd is, laat hem terug komen’. En toen kwam de dag dat hij wakker werd. Hij houdt van voetbal en Brazilië moest die dag spelen. Ik had een shirt voor hem gekocht. Ik sprak in zijn oor dat ik er was, dat hij terug moest komen en dat hij een mooie wedstrijd zou zien. Toen deed hij opeens zijn ogen open.” De ervaring voor Dwight was heel anders: “Ik hoorde wel geluiden heel ver weg. Toen dacht ik, ‘hé deze stem, dit is iemand die ik ken’.”
In het jaar na het ongeluk heeft Monique haar zoon thuis verzorgd. Dwight: “Thuis doe ik allemaal oefeningen. Ik probeer te spelen met een bal, met mijn hand te knijpen. Ik moet proberen meer kracht erin te krijgen. Maar het voelt soms slecht. Ik kan mijn hand niet goed strekken. En als er kou op komt, voel ik krampachtige pijn. Mijn vrienden proberen me wel te stimuleren om weer naar buiten te gaan en te voetballen. Zij steunen me. Ondanks alles denk ik toch altijd ‘ik ga ervoor’.”
Vereniging
Het aantal verkeersdoden is in 2009 tot ongekende hoogte gestegen. Ieder jaar een stijgende lijn en het eind lijkt nog niet in zicht. Er zullen drastische veranderingen plaats moeten vinden, wil dit cijfer stagneren. Opvallend is het aantal ongevallen met de brom. Van alle dodelijke verkeersslachtoffers bestaat ruim een derde uit bromfietsers. Ook de dochter van Ingrid Andries werd aangereden op de brom. Ze overleefde het wel, maar haar been was vanaf haar knie tot haar enkel verbrijzeld.
“Ze bracht haar zoontje naar school op de brom. Een jongeman gaf haar geen voorrang en reed haar aan. Hij was niet in het bezit van een rijbewijs. Het ongeluk zorgde ervoor dat mijn dochter jaren niet heeft kunnen werken en allerlei operaties heeft moeten ondergaan. Ik vind het wel heel bijzonder, want inmiddels gaat zij weer op de brom naar haar werk. Ze was gemotiveerd om verder te gaan als gevangenisbewaarder. Ze zei: ‘ik moet geld verdienen en ik heb vervoer nodig’.”
Het ongeluk, en met name de nasleep, was voor Ingrid aanleiding om eind vorig jaar de Vereniging Verkeersslachtoffers Suriname (VVSS) op te richten. Deze zet zich in voor verkeerslachtoffers en nabestaanden en moet een stap zijn in de richting van goede preventie en begeleiding. “ De vereniging helpt op het gebied van verzekeringen, juridisch advies, financiën en voor psychische hulp. Want hier is een sterke behoefte naar.
“De hulp die wij bieden was er voorheen op dit gebied nog niet. Want wat moet er gebeuren als iemand een ongeluk krijgt? Wij hebben binnen de vereniging een jurist. Hij bekijkt de zaken en stuurt deze door naar de procureur-generaal. Mensen moeten weten dat zij bij het rapporteren van een ongeluk altijd om een afschrift moeten vragen. Nu blijven er op het politiebureau nog veel stukken liggen. Je moet er echt achteraan gaan.
“Op politiebureau Nieuwe Haven hebben wij nu met een aantal inspecteurs gesproken en we willen ervoor zorgen dat er een samenwerking ontstaat tussen de politie en de vereniging. En dat ook zij zich meer gaan inzetten voor verkeersveiligheid door bijvoorbeeld voorlichting op scholen te geven. Een ander initiatief is de mogelijkheid om arme families financieel te ondersteunen. Wij noemen dit ‘adopteren’. Een bedrijf doneert dan geld aan iemand, zodat hij of zij een operatie of rechtszaak kan betalen. We hebben hierover al contact met bijvoorbeeld Staatsolie en proberen zoveel mogelijk bedrijven zover te krijgen mee toe doen.”
Dominee
Daarnaast is er de psychische hulp. Zelfs jaren na een ongeluk kampen familieleden of overlevenden nog met psychische problemen. Aangesloten bij de VVSS is een dominee die verongelukten opzoekt in het ziekenhuis of deze erna begeleidt.
Dat er op het gebied van verkeersveiligheid veel moet worden aangepast is duidelijk. Fietspaden, flitspalen, drempels, noem maar op. Maar buiten dat is er volgens Ingrid een belangrijker aspect: “Het kan niet vaak genoeg gezegd worden. Maar vooral de mentaliteit van de verkeersdeelnemers is helemaal fout. Ik weet niet wat het is in Suriname. Mijn advies is: doe altijd voorzichtig, ook al heb je voorrang, kijk toch uit en vooral: minder je vaart’.”
Schuldige
Een schuldige aanwijzen bij een ongeluk is een lang proces. Soms rijdt iemand gewoon door en wordt nooit meer getraceerd. Zoals in het geval van Bennito. “Ik vind het zo erg dat ik niet weet wie mijn zoon gedood heeft”, zegt zijn moeder Annemarie. “Als ik dit bij iemand zou doen, zou ik de mensen opzoeken. Zo’n kind heeft een moeder en een vader, die hebben daar recht op. Maar zo gaat het in dit land.” Ook Monique van der Kust is het niet eens met de gang van zaken na het ongeluk van haar zoon. “Dwight heeft veel medische zorg nodig. Wij hebben tot nu toe nog geen cent gezien om die kosten te dekken. Hij is totaal overgeleverd aan de zorg van zijn moeder. Hij krijgt in de toekomst ook niet zo makkelijk werk. Ik heb nooit excuses gekregen, niks! Ik ben wel boos maar ik ga het ze niet zeggen. Ik denk altijd, de Heer zal rechtvaardig zijn.”
Wettelijk heeft iemand die een ongeluk veroorzaakt vier uur de tijd om zich te melden op het politiebureau. Inspecteur Frits Tjin A Ton: “Afhankelijk van de ernst van het ongeval en het aantal agenten dat op dat moment beschikbaar is, wordt er een team gestuurd naar de plaats van het ongeluk. Hier wordt gekeken naar de feiten, de eventuele verdachten en getuigen. Vervolgens komt er een dossier.
“Bij doorrijden na een ongeluk proberen wij via omstanders te achterhalen of iemand is herkend of een nummerbord is genoteerd. Het dossier met de feiten wordt uiteindelijk afgerond en doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie (OM). Die bepaalt wat er verder mee gebeurt en of er een rechtszaak komt. Ik moet er zorg voor dragen dat alle dossiers volledig zijn en bij het OM terecht komen. Dat gebeurt ook.”
In het geval van betrokkenheid van politieagenten bij een ongeluk wordt volgens Tjin A Ton geen onderscheid gemaakt in het onderzoek. “Een agent is net zo goed een burger en moet dus op dezelfde manier berecht worden. Er wordt niet anders naar een dossier gekeken. De wet kent geen onderscheid. Als president Venetiaan door rood rijdt, zal ik hem ook aanhouden en bekeuren.”
Op dit gebied probeert de VVSS meer duidelijkheid te scheppen. Ingrid Andries wil dat alle processen-verbaal waarin een politieagent als schuldige wordt aangewezen, en waarbij er geen rechtszaak is geweest, doorlichten en dit door de procureur-generaal verder laten onderzoeken.
“Er zijn genoeg verhalen waarbij een agent verdacht is, maar waar de zaak nooit is behandeld. Wij willen dit tot op de bodem uitzoeken.”