Boekrecensie: De grootste slavenhandelaren van Amsterdam
Vader en zoon Jochem Matthijs en Coenraad Smitt waren halverwege de achttiende eeuw de grootste slavenhandelaren van Amsterdam. Door toeval, maar vooral door zeer gedegen onderzoek kunnen Ramona Negrón en Jessica den Oudsten tot in detail vertellen over de reis van een van hun schepen, ’t Gezegende Suikerriet. Ze maakten van dit verhaal een heel leesbaar en belangrijk boek.
De term ‘grootste slavenhandelaren van Amsterdam’ is overigens relatief: veruit de meeste slavenhandelaren waren Zeeuwen en vader en zoon waren Duitse Lutheranen. De bemanning van ’t Gezegende Suikerriet bestond uit zeelui die afkomstig waren uit verschillende landen. Dat weten we doordat Negrón en Den Oudsten over bijna alle bemanningsleden informatie konden vinden: Duitsers, Noren, een Deense timmerman uit Bornholm. Tijdens de reis stierf de kapitein en er waren vechtpartijen. De bemanningsleden deden bij thuiskomst hun verhaal in bijzijn van een notaris en ook de verslagen daarvan wisten de onderzoekers boven water te krijgen. Over de slaafgemaakten die zij vervoerden weten we veel minder, de schrijvers zijn de eersten om dat te betreuren. Van de meer dan driehonderd slaafgemaakten die vervoerd werden van Afrika naar Suriname is slechts van een van hen een bijnaam bekend.
De slavenhandel was tot die tijd het monopolie geweest van de West-Indische Compagnie. Vader en zoon Smitt behoorden tot de eerste particulieren die zich eraan waagden en vervoerden in dertig jaar zo’n 13.000 slaafgemaakten. Hoe ze dat deden leggen Negrón en Den Oudsten helder uit in beknopte taal. Ook voor een groot publiek (Amsterdamse scholieren bijvoorbeeld!) is alles goed te volgen. Zo vertellen ze over de driehoekshandel: uit Amsterdam werd koopwaar (cargasoen oftewel ruillading) meegenomen om slaafgemaakten te kopen in West-Afrika, vervolgens de beruchte reis naar Suriname, en dan volgeladen met suikerriet en andere handel uit ‘de West’ (meestal geproduceerd door slaafgemaakten) terug naar Amsterdam. Juist omdat Negrón en Den Oudsten zo gedetailleerd vertellen, valt op dat een hoek van de driehoek zo goed als ontbreekt: over West-Afrika lezen we slechts dat daar slaafgemaakten werden gekocht. Van wie? Hoe? Waar kwamen ze vandaan? Hadden de Smitts vaste contacten? De beschrijving van de cargasoen doet vermoeden dat de plaatselijke handelaren Afrikanen waren.
De Surinaamse hoek van de driehoek krijgt ruim aandacht. De aankomst, de verkoop en vooral de verschillende reders die vanuit Suriname de reis meefinancierden. Zo betaalde de eigenaar van plantage Schoonoord aan de Commewijne mee aan de reis van ’t Gezegende Suikerriet. Later verkocht hij zijn 1/32 deel voor 216 gulden. Deze plantage kennen we bijvoorbeeld van Stedman, waardoor we weten dat de slaafgemaakten in Schoonoord een wrede behandeling te wachten stond.
De research door Negrón en Den Oudsten kan met recht ‘monnikenwerk’ genoemd worden. De inhoud van kasten, testamenten, dagboekaantekeningen, wat niet al. Dat veel tegenwoordig digitaal ontsloten is, zal hen ongetwijfeld geholpen hebben, maar het blijft een enorme prestatie. Aan het einde van het boek schieten ze een beetje door: willen we echt nog alles weten over de kleinzoon van de Smitts en willen we nog meer details over andere schepen en handelaren? Het verhaal van vader en zoon en hun schip is op zich immers veelzeggend en vreselijk genoeg.
Het blijft raar, een verhaal waarin de eigenlijke hoofdpersonen anoniem blijven. Hun lot kleurt echter het gehele boek. Ook dat is een verdienste van Negrón en Den Oudsten.
4 STERREN
Peter Douma
De grootste slavenhandelaren van Amsterdam – Over Jochem Matthijs en Coenraad Smitt, Ramona Negrón en Jessica den Oudsten, 2022, Uitgeverij Walburg Pers, ISBN 9789462499270
Gepubliceerd in het decembernummer van de Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Klik op www.parbode.com/abonneren