De hey die Haas heet
Voor kinderen kan de Surinamer streng zijn, maar bij het zien van zijn vogeltje smelt hij. Weerloze liefde voor die ondeugende monki-monki, die rebbelende papegaai, die trouwe hond of kat. Kortom: een rubriek over mensen en hun dierbaarste huisgenoot.
Roberto hoefde er geen moment over na te denken. Toen hij het verhaal van Haas hoorde, startte hij de motor en racete van Dijkveld naar de stad om hem direct op te halen. “Haas was nog maar drie dagen oud. Ze hadden hem in een doos gestopt en toen ik hem daar zag, weerloos, nog maar een kleine zachte baby, wist ik dat ik de juiste keuze had gemaakt.”
Een vriend van Roberto was uit jagen geweest. Diep in het bos had hij het lekkerste stukje vlees gezien, een hey. Hij schoot hem neer en rende op het dier af. Het buikje bewoog op en neer. De haas was zwanger en de baby vocht voor zijn leven. De jager wachtte geen moment, hij sneed de buik open en daarbinnen vond hij het kleine lijfje. Het gezichtje en het neusje werden schoongemaakt en hij droogde het natte diertje met een trui af, waarin hij later ook warm werd gehouden. In de stad aangekomen belde de jager Roberto. “Ik ben zelf ook een jager, maar ik hou ook wel heel veel van dieren. Ze wisten dat ze mij konden bellen omdat ik samen met mijn vrouw wel vaker dieren opvang.”
Het huis van Roberto staat inderdaad vol met dieren. Vogels, kalkoenen, schildpadden, een aap. Ze lopen allemaal op zijn erf rond, maar Haas kreeg toch wel een heel speciaal plekje. “Mijn vrouw was gelijk verkocht. Ik had in de jacht wel vaker babyhazen gezien, maar voor haar was het de eerste keer. Ze liet hem overal achter haar aan in huis lopen. Hij kreeg melk uit een flesje en lag altijd rustig in haar armen. Hij sliep zelfs bij ons in de slaapkamer in een klein mandje. Hij was ons nieuwe kind en werd vanaf het begin af aan helemaal verwend.”
Haas heeft alleen nooit een echte naam gekregen. “Vanaf het begin noemden we hem Haas. Onze kleindochters hebben wel wat andere namen uitgeprobeerd, maar waarom moet hij perse een naam hebben? Ik vind Haas gewoon wel goed.”
Haas is nu ongeveer twee maanden oud. “We knuffelen en spelen met hem en hij krijgt allemaal speciaal zacht voedsel.” Papaya’s, sinaas, rijst en brood. Het is vaste kost voor hem. Maar Haas moet binnenkort wél leren knagen. “Ik moet echt op zoek gaan naar harde vruchten zoals maripa en awara zodat zijn tanden niet naar binnen gaan groeien. Dat zou anders het einde voor hem kunnen zijn omdat hij zijn voedsel niet meer naar binnen kan werken. De tanden van knaagdieren zijn nu eenmaal gemaakt om te slijten, dus hij moet nu echt gaan knagen.”
Sinds een paar weken woont Haas niet meer in huis. Hij deelt een grote kooi op het erf met twee kalkoenen en een wanaku aap. “In het begin vonden we het nog wel eng om hem in een kooi met de andere dieren te stoppen. Men zegt altijd dat je het karakter van dieren uit het binnenland nooit uit ze kan halen. Ze kunnen opeens, zonder enige reden doordraaien en agressief worden. Als mens kan je dan eigenlijk niets meer beginnen.” Toen ze Haas in de kooi deden hebben ze hem goed in de gaten gehouden. “Er zijn eigenlijk nooit problemen geweest. Alleen om het eten vechten ze waarschijnlijk wel eens. Toen ik een keer thuis kwam van werk zag ik een spoortje bloed op het oortje van Haas en er was een stukje vanaf. Ik denk dat het de kalkoenen zijn geweest, maar als ik erbij sta doen ze dat nooit.”
Ze zijn dan ook een beetje bang dat Haas niet altijd genoeg van het eten krijgt. “We kunnen het niet controleren, maar als we het vermoeden, nemen we hem mee in huis en geven hem een stuk watermeloen. Dat vindt hij pas echt genieten. De hele dag kan hij op het zachte fruit knabbelen.”
Ze gaan liefdevol om met al hun dieren, en al helemaal met Haas. “Wij geloven er heel erg in dat als je lief tegen ze bent, de dieren dat ook zullen beantwoorden.” En Haas heeft volgens Roberto ook nog nooit iets verkeerds gedaan. “Als er gasten door het huis lopen achtervolgt hij ze wel eens en probeert hij aan hun enkels te knabbelen. Maar dat doet helemaal geen pijn en eigenlijk wil hij dan alleen een beetje aandacht.” Die aandacht vindt Roberto wel heel erg belangrijk voor een dier. “Als je niet genoeg naar ze omkijkt, ze weinig aanhaalt of met ze praat, gaan ze zich afzonderen. Dan vertrouwen ze je niet meer en dan is het foute boel.”
Haas komt dus niks tekort en binnenkort krijgt hij ook nog eens een eigen nieuw super-de-luxe verblijf. “Achterop het erf ga ik een heel grote kooi bouwen met een kist als holletje, en een extra grote vijver. Hazen zijn normaal echte duikers en ze kunnen heel lang onder water blijven. Ik hoop dan ook dat ik hem diep genoeg kan maken, want water daar is Haas echt dol op!” Bovendien weten ze dan ook zeker dat Haas al zijn eten binnen krijgt.
Roberto spreekt vol lof over hun Mati. “We hadden eigenlijk verwacht dat knaagdieren veel agressiever zouden zijn, maar dit is gewoon een heel lief beestje. Het is zo leuk om hem in het hokje op en neer te zien springen als wij er aan komen, als hij omhoog probeert te klimmen op het gaas of als hij gewoon heel lief een middagslaapje aan het houden is tussen alle drukte om hem heen.”
Of Haas nog een Hazenmaatje krijgt is de vraag. “Mijn vrouw wil dolgraag een vriendje voor hem. Mij maakt het niet zoveel uit. Als ik weer wordt opgebeld met de vraag of ik nog een haas zou willen opvangen, hoef ik geen minuut na te denken. Zonder ons zou het diertje het zeker niet hebben overleefd. Maar ik ben en blijf een jager en ik vind dieren eigenlijk toch het mooist in het wild. Dus ik ga niet actief naar een partner zoeken, wat mij betreft kiezen ze in het bos gewoon het hazenpad!”
LANA LEACH