De keuken zit op slot
Om het toerisme in Suriname een boost te geven, heeft de EU medio 2005 een pand laten bouwen aan de Gravenberchstraat, het Hotel Tourism Training Centre (HTTC). Hier kunnen studenten in twee jaar een opleiding volgen tot kok of gastheer/-vrouw. Nadat het gebouw eerst tweeëneenhalf jaar leeg heeft gestaan, begonnen op 7 januari veertig enthousiaste studenten aan de opleiding. Tenminste, dat dachten ze.
De 27 koks in opleiding en 13 aankomende gastheren en -vrouwen stonden op 7 januari voor een dichte deur. Wie hier verantwoordelijk voor was, bleef onduidelijk. Feit was dat de deur gesloten bleef en de studenten en hun docenten moesten uitwijken naar de Openbare Nijverheidsschool. De weken erna kon er wel theorieles gegeven worden, maar op lesdag vijf, toen er praktijkles was, bleek dat onmogelijk, omdat de gasbommen in de keuken niet aangesloten waren. De week erna zat de keuken zelfs helemaal op slot. En weer niemand die hiervoor aanspreekbaar was.
Al sinds het HTTC gebouwd is, maken de ministeries van Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu (ATM) en van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT) ruzie over wie het pand mag beheren. In eerste instantie was met de EU afgesproken dat ATM de beheerder zou zijn en de opleidingen zou verzorgen. TCT meent echter dat het onder haar vleugels valt. Er zijn in de loop der jaren twee commissies aangesteld, waarvan één door president Venetiaan zelf, die uitkomst moesten bieden, maar ministers Richel Apinsa (TCT) en Joyce Amarello-Williams (ATM) zijn er nog steeds niet uit. En dat gaat allemaal ten koste van de enthousiaste studenten die nu alleen maar theorielessen kunnen volgen, terwijl zij duizend euro per jaar betalen voor de opleiding.
Gemotiveerd
Zoals minister Van Ravenswaay (PLOS) in augustus vorig jaar al tegen Dagblad Suriname zei: ‘Het gaat niet om wie beheerder is en wie dat gebouw mag hebben, maar dat dat gebouw ten dienste staat van de samenleving om mensen op te leiden voor de toerismesector.’ De horecabedrijven, studenten en docenten zijn uiterst gemotiveerd voor de opleiding. Tenslotte is de horeca toch het visitekaartje van een land. Een goed visitekaartje betekent dat er goed eten op tafel komt te staan, maar ook dat dat eten op een correcte manier aan die tafel gebracht wordt. En dat is waar de studenten tijdens de opleiding in getraind worden.
Hans de Jong en Marcel Wittenberg begeleiden namens ROC Midden Nederland de opleiding in Suriname. Dit doen zij samen met docenten van de Openbare Nijverheidsschool en het Waaldijkcollege. De opleiding is gebaseerd op Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) dat in Nederland al jaren draait. Hierbij werken studenten minimaal 32 uur per week bij een bedrijf en gaan daarnaast 8 uur naar school. De Jong: “Naast het opleiden van studenten, geven wij ook de docenten van de andere scholen training. Dit zodat zij over vier jaar de opleiding zelf kunnen verzorgen. Meerdere partijen hebben dus belang bij deze opleiding. Het is jammer dat het allemaal zo tegengewerkt wordt. Maar we laten ons niet zo makkelijk uit het veld slaan. Het is niet zo dat we na twee of drie tegenwindjes denken: we stoppen ermee. Ik heb er ook alle vertrouwen in dat het wel goed komt. Het had alleen allemaal al in orde moeten zijn.”
Alan Tijseling is eigenaar van restaurant Dok 204 en heeft ook een werknemer die deelneemt aan de opleiding. Hij is erg boos dat een goede opleiding, nota bene in een gebouw dat daarvoor bestemd is, ten koste gaat van twee ruziënde ministers. “Suriname geeft telkens aan ambities te hebben in het toerisme. Kijk, kleine bedrijfjes zoals Dok 204 en Spice Quest redden zich wel, die weten wel hoe ze hun mensen op moeten leiden. Maar het ene na het andere grote hotel of resort wordt uit de grond gestampt en die hebben grote moeite met vinden van goed personeel. Als je als land mee wil draaien, moet je ook randvoorwaarden stellen en daaraan werken. De ministers zijn weer eens te kinderachtig voor woorden en hebben hun brevet van onkunde gehaald hiermee. Daarnaast kun je dit gewoon niet maken tegenover donoren. De EU krabt zich volgende keer wel twee keer achter de oren voordat er weer geld gestoken wordt in Suriname.”
Shirley Defares, directrice van ATM, ondertekende in de eerste week van januari een brief met toestemming van een proefopenstelling van het HTTC op 7 januari. Dit betekende dat de opleiding op die dag van start zou kunnen gaan. Inmiddels is het gebouw dus maar voor vijftig procent opengesteld. De Jong en Wittenberg hebben al meerdere initiatieven getoond om tot een oplossing te komen. “We zoeken nu de media op omdat we er met de politiek niet uitkomen”, zegt De Jong. “Wij willen graag deze opleiding begeleiden en het pand is er uitermate geschikt voor. Het is een prachtige locatie. Binnen drie weken moeten we er echt praktijklessen kunnen geven, dat zijn we de studenten verplicht. En anders moeten we gaan zoeken naar een alternatieve locatie. Dat zou wel zonde zijn, want het HTTC is gewoon perfect.”
Volgens Defares komt alles in orde. “Het is een kwestie van de laatste afspraken op elkaar afstemmen en de overeenkomst tekenen. Zoals het er nu uitziet, gaat het HTTC over twee weken open. Maar ik kan er niet te veel over zeggen, daarvoor moet u bij de minister zelf zijn.” De minister en andere leden van ATM waren helaas te druk om te kunnen reageren.
Miscommunicatie
De heer Bettersen van TCT kan ook niet te veel vertellen. “Maar ik denk niet dat dit alles om een ruzie tussen ministers draait”, zegt hij. “Het is meer een miscommunicatie. Dingen waren niet goed afgesproken en dat heeft zijn tol geëist. De leden binnen de toeristische sector wilden eerst alles goed op een rijtje hebben en daar wordt nu aan gewerkt.”
Ingrid Nortan, directrice van de Openbare Nijverheidsschool zit dicht bij het vuur, voor wat betreft het overleg binnen de ministeries. Zij bevestigt dat het nu inderdaad alleen nog neerkomt op het ondertekenen van de overeenkomst. “Er wordt naar gestreefd het HTTC deze maand nog officieel te openen”, zegt zij. Bij het uitkomen van deze Parbode moeten de koks en gastheren en -vrouwen hun eerste praktijkles dus gehad hebben. Dit is weliswaar twee maanden te laat, maar beter laat dan nooit.
Auteur: Marieke Roeleveld