De lichtkamer
In De lichtkamer worden de belevenissen van een aantal families beschreven. De gebeurtenissen spelen zich af in Suriname en Nederland, maar voornamelijk toch op Curaçao. Hoofdpersonen zijn de zussen Ana en Bets. In het eerste hoofdstuk lezen we hoe Bets in Suriname Sensi ontmoet, met wie ze trouwt. Maar Sensi keert terug naar Suriname: ‘Op Curaçao bleef hij een Surinamer. Hij werd nooit iemand van het eiland.’
In het volgende hoofdstuk is zus Ana het hoofdpersonage. Ze belandt in Nederland in een ziekenhuis, voor de verwijdering van een tumor die op Curaçao niet was opgemerkt. Vervolgens leren we Martha kennen (dochter van Ana), haar man Isaac en dochter Lisa. Martha krijgt borstkanker, maar alweer: dit wordt niet ontdekt door De Kliniek, een radiologisch centrum op het eiland. Hier moesten we direct denken aan de wegens financiële problemen niet meer bestaande Dr. J. Taamskliniek. Deze miskleun met Martha wordt door haar aangeklaagd, een zaak die ze wint. Dan verschijnt Crisma in beeld, de huishoudelijke hulp van Ana. Haar man Monchi wordt ziek en overlijdt – opnieuw is De Kliniek in gebreke gebleven. Overigens is Crisma ook de hulp van mevrouw Van Lithoyen, het hoofd van De Kliniek. In het volgende hoofdstuk maken we (via de broer van Crisma) kort kennis met Frans Prinsen, die – u raadt het al – overlijdt, omdat De Kliniek zijn dodelijke ziekte niet herkende. Langzamerhand wordt het Ana en Bets te gortig. Ze bedenken Het Plan, samen met ‘de spin in het web’ kapster Grace en de kleinzoon van Bets, Jan, die als (beginnend) radioloog De Kliniek goed kent. ‘We hadden ons besluit genomen. Het had te lang geduurd. Ze had zoveel kansen gehad. Keer op keer was ze gewaarschuwd, maar ze trok zich nergens wat van aan. Ook legden de andere artsen haar geen strobreed in de weg. Huisartsen bleven naar haar doorverwijzen, terwijl meerdere uitspraken van het Medisch Tuchtcollege in hun vakblad waren gepubliceerd. Er was geen andere conclusie mogelijk dan dat zij de eilandbewoners verachtte.’ In het laatste hoofdstuk, ‘Finale’, wordt ons Het Plan geopenbaard.
Eigenlijk hebben we hier te maken met een thriller. Een thriller die maar niet echt spannend wil worden. Wellicht omdat de constructie schuurt. Zo’n aaneenschakeling van de introductie van de diverse familieleden maakt in dit boek een wat schoolse indruk. (Ook betrapte ik me erop dat ik regelmatig moest terugbladeren: van wie was die nou ook alweer het kind…?) Al laat de compositie te wensen over, het gegeven is zeker interessant, waardoor het gevoel je bekruipt: hier had meer in gezeten.
Op de laatste pagina komen we over de schrijfster het volgende te weten: ‘Henriette de Mezquita heeft haar hele werkzame leven doorgebracht op Curaçao. Ze heeft verschillende leidinggevende functies bekleed in het onderwijs.’ Na de dood van haar man in 1993 vestigde ze zich in Nederland, waar ze in 2012 werd opgenomen in een verzorgingshuis. In de Epiloog, geschreven door haar kinderen, lezen we dat ze haar schrijfambities altijd verborgen heeft gehouden. In de Proloog schrijft de auteur zelf: ‘Dit boek heb ik geschreven omdat ik toch iets wil nalaten. Het is mijn eerste boek en gezien mijn hoge leeftijd zal het zeer waarschijnlijk ook mijn laatste zijn.’ En dat is jammer: De Mezquita kan schrijven en heeft kennis van de Curaçaose maatschappij.
Maar wie is Henriette de Mezquita? De achterflap meldt niet veel meer dan dat ze in 1930 geboren is. De uitgever zegt desgevraagd: ‘Henriette de Mezquita is een pseudoniem voor een in Nederland wonende oude dame uit Curaçao. Echt. Ik heb aan haar zaakwaarnemer beloofd haar ware naam niet te onthullen.’ En daarmee zullen we het voorlopig moeten doen. Wellicht zit er toch nog wel een tweede boekje in, ik ben benieuwd.
De lichtkamer, Henriette de Mezquita, 2015, Uitgeverij In de Knipscheer, ISBN 978 90 6265 875 6