De onuitroeibare drugshandel
Suriname geldt voor Europa nog steeds als één van de belangrijkste doorvoerlanden voor cocaïne. De autoriteiten doen hun uiterste best om dat tegen te gaan, maar de inventieve drugsbazen blijven de speurders meestal een stapje voor, dus de smokkel gaat door. Toch hebben de intensieve controles tot gevolg dat het steeds moeilijker wordt met als gevolg dat heel veel cocaïne nooit het land uit komt. En het spul in Suriname voor een spotprijs op iedere hoek van de straat te koop is.
‘Meneer heeft nog driehonderd kilo liggen die hij momenteel het land niet uitkrijgt’, zei een kennis van mij onlangs over een niet geheel onbekende Surinamer. Hij noemde het als voorbeeld om aan te geven dat het strengere controlebeleid, met name op Schiphol, voor stagnatie zorgt in de stroom co-caïne die van hier naar daar gaat. En wat doe je met handelswaar die je niet kunt exporteren? Die probeer je af te zetten op de lokale markt.
De meeste Surinaamse cocaïneconsumenten kunnen de in Europa gangbare prijzen niet ophoesten, maar dat hoeft ook niet. Doordat de markt overspoeld wordt, kan iedereen die de juiste wegen kent voor zo’n tweeduizend euro een kilo van het witte goedje bemachtigen. In Nederland wordt er twintig keer zoveel voor neergeteld.
Eén van de gevolgen van de in Suriname ‘betaalbare’ cocaïne is dat er voor veel mensen geen drempel meer is om het te gebruiken. Minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie spreekt zelfs van een ‘gevaarlijke ontwikkeling’ en maakt zich zorgen over het aantal verkooppunten van drugs in ons land.
Maar het verklaart ook waarom er nog altijd lui zijn die de gok willen wagen om een flinke duit te verdienen door een kilootje of meer te smokkelen.
Hetzij via een ronselaar, wat al snel drieduizend euro plus een gratis ticket en dus vakantiereisje oplevert, hetzij op eigen initiatief (wat veel meer geld opbrengt). Voor iemand met een modaal Surinaams inkomen is een paar duizend euro een enorm vermogen.
De reële pakkans nemen de smokkelaars voor lief, ze zien het als risico van het vak. En word je aangehouden, dan hoef je zowel in Nederland als Suriname hooguit een jaartje te brommen. Heb je de juiste contacten op Zanderij of Schiphol, dan is de pakkans een stuk kleiner. Zeker aan de Surinaamse kant knijpen opsporingsambtenaren tegen betaling wel eens een oogje dicht (zelfs als de drugs in de tussenwanden van een SLM-toestel geplakt moeten worden). Maar ook vanuit Nederland komen hardnekkige geruchten dat de grote drugsjongens ‘hun mannetjes’ op Schiphol hebben rondlopen.
Dus het is een illusie te denken dat de smokkel volledig kan worden uitgebannen.
Men kan het de waaghalzen wel zo lastig mogelijk maken. Maar zelfs dan blijven drugsbonzen, ronselaars en smokkelaars zelf wegen zoeken en vinden om de Europese markt te voorzien. Want elke gram die niet in Suriname hoeft te worden verkocht, levert een vette extra winst op.
En dan is die niet geheel onbekende meneer, die nog driehonderd kilo op de plank heeft liggen, ook blij.