De onzin van basisgoederen
Consument wordt in de maling genomen
Iedere vrijdag staat op de achterzijde van de Ware Tijd en Times of Suriname een lijst met basisgoederen en bijbehorende prijzen. Het ministerie van Handel en Industrie heeft deze boodschappenlijst samengesteld. Maar vrijwel geen winkelier houdt zich aan de prijzen. Sterker nog: dat zijn ze ook niet verplicht. Ofwel, de consument wordt een rad voor de ogen gedraaid.
Het leek zo mooi: één van de speerpunten van de regering- Bouterse was dat de gewone man en vrouw voor weinig geld hun dagelijkse basisproducten kunnen aanschaffen. En dus werd in april 2012 een prachtige lijst gepresenteerd van goederen, variërend van bruine bonen tot maandverband, die voor schappelijke prijzen zouden worden aangeboden. Toenmalig waarnemend president Robert Ameerali en raadsadviseur Andy Rusland spraken destijds wel van een ‘moeilijke operatie’ en ‘kinderziekten’ waarmee het monitoren gepaard zou gaan. Inmiddels is het geen kinderziekte meer, maar een chronische ziekte. Immers, anno 2014 worden de opgestelde basisprijzen nog altijd door diverse supermarkten met voeten getreden. De werkgroep die ‘snel en efficiënt’ moest optreden tegen ‘overtreders’, is inmiddels in diepe slaap. In het begin brak weliswaar paniek uit onder de winkeliers, want die zagen er weinig heil in om hun waar met slechts een kleine winstmarge, of zelfs voor onder de inkoopprijs, mee te geven aan de klanten. De meesten deden dat onder protest toch, uit angst voor een reprimande van het verantwoordelijk ministerie van Handel en Industrie (HI). Veel ondernemers gaven daarbij aan ter compensatie de winstmarge op andere goederen te moeten vergroten. Het bleek allemaal een storm in een glas water. In de eerste weken kwam er nog wel eens een ambtenaar controleren, maar die had eigenlijk geen poot om op te staan. Want nergens was vastgelegd dat de winkeliers verplicht waren hun prijzen aan te passen. “Ik ben er na een paar weken dan ook mee gestopt en heb de oude prijzen weer in ere hersteld”, zegt een Chinese winkelier in Paramaribo- Noord. “Ze kunnen mij immers niets maken, ze zijn bij mij alleen in het begin een keer geweest. Daarna heb ik geen ambtenaar meer te zien.” Hij is niet de enige: een kleine steekproef van Parbode wijst uit dat vrijwel niemand zich meer aan de lijst houdt. Wat overigens niet wil zeggen dat alles duurder is, bij sommige winkels zijn bepaalde goederen zelfs goedkoper. Opvallend zijn de verschillen in prijzen die de winkels hanteren. Dit wordt het best geïllustreerd door Corcovado spijsolie. De basisprijs die de overheid heeft bedacht is 5,50 srd, maar Combémarkt duikt hier met 4,75 srd ruim onder. Bij Luo’s Supermarkt aan de Mahonylaan betaal je echter de hoofdprijs voor een fles: zeven srd. Dat is zo’n 23 procent duurder dan de basisprijs en liefst 32 procent duurder dan Combémarkt. Eén supermarkt lijkt zich wel degelijk aan de prijzen voor basisgoederen te houden: G-sale aan de Johannes Mungrastraat heeft acht van de twaalf onderzochte producten in huis, waarvan er zes precies even duur zijn als voorgeschreven op het boodschappenlijstje van het ministerie, de andere twee zijn zelfs goedkoper.
Verwarring
Van een algemene lijst van producten mag je verwachten dat tenminste een aanzienlijk deel daarvan daadwerkelijk in de schappen ligt. Daar begint het euvel echter al. Bij Choi’s aan de Tweekinderenweg zijn van de twaalf door Parbode onderzochte artikelen, er slechts drie aanwezig. Toch houdt de overheid stug vol en publiceert, als een soort automatisme, iedere week een lijst in de Ware Tijd en Times of Suriname, als onderdeel van het katern ‘De overheid’, waarin alle verworvenheden van de bazen van ons land worden opgesomd. Wat voor zin het heeft om de consument prijzen voor te schotelen die toch niet worden gehanteerd, is een raadsel. Van de top van HI krijgt Parbode daarover geen duidelijkheid, men weigert commentaar te geven. Een telefoontje naar de infolijn van het ministerie werpt een beetje licht op de zaak. De uiterst vriendelijke dame bevestigt dat “winkeliers niet verplicht zijn zich te houden aan deze prijzen”. En dat winkeliers dus ook niet worden gecontroleerd. Waarvoor publiceert u de lijst dan? Het zorgt immers voor verwarring, als de consument de krant openslaat en in de veronderstelling komt te verkeren dat dit de prijzen zijn die men dient te betalen voor goederen. “Dat snap ik en dat is ook de reden dat ik vaker het voorstel aan het Kabinet van de Vicepresident heb gedaan om een melding erbij te plaatsen dat winkeliers niet verplicht zijn zich hieraan te houden. Zij moeten wel binnen de wettelijk vastgestelde winstmarge blijven.” Wat die winstmarge is (voor de detailhandel 20 tot 25 procent, red.), kan zij echter niet aangeven. De medewerker van HI krijgt vooral elke vrijdag, op de dag dat de lijst wordt gepubliceerd, tal van telefoontjes. Maar ze is er goed op voorbereid en staat iedereen vriendelijk te woord. “Elke vrijdag is het weer hetzelfde. Ik weet dat deze vragen komen. In het begin, toen wij hieraan begonnen, hebben zo’n duizend winkels zich opgegeven voor deze actie. Bij hen zijn er posters geplaatst; deze winkels houden zich dus wel aan de gepubliceerde prijzen.” Maar ze moet toegeven dat ze nu over twee jaar geleden praat. “Dus misschien zijn de posters nu helemaal verouderd en niet eens meer zichtbaar, maar er doen landelijk wel meer dan duizend winkels mee. Als u wilt weten welke winkels dat zijn, kunt u een overzicht opvragen bij het kabinet van de VP”, stelt zij voor. “Als wij vaker klachten krijgen dat een winkel overdrijft met de prijzen dan rukken wij wel uit, maar niet bij elke individuele klacht. Mijn advies, en ook als u belt naar het kabinet zult u dat horen; boycot de winkels die hoge prijzen hanteren. Winkel niet daar.”
Thuisbezorgd
Tja, eigenlijk wordt de consument gewoon blij gemaakt met een dode mus. Het lijkt een gewoonte van deze regering, mooie plannen lanceren maar ze uiteindelijk niet nakomen. Dat begrijpen ze op het Kabinet van de President ook wel. Het zal ook de reden zijn geweest dat perschef Cliff ‘Limbo’ Limburg rond de laatste kerstdagen als een soort weldoener op beschamende wijze door stad en land trok om de armsten onder ons pakketten te geven met goederen die ze zelf niet kunnen betalen. Om vervolgens via InfoAct tot vervelens toe te vertonen hoe goed zijn baas Bouterse het toch voor heeft met zijn onderdanen. Limbo vertelde er natuurlijk niet bij dat diezelfde baas het niet voor elkaar krijgt de consumentenprijzen een beetje in toom te houden. Het mag duidelijk zijn: vergeet die overheidslijst met de basisgoederen, zorg gewoon dat u voor komende Kerst in een goed blaadje komt te staan bij Limbo, dan worden prachtige producten gratis bij u thuisbezorgd. Dat kun je van de basisgoederen niet zeggen.