De rekening van Gillmore Hoefdraad: 92 leningen in vijf jaar – Parbode Sneak Peek
Na het recente schandaal op de Centrale Bank is het nog maar de vraag óf je wel de volgende regering wil vormen. Wie straks met de scepter zwaait, neemt er namelijk ook de financiële rotzooi bij. En daar is eigenlijk maar één iemand verantwoordelijk voor, alle ontslagen bankdirecteuren ten spijt.
Tekst Zoë Deceuninck
Gillmore Hoefdraad. Huidig minister van Financiën. Voormalig governor van de Centrale Bank. Voormalig werknemer van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Specialist in buitenlandse schuldstatistieken. Doet aan e-mailschaak en spreekt naast Nederlands ook Engels en Spaans. ‘Wanneer de tijd zover is zal u zien dat ik alleen maar zware gewichten binnen zal brengen. Zwaargewichten waar geen IMF en geen Wereldbank enige vlek op zal kunnen vinden’. Met die woorden introduceerde Desiré Bouterse, toen nog geen president van Suriname, Hoefdraad ruim tien jaar geleden aan de Surinaamse samenleving. Na de beëdiging van Bouterse als president pakte Hoefdraad het vliegtuig van Beiroet (Libanon) naar Paramaribo. Sindsdien gaat het alleen maar bergafwaarts met onze economie.
Schone schijn
Hoefdraad verwarmde tussen 2010 en 2015 de directeursstoel van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Daarvoor kreeg hij een comfortabel brutosalaris van SRD 80.000. Governor Hoefdraad was nodig ‘om Suriname internationaal op de monetaire kaart te zetten’, vond Bouterse. Dus was hij ‘elk bedrag waard’. Al snel bleek waarom: zelfs in de nauwste schoenen vindt Hoefdraad ruimte om te lenen. In 2015 werd hij ‘gepromoveerd’ tot minister van Financiën. In de afgelopen vijf jaar sloot Hoefdraad talloze leningen af. Volgens het Bureau voor de Staatsschuld staan er in februari nog 92 leningen open, hiervan zijn 51 leningen afgesloten met buitenlandse instellingen (zie ‘Overzicht: leningen van Hoefdraad’, red.). Een plan om het geld – met rente – terug te betalen, heeft de minister niet. Het bracht hem de impopulaire bijnaam ‘Boefdraad’ op. Waar we in 2010 nog SRD 2,7 moesten neertellen voor 1 US-dollar, is dat begin 2020 opgelopen tot SRD 9,8. In september 2019 is de totale staatsschuld SRD 20,7 miljard. Vijf jaar geleden, bij aanvang van Hoefdraads ministerschap, bedroeg de staatsschuld nog maar SRD 6,5 miljard. Het mag duidelijk zijn: de deskundigheid van Hoefdraad is niet in het voordeel van Suriname uitgevallen.
Anno 2020 is de economische situatie zelfs voor een sterke partij als de Nationale Democratische Partij (NDP) van president Bouterse moeilijk te verbloemen. Subsidies die niet tijdig worden uitbetaald, lukrake belastinginvoering, controversiële wetgeving, monetaire financiering, stijgende winkelprijzen, dalende koopkracht, negatieve ratings, ontslagen bankdirecteuren, politieke benoemingen, een torenhoge schuldenlast, onopgeloste corruptiezaken, nadelige renteaflossingen, niet-realistische begrotingen, misplaatste zakenreisjes en als ‘kers op de taart’ het CBvS-schandaal, het startsein van de tweede crisis onder het financiënbeleid van Hoefdraad.
Vorig jaar werden banken verplicht een deel van hun buitenlandse valuta onder te brengen bij de moederbank, op voorwaarde dat de gelden onder geen enkele omstandigheid gebruikt zouden worden. Het geld stond er slechts voor de ‘schone schijn’ en moest de CBvS meer gezag geven op de internationale kapitaalmarkt. Op 30 januari maakte de Surinaamse Bankiersvereniging bekend dat er miljoenen aan kasreserve is verdwenen. Het gaat in totaal om 100 miljoen US-dollar en 97 miljoen US-dollar aan termijndeposito’s.
Aardappelen en uien
Dankzij een uitspraak van vicepresident Ashwin Adhin kwam aan het licht dat de regering het spaargeld van haar burgers heeft gebruikt. Tijdens een ‘bijna tirade’ op de laatste dag van januari zei Adhin dat er 100 miljoen US-dollar aan kasreserve is gebruikt om onder andere ‘aardappelen, uien en andere basisgoederen’ te bekostigen (de Ware Tijd, 1 februari, red.). Het verhaal ging een eigen leven leiden en werd ook door NDP-leden zelf geloofd. Zo stelde politica Sharmila Mansaram op haar Facebookpagina dat NDP-jongeren zich niet te veel moeten aantrekken van de kasreserve-discussie, want ‘de doorsnee burger kan het zich niet permitteren valuta op te potten’ maar heeft wel ‘uien en aardappelen nodig’. Steven Coutinho, sinds augustus 2019 directeur van De Surinaamsche Bank (DSB), counterde met een uitspraak waar de regering geen antwoord op heeft: ‘Kasreserve is niet voor aardappelen en uien’. Hij daagde Adhin uit om uit te leggen hoe gelden van de banken in handen van de overheid konden komen. Sindsdien hebben we van Adhin niets meer gehoord. Tot bij het ter perse gaan van deze Parbode was niet bekend wie uit de regering de opdracht heeft gegeven voor het gebruiken van de kasreserve.
De druk op de NDP, die de absolute meerderheid in het parlement heeft, werd opgevoerd. Lenen van buitenlanders is één ding, het spaargeld van je eigen volk, daar kom je niet aan. De regering heeft haar krediet overspeeld. Drie dagen na het ‘aardappelenen- uitjes’-verhaal van Adhin gebeurde het onvermijdelijke: de koers sloeg op hol. Er was geen ontkennen meer aan, besefte toen ook minister Hoefdraad. Gedurende de uitbraak van het CBvS-schandaal hield hij de lippen stijf op elkaar. Ook toen hij op 4 februari uiteindelijk in het parlement verscheen, weigerde hij inhoudelijk te antwoorden op vragen van oppositie en coalitie. Hij bevestigde alleen dat ‘de kasreserve is gebruikt voor importen, aflossingen en betalingen’. Als Hoefdraad al in het openbaar verscheen, gebruikte hij de publiciteit om zijn handen in onschuld te wassen. Hij wees steevast met een beschuldigende vinger naar voormalig CBvSgovernor Robert-Gray van Trikt als de grote boosdoener. Van Trikt was destijds al enkele dagen onderwerp van discussie omdat hij in verband werd gebracht met een ander – meer persoonlijk – corruptieschandaal bij de moederbank (zie kaderstuk: ‘De pot verwijt de ketel’, red.).
Toen daarna aan het licht kwam dat 100 miljoen USdollar aan kasreserves van de handelsbanken was gebruikt, twijfelde Hoefdraad geen moment: Van Trikt is de enige schuldige van alles. En dat terwijl Van Trikt als governor vooral bezig was het beleid van minister Hoefdraad te verdedigen. Eerst deed Van Trikt dat met monetaire financiering, later door zogenaamd onwetend te reageren op de vraag waar City Cambio haar goedkope dollars vandaan haalde. In naam van de NDP verkocht ondernemer Bishnoepersad Chotelal US-dollars tegen een goedkopere wisselkoers dan alle andere cambio’s. Op de vraag van waar Chotelal zoveel – schaarse – dollars vandaan haalde, verwees Van Trikt naar de president. Het was de start van alle tegenspoed voor Van Trikt. Een governor die niet weet hoe dollars van de Staat in de samenleving terechtkomen, verliest zijn gezicht. Die regel geldt ook voor een minister van Financiën, maar in tegenstelling tot Van Trikt wordt Hoefdraad zichtbaar beschermd door de NDP van president Bouterse. Zo werd in november 2019 de Wet op de Staatsschuld aangepast. Met dank aan de coalitie werd het onmogelijk gesteld om een minister van Financiën nog strafrechtelijk te vervolgen voor het overschrijden van het obligatieplafond. Verschillende partijen hadden Hoefdraad al voor de rechter gedaagd omdat hij veel meer geld had geleend dan de wet toestond. Met deze aanpassing werd Hoefdraad in één klap vrijgesproken van alle strafvervolging. Daarbij kreeg de minister ook de wettelijke ruimte om in de toekomst nog meer te lenen. Op 21 januari, in navolging van het CBvSschandaal, overleefde Hoefdraad ook een motie van wantrouwen in het parlement. Met dank aan diezelfde coalitieleden mag Hoefdraad zich vandaag nog steeds minister van Financiën noemen. Op dezelfde dag dat Hoefdraad van een gedwongen ontslag bespaard bleef, stuurde president Bouterse Van Trikt met oneervol ontslag. Hoefdraad beloofde het parlement een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar Van Trikt.
Op 6 februari 2020, een jaar na zijn aantreden als CBvS-governor, belandt van Trikt in het cellenhuis te Richelieu, Commewijne. Onderzoek moet uitwijzen hoelang hij daar moet blijven. Van Trikt gaat de geschiedenis in als de kortst zittende governor ooit, een positie waarvoor hij in februari 2019 zijn Nederlandse nationaliteit inruilde voor de Surinaamse. Het was uiteindelijk niet Hoefdraad, noch de regering, maar de moederbank zelf die een onderzoek startte tegen haar voormalige baas. Bij het ter perse gaan van deze Parbode was het onderzoek nog niet afgesloten.
Lees het hele artikel in het aprilnummer van Parbode