De revolutie leeft voort
Cuba viert in dit jaar de vijftigste verjaardag van de revolutie. Het land staat voor de uitdaging de leefomstandigheden te verbeteren. Er heerst nu een complexe internationale situatie, die het bereiken van dat doel bemoeilijkt.
‘De revolutie begint nu. Onze revolutie zal niet eenvoudig zijn, maar een zware en gevaarlijke onderneming worden’, zei Fidel Castro destijds in Santiago de Cuba tijdens zijn eerste toespraak, kort nadat hij met zijn strijders het bewind van dictator Fulgencio Batista omver had geworpen. Zijn woorden werden bewaarheid, vooral dankzij de zeer vijandige houding van grote buurman Amerika, waar men met angst en beven moest toezien dat het grote kwaad, het communisme gesteund door de Sovjetunie, een stevige voet aan de grond kreeg. Wereldwijde embargo’s volgden, waardoor het Caribische eiland in een isolement raakte. Inmiddels hebben de meeste landen alle beperkingen ten aanzien van Cuba opgeheven, met uitzondering van de Verenigde Staten.
Toch profiteerde de bevolking in de jaren zestig nog van de grote economische en sociale veranderingen die elkaar, volgens socialistisch model, snel opvolgden. Zo kregen kleine boeren in het kader van de landbouwhervorming stukken land, kwamen er wetten die de huurprijzen met de helft verlaagden en werd gratis onderwijs en gezondheidszorg voor iedereen ingevoerd.
Maatstaven
Deze en andere radicale veranderingen die voortkwamen uit de revolutie, lieten zien “dat het mogelijk is om een land op te bouwen op grond van sociale maatstaven”, zegt Pável Vidal, een jonge econoom aan het Centrum voor de Studie van de Cubaanse Economie (CEEC) van de Universiteit van Havana. De nieuwe leiders wisten volgens hem in relatief korte tijd de armoede te verminderen, de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg te verbeteren en betere kansen te creëren voor vrouwen.
Maar jongere generaties zijn anno 2009 niet onverdeeld gelukkig met die verdiensten. “Wat heeft het voor zin om gratis te studeren, als je daarna niet genoeg verdient om van te leven?”, zegt Manuel, een 22-jarige student. Hij klaagt ook over het slechte openbaar vervoer en het gebrek aan vrijheid om naar het buitenland te reizen. Ook Sonia Benavides, een 29-jarige toneelconsulent, heeft onvervulde dromen. “Ik zou graag een eigen huis willen, een salaris waarmee ik de kosten van het levensonderhoud kan betalen en respect voor mijn recht om het land in en uit te reizen”, zegt ze. “Maar zonder de revolutie zou de kloof tussen stad en platteland en arm en rijk veel groter zijn geweest.”
Orkanen
Precies een jaar geleden nam Raúl Castro de taken over van zijn zieke broer Fidel. De 77-jarige president zei onlangs dat de vooruitzichten voor 2009 niet rooskleurig zijn, mede onder invloed van de wereldwijde economische crisis. Bovendien kreeg Cuba vorig jaar te maken met drie orkanen die voor bijna tien miljard USdollar schade aanrichtten. Geld dat het land niet heeft.
Hoewel het bruto nationaal product (bnp) in 2008 met 4,3 procent groeide, was dat aanmerkelijk minder dan vooraf was voorspeld. De beperkte groei was een gevolg van een combinatie van klimaatfactoren, het al bijna vijf decennia durende Amerikaanse embargo en stijging van de voedsel- en brandstofprijzen op de internationale markten.
“We gaan een onzeker jaar tegemoet in de wereldeconomie, met een financiële crisis die zijn oorsprong heeft in de VS en nu wereldwijd voor grote problemen zorgt. We moeten ons erop voorbereiden dat deze crisis, waarvan de effecten al merkbaar zijn, een serieuze uitdaging wordt”, aldus Castro.
Hoe slecht het in economisch opzicht ook gaat en hoe hard de politici in Washington zich blijven opstellen, de Cubaanse leiders lijken niet van plan te zijn hun ideologieën van een halve eeuw geleden opzij te schuiven. Wel worden onder Raúl Castro heel voorzichtig hervormingen doorgevoerd, maar dat gebeurt eerder uit lijfsbehoud. Want ondanks de verworvenheden van de revolutie, ervaren veel morrende Cubanen het gebrek aan democratie als een gemis dat op den duur niet meer zal worden getolereerd.
Geraadpleegde bronnen: IPS, Reuters
Suriname en Cuba
De relatie tussen ons land en het Cuba onder de Castro’s is er een van ups and downs. Tegenwoordig zijn de verhoudingen goed en kennen we Cuba vooral als het land dat artsen naar ons land stuurt en waar sommige van onze jongeren gaan studeren. En de huidige Surinaamse regering hoopt zelfs een beetje meer van de kennis van de Cubanen te kunnen profiteren. Zo werd in maart vorig jaar in Havanna een verzoek neergelegd om de Lawa-spoorlijn, die begin vorige eeuw in opdracht van Cornelis Lely werd aangelegd, te helpen herstellen en weer nieuw leven in te blazen. |