De slepende melkoorlog (registered)
Het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zit tussen twee vuren gevangen. De Surinaamse melkboeren dringen er al jaren op aan dat er moet worden opgetreden tegen het gebruik van goedkope melkpoeder door particuliere melkproducenten zoals Michi. Er zou sprake zijn van oneerlijke concurrentie. Toen LVV eindelijk drie voor deze producent bedoelde containers met melkpoeder vasthield in de haven van Paramaribo, voelde Michi zich verongelijkt en spande een zaak aan tegen de staat.
“Het ministerie van LVV heeft ons nu lang genoeg tegengewerkt”, meent Glenn Chin a Foeng, directeur van Michi. “Eerst wilden zij al langs komen om onze melkverwerkingsinstallatie te komen controleren, maar dat is een bevoegdheid die alleen het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg heeft. Nu hebben ze de containers in de haven tegengehouden, een bevoegdheid die zij ook al niet hebben!”
Michi heeft zich volgens het ministerie van LVV en de Surinaamse melkboeren niet aan de vergunningsvoorwaarden tot het afnemen van melk van de boer gehouden. In de Melkwet zou staan dat melkproducenten in Suriname verplicht zijn rauwe melk van lokale boeren op te kopen. Volgens Chin a Foeng niets van waar: “In het betreffende artikel van de wet staat dat Surinaamse rauwe melk voor een door de overheid bepaalde prijs moeten worden opgekocht en doorverkocht. Dat wij of andere particuliere melkproducenten verplicht zijn Surinaamse melk op te kopen, is nergens in deze wet terug te vinden. We laten ons geen wetten door de strot duwen, en zeker niet door daartoe niet bevoegde instanties.”
Kwaliteit
De betreffende Melkwet is in 1959 in werking gesteld. Tot dat jaar brachten de vele boeren in en rond Paramaribo hun melk zelf naar de stad. Omdat dit de kwaliteit niet ten goede kwam, doordat de melk vaak lang onderweg was en warm werd, is de Melkcentrale Paramaribo in het leven geroepen door de Surinaamse overheid. Voortaan zou rauwe melk van de boeren eerst naar deze Melkcentrale worden gebracht, om daar vervolgens tot consumptiemelk te worden verwerkt. De boeren kregen een door de staat vastgesteld bedrag voor de melk, en de centrale moest zich aan een bovenprijs houden waarvoor zij de consumptiemelk weer mocht verkopen. Vijftig jaar later is deze wet nog steeds van kracht.
Concurrentie
De Melkcentrale Paramaribo is inmiddels echter niet meer de enige melkproducent. Het bedrijf heeft concurrentie gekregen van de particuliere verwerkers als Michi en Rudisa. Deze verwerkers maken geen gebruik van Surinaamse melk, maar van veel goedkoper geïmporteerd melkpoeder. En dat is tegen het zere been van het ministerie van LVV en de melkboeren. Zij zouden graag zien dat Michi per dag zo’n tweeduizend liter rauwe Surinaamse melk verwerkt van de dertien- tot veertienduizend liter die de boeren per dag produceren. Volgens Chin a Foeng zou het dan voor Michi onmogelijk zijn nog winst te draaien: “Daar is Surinaamse melk te duur voor.”
Op den duur zou melk uit eigen land qua prijs echter best met buitenlands melkpoeder kunnen gaan concurreren, denkt Kenneth Sukul van de Vereniging voor Surinaamse Melkboeren (VSMB). “Maar niet nu al. De melksector zal zich moeten ontwikkelen, zoiets kost tijd. Ook moet er beleid komen vanuit de overheid. Wij melkboeren worden aan ons lot over gelaten. Afgelopen maart bijvoorbeeld stond mijn weiland onder water door de regenval, daar wordt door niemand iets aan gedaan.”
Om de melksector goed te ontwikkelen zijn er volgens Sukul drie hoofdingre-
diënten nodig: grasland, koeien en genoeg inkomsten voor de boer om zich verder te kunnen ontwikkelen. “Wij hebben een aantal plannen aan de overheid aangeboden. Wij zouden graag een stuk land van het bacovenbedrijf overnemen. Deze grond is van de overheid en wordt niet gebruikt. Als we hier grasland van maken hebben onze koeien meer ruimte om te grazen en zal de melkproductie per koe stijgen. Ook hebben wij aangeboden de noodlijdende Melkcentrale Paramaribo over te nemen, zodat wij daar meer winstgevende melkproducten kunnen gaan produceren, zoals kaas en boter. Ten slotte moet de overheid de eigen markt beter beschermen door invoerrechten op melkpoeder te gaan heffen, zoals bijvoorbeeld in Europa met rijst het geval is. Maar het ministerie van LVV wil niet luisteren. Al het denkwerk is voor ze gedaan, maar we worden genegeerd. Op die manier maken ze de eigen sector kapot.”
Bokser
Maar dat is onzin volgens drs. Edmund Rozenblad, onderdirecteur Veeteelt van het ministerie van LVV: “De melkboeren zien het ministerie als de bokser met het grote hoofd: sla maar en je raakt wel. Ik ben wel blij dat de boeren inzien dat goed grasland belangrijk is voor een goede melkproductie. Dat is wel eens anders geweest. Het is echter te makkelijk om direct naar de overheid te wijzen als zij hier aan willen komen. Zolang niemand er last van heeft, mogen de boeren gras telen op het land van het bacovenbedrijf. Dat vinden ze echter niet genoeg, ze willen de grond op hun naam laten zetten. Dat kunnen we niet doen, de toekomstplannen voor het bacovenbedrijf zijn namelijk nog niet zeker.”
Voor het idee de Melkcentrale Paramaribo aan de boeren over te dragen heeft Rozenblad meer begrip, maar ook hierin vindt de onderdirecteur dat te snel naar de overheid wordt gewezen. “Waarom hebben ze daar per se de Melkcentrale voor nodig?”, vraagt hij zich af. “Kijk bijvoorbeeld eens naar de heer Steve Nuboer. Hij heeft op eigen kracht zuivelfabriek Nu-Process opgezet, dat moeten de boeren dan toch ook kunnen?” Wat betreft het beschermen van de markt door invoerheffing op melkpoeder te heffen is de onderdirecteur het met de boeren eens. “Maar melkpoeder is een grondstof. Hier kunnen we volgens verdragen met de World Trade Organisation geen invoerbelasting op heffen. We willen dat graag veranderen en zijn daar ook mee bezig, maar zoiets vergt nu eenmaal veel tijd. Zoals alles bij de overheid.”
Kwaliteit Een veelgehoord argument tegen de goedkope melkpoeder uit Europa en de VS is dat het minder gezond is dan Surinaamse melk. Voedseltechnoloog Ricky Stutgard is het hier niet mee eens: “De controle op die melkpoeder is veel beter en uitgebreider dan de controle op hier geproduceerde melk. Deze melk wordt eigenlijk niet of nauwelijks getoetst op kwaliteit. Bij de Melkcentrale wordt alle melk in een grote bak gekieperd zodat boeren er individueel geen baat bij hebben goede melk te leveren. Uit onderzoek is dan ook gebleken dat er veel te veel bacteriën in de melk zitten. Dit komt voor een groot deel door het transport. De melk staat in de zon te wachten tot het wordt opgehaald, om vervolgens te lang onderweg te zijn naar de Melkcentrale. Ook gebruiken de boeren aluminium melkbussen die niet goed worden schoongemaakt. Dit kan in het ergste geval tot aluminiumvergiftiging leiden. Het ministerie van LVV zou beter op de kwaliteit moeten controleren, maar zij zijn te onbemand om dat te doen. Bovendien is de wetgeving niet met de tijd meegegaan. De boetes zijn veel te laag, en vormen daarom geen stimulans goede melk te leveren. Omdat de Melkcentrale wel verplicht is melk af te nemen creëer je met het huidige beleid luie boeren.” |