De staalsmelterij
Oud schroot – ook wel scrap genoemd – krijgt sinds een maand een nieuw leven in de fabrieken van Steel Industry NV. Tot nu toe werd al het oude schroot geëxporteerd, maar nu kan het ook in eigen land omgesmolten worden tot staal.
Directeur Henny Boedjawan is al jaren ondernemer en heeft zelf lange tijd schroot geëxporteerd. In het buitenland werd er dan staal van gemaakt. Op een dag dacht hij, ‘waarom doen we dat zelf niet?’ “Het is eigenlijk omslachtig om ons schroot eerst naar het buitenland te brengen, daar om te laten smelten, en dan weer op te kopen.” Daarom besloot hij vanaf 2001 geen scrap meer te exporteren, maar het te bewaren.
Hij ging op zoek naar een manier om staal te smelten. Uiteindelijk kwam hij uit in India, waar hij via een kredietlijn de machines gefinancierd kreeg. Omdat er in ons land nog niet voldoende kennis is over deze bedrijfstak – het is immers de eerste in zijn soort – kwamen met de machines ook de deskundigen naar Suriname. “Het is een nieuw proces, dus wij hebben er weinig verstand van”, zegt Boedjawan. “De experts uit India leiden de werknemers op, zodat de werknemers over een paar jaar genoeg kennis hebben om de fabriek zelfstandig te kunnen draaien.”
Boedjawan heeft twee fabriekshallen laten bouwen. In de ene hal wordt het schroot gesmolten tot een halffabrikaat. Daarna wordt het naar de andere hal gebracht, waar de verwerking tot staal geschiedt. Het is nu nog voor een groot deel handwerk, al worden er wel enkele machines gebruikt. “Op den duur willen we het automatiseren.” Het bedrijf biedt werk aan zo’n 60 Surinaamse en 25 Indiase werknemers. “Uiteindelijk willen we naar 150 werknemers toe.”
Afgelopen januari is al een voorzichtige start gemaakt met het smelten. Het geproduceerde staal is op dit moment alleen bedoeld voor binnenlands gebruik. “Als we full speed gaan draaien, hebben we genoeg voor Suriname en om ook nog te exporteren. Vanaf november gaan we onze hele capaciteit gebruiken, en die is veertigduizend ton bouwstaal per jaar.” De Guyana’s ziet Boedjawan als een geschikte afzetmarkt. In die landen is ook geen staalsmelterij. Boedjawan ziet weinig concurrentie in de landen rondom Suriname. “De enige andere fabriek staat in Trinidad, maar wij zijn goedkoper dan de concurrent.”
Het bedrijf richt zich nu op het verzamelen van schroot. “We hebben al een voorraad voor de komende anderhalf jaar.” Boedjawan hoopt dat Surinaamse bedrijven die nu nog hun schroot in het buitenland verkopen, dat voortaan bij Steel Industry komen doen, zodat het bedrijf genoeg schroot uit eigen land kan halen. De bergen oud ijzer die opgestapeld achter de fabriekshal liggen, gaan met beetjes tegelijk de oven in. Aan de rand van de oven staan enkele werknemers, die het vuur op temperatuur moeten brengen. Op dit moment wordt nog niet aan alle veiligheidseisen voldaan, maar volgens een leidinggevende is volgende maand ‘alles in orde’.
Het gesmolten metaal koelt af in speciale mallen, dan is het halffabricaat af. Het onbewerkte staal wordt vervolgens opnieuw gesmolten, om het in de juiste vorm te brengen. De lange dunne staven zijn geschikt als onderdeel van gewapend beton. Ook particulieren kunnen met hun oud ijzer bij het bedrijf terecht. Mensen die bijvoorbeeld een oude machine hebben staan, kunnen die verkopen aan Steel Industry. De kwaliteit en het gewicht bepalen de prijs.