De Surinaamse internetoorlog
Het rommelt en rammelt op de Surinaamse internetmarkt. Prijzen zijn hoog, verbindingssnelheden over het algemeen laag. Ondertussen liggen verschillende internetaanbieders al jaren flink met elkaar overhoop. Vooral Telesur wordt door de anderen beschouwd als een dwarsligger met een onaanvaardbare machtspositie.
Hoewel internet steeds belangrijker wordt, heeft in Suriname nog lang niet iedereen toegang tot het wereldwijde web. Eén van de belangrijkste redenen hiervoor is dat de prijzen voor een fatsoenlijk verbinding veel te hoog liggen. Extra concurrentie voor staatsbedrijf en marktleider Telesur zou er voor kunnen zorgen dat internet niet langer een luxeproduct is. Maar de Telecommunicatie Autoriteit Suriname (TAS) laat nieuwe toetreders maar moeizaam toe. De conservatieve wetgeving is hier debet aan.
Op dit moment zijn er meerdere spelers actief. Telesur is marktleider en als enige in het bezit van een glasvezelnetwerk, dat het mogelijk maakt breedband (ADSL) aan te bieden. Andere spelers bieden hun internetdiensten aan via draadloze netwerken, ook wel Wimax genoemd. De (TAS) is als toezichthouder verantwoordelijk voor onder andere de eerlijke concurrentie en het verstrekken van licenties op de telecommarkt, dus ook internet. De TAS valt onder het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), evenals Telesur. Verschillende concurrenten van Telesur vragen zich af of dit geen gemengde belangen met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij het toekennen van licenties, zoals voor draadloos internet.
Bureaucratisch gesteggel
Eén van de bedrijven die graag zou willen toetreden tot het glasvezelnetwerk, is Digicel. De op Jamaica gevestigde mobiele telefoonprovider wil in Suriname graag breedbandinternet gaan aanbieden. Het heeft hiertoe in 2007 een aanvraag voor een Wimax-licentie neergelegd bij de TAS. Algemeen directeur Philip van Dalsen bekruipt na ruim drie jaar bureaucratisch gesteggel inmiddels het gevoel dat Digicel doelbewust wordt tegengewerkt in haar pogingen om als internetprovider toe te treden. “We hebben al verschillende bedrijfsstrategische plannen ingediend bij de TAS. Ondanks onze inspanningen heeft dat niet geresulteerd in de toekenning van een licentie. Ik vraag mij af in hoeverre de TAS onafhankelijk opereert van Telesur bij het behandelen van de aanvragen van mogelijke toetreders.”
Van Dalsen is niet alleen uit op expansie van de Digicel-dienstverlening. Hij benadrukt dat het ook voor de consument voordelig zou zijn als er meerdere providers tot het glasvezelnetwerk toetreden. “Wij hebben ons in het verleden hard gemaakt voor de liberalisatie van de telecommarkt. Simpelweg omdat concurrentie gezond is. Als bedrijven met elkaar moeten competeren, wordt de dienstverlening beter en de prijs scherper. Dat is precies wat de huidige internetmarkt nodig heeft. Maar voorlopig is daar nog geen sprake van.”
Ook Uniqa ligt regelmatig overhoop met de autoriteiten en Telesur. Evenals Digicel beperkte het bedrijf zich noodgedwongen tot het aanbieden van internet via een usb-stick. Maar is daar onlangs mee gestopt omdat de sticks zijn uitverkocht. Bij gebruikers is Uniqa overigens de minst populaire provider, omdat de verbindingssnelheid (56 kb per seconde) het internetten tot een langdradige lijdensweg maakt.
Ter vergelijking: Digicel belooft 114 kb per seconde, Parbonet 192 kb per seconde terwijl bij Telesur de snelheid sterk afhankelijk is van het soort abonnement. Bij een inbelverbinding is deze vaak zelfs minder dan 56 kb per seconde, maar bij ADSL loopt die snelheid aardig op. De maandelijkse kosten trouwens ook, dus de kassa rinkelt bij Telesur flink. ADSL, dat via de glasvezelkabel wordt aangeboden, is een melkkoe bij uitstek, geen wonder dus dat het staatsbedrijf die kabel niet wil delen met de concurrentie. Vooral vervelend voor de Surinaamse klanten, die in vergelijking met internetgebruikers elders in de wereld veel meer geld kwijt zijn.
Het steekt Uniqa-directeur Russel Bernadina dat Telesur zo halsstarrig weigert haar monopoliepositie uit handen te geven en daarin wordt gesteund door de TAS. “Ik heb geen moeite met de TAS. Ik heb moeite met de wetgeving, daar zit de bottlenek. En het ministerie van TCT is daar verantwoordelijk voor. Die moet namelijk zorgen dat de wetgeving zodanig geformuleerd is dat Telesur niet beschermd wordt. Suriname heeft in 1999 een verdrag over telecommunicatie van de Wereldhandelsorganisatie WTO getekend. Daarin belooft een land dat men de markt binnen zoveel jaar zal openen. En dat je zult luisteren naar alle internationale richtlijnen in dit verdrag. Belangrijk punt in het verdrag is: geen discriminatie. Als je de markt open gooit, moet je gelijke rechten voor alle spelers garanderen. Maar de Surinaamse wet is nooit aangepast.”
“Nu kunnen we Telesur een heleboel dingen verwijten. Maar ze waren hier altijd. Ze waren hier zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk. KPN was vroeger precies hetzelfde. Daar heb ik stage gelopen. De omschakeling van publiekrechtelijk naar privaatrechtelijk is een oefening die pas in 1989 is afgerond. Op de Antillen heb ik de privatisering geleid bij ons moederbedrijf UTS. Dat gaat niet zonder pijn. Voor Telesur is het dus ook niet zonder pijn gegaan. Je moet de overheid nu alleen hebben voor de controle van privaatrechtelijk gebeuren. Een autoriteit moet zich bezighouden met wetgeving en de controle. In Nederland heeft KPN nu concurrentie van onder andere Vodafone, dankzij de opening van de markt. Hier moet dat ook gebeuren, anders blijf je achter.”
Autonoom
Jimmy Rosheuvel, directeur van Parbonet, zegt weinig last te ondervinden van de mogelijke belangenverstrengeling tussen Telesur en de TAS. “Ik zie er niet echt een conflict in dat ze onder hetzelfde ministerie vallen. In de wet valt TAS niet onder TCT. Er staat alleen dat de directeur wordt benoemd en ontslagen door de minister van TCT. Een licentieaanvraag moet worden goedgekeurd door de president, nadat hij is bijgepraat door de minister van TCT, onder aanbeveling van de TAS. Het maakt mij niet zo veel uit of Telesur een NV is of een parastataal bedrijf. Ze werken autonoom en hebben bijna volledig lak aan wat de minister zegt. Ze opereren als een NV, hebben een raad van commissarissen. Het enige verschil zou zijn dat er bij een NV aandeelhouders betrokken zijn. Maar dan denk ik dat er nog niet veel zou veranderen.
“Dat de interpretatie van de TAS binnen de kaders van de wet vaak uitvallen in het voordeel van Telesur, zou kunnen. Ik heb daar zelf in ieder geval geen ervaring mee. Ik vind dat de TAS zich zeer onafhankelijk opstelt. Zelf heb ik ernstige conflicten gehad met Telesur, waarbij de TAS heeft bemiddeld. Ik heb toen nooit het gevoel gehad dat ze op de hand van Telesur waren. Ik vind ze zeer evenwichtig. Ze hebben een mening en die geven ze.”
Rosheuvel erkent wel dat veel van de conflicten tussen Telesur enerzijds en andere providers anderzijds, worden veroorzaakt door hiaten in de wetgeving.
“De feitelijke situatie is dat iedereen de eigenaar is van zijn eigen infrastructuur. Telesur is eigenaar van het glasvezelnetwerk en dan kun je daar wel tegen een vergoeding gebruik van willen maken, maar zo is het niet geregeld in de wet. Dat kun je dus wel willen maar dan zou de wet eerst veranderd moeten worden.
“Als providers onder invloed van de wet veel meer gaan samenwerken, bijvoorbeeld door het samenvoegen van infrastructuur, zou dat ook niet goed zijn. Dan neemt de concurrentie juist af. Telesur heeft een enorme investering gedaan in hun glasvezelnetwerk, natuurlijk zou ik tegen een marktconforme prijs toegang willen krijgen tot hun netwerk. Maar ik begrijp dat Telesur daar liever niet aan meewerkt. De TAS zou een rol kunnen spelen in de bemiddeling, maar geen dwingende.”
Eenduidiger interpretatie
“De wetgeving behoeft in de toekomst aandacht. Deze moet zodanig aangepast worden zodat de interpretatie wat eenduidiger is en de spelers zich daar ook beter in kunnen vinden. Maar ja, die wet is op één of andere manier ontstaan en ligt er nu eenmaal. Die wetgeving biedt voor zover ik weet geen mogelijkheden om over een infrastructuur die van een bepaalde provider is, zeggenschap te krijgen.
“Door de wetgeving geniet Telesur een beschermde status. Maar zij waren als eerste op de markt dus het is niet raar dat je als nieuwe provider niet direct voet aan de grond krijgt. Als jij morgen honderd miljoen hebt en je legt een glasvezelkabel aan en de TAS komt je zeggen dat je die met iedereen moet delen: hoe zou jij reageren? Providers mogen wel toetreden tot hun netwerk, maar de prijs is simpelweg te hoog. Het is voor mij goedkoper om bandbreedte via de satelliet aan te schaffen. Het zijn allemaal hele subjectieve dingen. Ieder bekijkt het vanuit zijn eigen perspectief en heeft er een mening over. Maar ik focus me in eerste instantie gewoon op het bieden van een goede dienstverlening aan mijn klanten en dat op een manier te doen waardoor je winst maakt.”
Feit blijft echter dat vooral de consumenten de dupe zijn van de onvolledige wetgeving en de schijnbaar onaantastbare monopoliepositie van Telesur. Zij betalen veel teveel voor een vaak slecht product. Ondanks herhaalde verzoeken kon van zowel de directie van Telesur als van de TAS geen reactie worden verkregen.