De Surinaamse Jaarkalender goed in kleine projecten – Parbode Sneak Peek
Het bestuur van de Surinaamse Jaarkalender zit in Nederland, zoals zoveel kleine ontwikkelingsorganisaties die iets met ons land hebben. Het is vaak uit liefde en een stil verlangen naar het land waar ze ooit woonden of werkten. Ook de bestuursleden hebben een sterke band met Suriname, die bij iedere verkochte kalender als het ware verstevigd wordt. Want dat maken ze: kalenders. Elk jaar een nieuwe, met elke maand een prachtige foto. Een populair hebbedingetje aan de muur. Toch neemt de oplage af, misschien omdat jaarkalenders tegenwoordig ook op smartphones staan. Het levert net genoeg geld op om een paar leuke dingen te doen voor het land waarvan ze houden.
Ronnie Kranenburg van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij is weliswaar de officiële contactpersoon hier, maar het meeste werk wordt gedaan door Rob Jansen, een frisse pensionado, getrouwd met een Surinaamse en al een eeuwigheid in ons land, wat niet te horen is want hij heeft het nog over ‘hiero en daaro’, en dat zeggen ze hier niet: “We werken alleen met vrijwilligers. Ikzelf reken niks hiero. Alleen als ik ver moet rijden mag ik wat benzine van ze kopen.”
Het budget is klein, rond de tienduizend euro per jaar, plus soms een extra donatie, bijvoorbeeld toen de erfgenamen van mevrouw Boekhoff een bestemming zochten voor haar nalatenschap. Zo werd lasapparatuur aan de LBO Duisburg geschonken, een school voor lager technisch onderwijs. Rob Jansen: “Ik ken die school al jaren en wist dat ze er goed gebruik van zouden maken. Ze hadden al eens een container gekregen met overtollig schoolmeubilair uit Nederland. Meneer Dompig is de directeur van deze lastige school, een soort eindpunt, want de kinderen zijn vaak van andere scholen verwijderd. Moeilijk opvoedbare jongens, sinds kort ook een paar meisjes. Ze kunnen bij Dompig nog iets leren, zoals lassen, metselen, timmeren. Zo kwam er lasapparatuur uit deze erfenis en wij van de Kalender kochten nog een metaal-afkortzaag voor ze.”
Rob Jansen speelt geregeld vliegende keeper, ook voor andere stichtingen en kleine privé donaties. “Een vriend van mij hier, een ingenieur uit België, heeft 2500 euro gegeven om een klaslokaal van de Duisburgschool te vergroten. Hij is begaan met hun lot, had net zijn huis verkocht en kon wel wat weggeven. Zo kwam ik weer terug op die school en dan zie je zo’n vijftien leerlingen met twee vijlen werken, dus dertien doen niks. Nou had ik hier nog een berg gereedschap liggen van de stichting Gered Gereedschap, daarvan hebben ze een boel meegenomen. Uit kalendergelden hebben we toen nog een houtbewerkingsmachine gerepareerd, het onderdeel bleek gelukkig bij Meindertsma te koop.”
“Door dit werk kom ik overal en als ik ergens een mogelijkheid zie, dan leg ik het per e-mail voor aan het bestuur. Ik zit hier al zo lang dat ik veel kansen zie. Heel soms komt men zelf met een aanvraag, zoals kort geleden van de school op Bersaba. Dan ga ik eerst kijken, want misschien wordt het iets anders, dan steunen we het wel, maar in een andere volgorde. Ik ga in Bersaba eerst naar het toiletgebouw en het meubilair kijken, belangrijke dingen toch?”
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode