De tevreden gebruiker
Het klopt dat Suriname eerder doorvoerhaven daneindbestemming is voor drugs. Het klopt ook dat er in sommige buurten veeloverlast is van verslaafden. Maar, toegegeven, er bestaan in Suriname ookbeschaafde burgers die wel eens een jointje willen roken. En er zijn in ditland alle mogelijke drugs voor handen die een mens misschien toch wel eens zouwillen gebruiken. Colombiaanse cocaïne en home-grown marihuana (suriwiet!) uitonze eigen binnenlanden zijn de bekendste maar niet de enig verkrijgbare geestverruimers.Parbode sprak met drie kenners en kwam tot een onthutsende conclusie: er wordtin dit land meer geslikt, gesnoven en gerookt dan men op het eerste gezicht zouzeggen.
“We hebben iets nieuws voordit weekend!” meldt Henk Cairo* vrolijk aan vriend Alfred Topawiro.* “Nou ja,niet echt nieuw, maar wel voor Suriname. Voor zo ver ik weet is ‘micro dot’hier nog nooit in het land geweest.” “Te gek”, reageert Alfred even vrolijk. “Wegaan dus aan de hallucinerende middelen, beetje jaren zestig herbeleven! Daaris een jointje wel lekker bij, even Ricardo* bellen.”
Micro dotis een variant op de bekendere, en inderdaad in de jaren ‘60 erg populaireLSD-postzegel. Een stukje vloeipapier, of in het geval van de dot een minuscuuldat is geïmpregneerd met de sterk hallucinerende drug LSD. Ricardo is dethuisbezorger die het tweetal van ondermeer Surinaamse marihuana, Nederwiet(Skunk) en Afghaanse of Marokkaanse hasj voorziet. Net zo simpel als hetbestellen van een pizza, voor wie het juiste telefoonnummer heeft.
Nettejongens
Alfred enHenk zijn al jarenlang vrienden. Twee keurige dertigers, goed opgeleid, netjesin de kleren en beiden een verantwoordelijke baan met de nodige nevenfuncties.Ze kunnen zonder bezwaar beslist maatschappelijk geslaagd genoemd worden enbeantwoorden op geen enkele wijze aan het beeld dat men over het algemeen vaneen drugsgebruiker heeft. Ze kennen elkaar al vanaf de AMS en maakten beginjaren ‘80 deel uit van een groepje pubers, dat bij elke gelegenheid die zichvoordeed stiekem jointjes zat te roken. Van lieverlee zijn ze er mee opgegroeiden nu is het gebruiken van drugs net zo normaal als het voor iemand anders isom een borrel te drinken. Ook volgens dezelfde condities: niet elke dag, inbescheiden hoeveelheden en zonder aan het verkeer deel te nemen. Wellicht dathet tweetal zich onderscheid van andere liefhebbers door de enthousiaste wijzewaarmee nog onbekende drugs worden uitgeprobeerd. “Natuurlijk is niet alleseven makkelijk te krijgen in Suriname, bijvoorbeeld paddestoelen, peyotes(cactussen met een hallucinerend effect) en nu die micro dots, daarmoet je echt naar zoeken. Dingen als wiet, hasj, XTC, cocaïne en zelfs crackzijn echter erg makkelijk te verkrijgen.
Onopvallend
Een beetjeonopvallend informeren in de kennissenkring volstaat, en anders kan bijna elketaxichauffeur of barkeeper van een redelijk populaire tent je op weg helpen”,vertelt Alfred. Parbode besluit de proef op de som te nemen en stapt bijverschillende gelegenheden in een taxi. Bij een op de drie is het inderdaadraak. Moeiteloos leggen de chauffeurs uit waar de verlangde waar kan wordenaangeschaft, en een paar zien er zelfs geen bezwaar in om even om te rijdenzodat het vanuit de taxi kan worden gekocht. Henk en Alfred kennen in hunomgeving veel mensen zoals zij; gelegenheidsgebruikers met als motto ‘workhard, play hard’. Soms een jointje om lekker te dagdromen, dan een pilletje omeen avond stevig te dansen en incidenteel een snuif cocaïne voor het beterenachtbraken. “Onze ouders waren faliekant tegen op zeg maar de vrije geestenvan de jaren ‘60, destijds door de gewone burgers ‘hippies’ genoemd. Onzegeneratie kijkt er duidelijk anders tegen aan, iedereen kende in zijn jeugd welmensen die wat gebruikten en we stonden er dus een stuk minder angstigtegenover.” Nu hoort het voor een grote groep net zo bij bewuste ontspanningals het drinken van een borrel of als alternatief voor geneesmiddelen. Eenjoint schijnt net zo goed te werken als een pijnstiller en bovendien slaap jeer een stuk beter op. Hun verhaal wordt bevestigd door Ricardo, een goedlachsetwintiger die de hele dag in een hippe outfit op een trendy scooter door destad heen toert. Aan zijn uiterlijk te zien wordt de vrije tijd vooral in desportschool doorgebracht en hij maakt een fitte en heldere indruk. “Ik lever opbestelling hasj, en binnen- en buitenlandse wiet”, zo doet hij zijn relaas.“Andere drugs daar begin ik liever niet aan, ik lever alleen wat ik zelf ooklekker vind, bovendien moet je daarvoor ook in een inkoopcircuit zitten waar ikliever buiten blijf.” Surinaamse marihuana koopt hij in via kennissen die goedeconnecties hebben inhet binnenland, en de overige zaken
worden aangeleverd via vrienden uit hetbuitenland – het meeste uit Nederland. “Het wordt allemaal opgestuurd viageschenkpakketten of meegenomen door mensen die Suriname bezoeken, het gaataltijd om kleine hoeveelheden en er wordt natuurlijk veel meer gecontroleerdwanneer je Suriname uitgaat dan wanneer je binnenkomt”, aldus Ricardo. Per dagheeft hij tussen de 20 en 25 klanten en naar eigen zeggen is dat voldoende omeen redelijk inkomen aan over te houden.Volgens Ricardo zijn er veel meerbezorgers zoals hij zelf, elk met hun eigen klantenkring. “Mensen komen via viaaan mijn nummer en laten zich dan introduceren door een reeds bestaande klant.Als ik een telefoonnummer niet ken, dan neem ik mijn cell niet op. Sms-jes metcryptische teksten over maggiblokjes (hasj) en broccoli (marihuana) gaan bijtientallen tegelijk heen en weer. Vooral vlak voor het weekend is hetspitstijd, dan worden duidelijk de weekendboodschappen in huis gehaald.”Sommige van zijn ‘collega’s’ leveren ook cocaïne en XTC. Beide zijn ruimschootsverkrijgbaar in Suriname. Volgens Ricardo komt dit door de smokkelroutes die erlopen. Suriname heeft lijnen naar Europa en naar de Verenigde Staten. Mensendie coke naar Nederland sturen, ontvangen vaak XTC retour, door hun contactenin Amerika kunnen ze dit daar weer kwijt met forse winstmarges. Nederland iswereldwijd de grootste producent van XTC en de handelaren daar importeren vaakook cocaïne. Dat deze cocaïne regelmatig via Suriname wordt vervoerd, hoeftverder geen uitleg. Suriname is weliswaar voor zowel cocaïne als XTC eendoorvoerland, maar gezien de enorme hoeveelheden en de relatief kleine marktblijft er al snel genoeg wat hangen. De internationale drugswereld werkt net zoals de normale zakenwereld, er worden netwerken opgezet en provisieregelingenafgesproken, ironisch gesproken zou je kunnen zeggen dat er echt sprake is vanjoint-ventures.
Discreetconsumeren
Natuurlijkkent Suriname maar één echt serieus drugsprobleem en dat is de doorvoer opgrote schaal van cocaïne. Het is logisch dat de prioriteit van justitie dan ookligt bij het bestrijden hier van. Daarnaast worden er regelmatig invallengedaan in panden waar men kleinschalige handel in crack en cocaïne signaleerten worden bij routinecontroles vaak hoeveelheden binnenlandse marihuana inbeslag genomen. De Alfreds, Henken en Ricardo’s uit dit artikel, zal men indeze circuits echter niet snel aantreffen. Ze vallen niet op, zijn zorgvuldigin hun contacten en bezorgen de maatschappij geen overlast. Daarnaast zijn zeslim genoeg om geen drugs in het openbaar te gebruiken. De gesprekken hebbenechter wel aangetoond dat er achter gesloten deuren veel meer gebeurt dan menop het eerste gezicht zou zeggen. Het is een duidelijke indicatie van eengeneratie die zelf wel bepaalt wat verantwoord en wat niet verantwoord is. Inwelke mate het wel of niet legaal is, is duidelijk van minder belang. Oftewelzoals Henk het zegt: “waarom mag ik wel twee flessen whisky op mijn balkonleegdrinken, en niet een klein jointje opsteken? Het tweede is een stukgezonder dan het eerste, bovendien doe ik er niemand kwaad mee. Iemand diedronken is kan tegen de buren gaan staan schreeuwen, iemand die stoned isblijft lekker rustig in zijn hangmat liggen en valt niemand lastig.”
* Denamen van de geïnterviewden zijn op verzoek veranderd in verzonnen namen.