De vergrijzing slaat toe
Je zou het niet denken als je iedere dag de gemiddelde leeftijden in de rouwadvertenties in de dagbladen leest, maar het aantal ouderen in Suriname neemt gestaag toe. Bejaardentehuizen zitten overvol, in de
nabije toekomst krijgen we problemen om de opvang en de zorg te kunnen betalen. Vanuit de overheid wordt nauwelijks ingespeeld op de aanstaande gevolgen van de vergrijzing.
In 2050 telt ons land vijf keer zoveel ouderen dan er nu zijn. Dit betekent dat rond die tijd veertig procent van de bevolking ouder is dan zestig jaar. Dat percentage is momenteel nog geen negen procent. Deze voorspelling is afkomstig van DESA, de bevolkingsafdeling van de Verenigde Naties. Volgens de organisatie behoort Suriname tot de landen in de wereld waar de vergrijzing het hardst toeslaat.
Het is opmerkelijk dat deze waarschuwende geluiden moeten worden ingefluisterd door een buitenlandse instantie. Je zou toch denken dat in Suriname zelf deskundigen genoeg zijn om deze conclusies te trekken. Dat vergt een simpel rekensommetje. Uit cijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek blijkt dat het aantal zestigplussers jaarlijks met ruim duizend toeneemt. Zo telde ons land in 2004 42.591 mensen van zestig jaar en ouder, in 2007 waren dat er al 46.210. Als je daarbij ook nog eens in ogenschouw neemt dat de gemiddelde levensverwachting is toegenomen van 70.9 (1990) tot 74.1 (2003), dan hoef je geen wiskundeknobbel te hebben om uit te rekenen dat de vergrijzing Suriname in zijn greep gaat krijgen. Toch lijken ook politici zich niet druk te maken. Terwijl dat toch de aangewezen personen zijn die ons moeten behoeden voor wat komen gaat.
Pinaren
Voor de huidige generatie ouderen is het nu al veelal pinaren. Van een AOV-uitkering van 275 srd per maand kun je nauwelijks in leven blijven. Wie geluk heeft, krijgt nog een aanvullend pensioen, maar dat is vaak ook geen vetpot. Zeker niet als je een leven lang keihard hebt gewerkt voor ooit florerende staatsbedrijven. Dan beperkt die uitkering zich tot een beschamende paar srd per maand, waarmee je hooguit een zak puntbroodjes kunt kopen.
Met de huidige achteloze houding van beleidsmakers valt te vrezen dat toekomstige ouderen nog slechter af zullen zijn. Politici beperken zich nu tot het af en toe organiseren van seniorendagen en -uitstapjes in hun partijcentra of op Colakreek. Niet omdat ze van mening zijn dat de oudjes dit verdienen, na zich een leven lang te hebben ingezet voor land en volk, maar in de hoop ze voor zich te winnen bij de volgende verkiezingen.
Een lange termijnvisie ontbreekt zoals zo vaak. Over de bouw van nieuwe bejaardentehuizen wordt niet eens nagedacht, laat staan gesproken. En hoe de enorme financiële last voor de ondersteuning en verzorging van ouderen moet worden gedragen, is iets wat volgende generaties maar moeten uitzoeken en oplossen.
De Economische Commissie voor Latijns Amerika (Eclac) vreest ook dat in ons land overheid de vergrijzing niet serieus wordt genomen. ‘Het grootste probleem is dat de Surinaamse instituties en gewoonten zijn vastgeroest om te anticiperen op problemen die gaan komen’, stelt de organisatie in een rapport. ‘Suriname moet een gericht aantal ingrijpende sociaaleconomische maatregelen rond de vergrijzing uitstippelen. De vergrijzing zal ook tot gevolg hebben dat ouderen een belangrijker deel van het electoraat vormen, waardoor de politiek meer rekening met ze moet houden’.
Opvang
Vooral de opvang van bejaarden gaat in de toekomst zeer ernstige problemen opleveren. Niet alleen omdat er meer ouderen komen, ook omdat de tijden zijn veranderd; de traditie dat kinderen en kleinkinderen (groot)ouders in huis nemen, is langzaam maar zeker aan het verdwijnen. Anita Kasanwidjojo-Pardjo, hoofd van de Dienst Bejaardenzorg, beaamt dit. “Vaak zijn de kinderen allebei aan het werk, waardoor ze de zorg voor hun bejaarde ouders niet meer aankunnen. Heel veel mensen van boven de zestig komen op een wachtlijst te staan: de capaciteit van de bejaardentehuizen is simpelweg niet genoeg. Ze kunnen niet aan de vraag voldoen.” Edwin Graves, directeur van de Stichting Bejaardenwerk Gerardus Majella verwacht vooral problemen bij de opvang van ouderen met een laag inkomen. “Bij de iets goedkopere tehuizen is inderdaad een wachtlijst, bij de duurdere valt het nog heel erg mee. Het hangt van de prijsklasse af.”
Schaamte
Graves gelooft niet dat in deze tijd kinderen hun ouders nog uit schaamtegevoel thuishouden. “Het is een mengeling van onmacht en verantwoordelijkheid en liefde naar de ouders toe. De kinderen proberen hun ouders zo lang mogelijk thuis te houden. Maar omdat de zorgintensiteit bijna elke dag groter wordt, voelen ze zich uiteindelijk toch verplicht hun ouders ergens te plaatsen waar ze die zorg krijgen waarvan ze denken dat ze die graag zouden willen hebben.”
Dhanmdath Ramnarain, directeur van bejaardentehuis Pawan Dhaam in Nickerie, ervaart die schaamte in het rijstdistrict nog wel. “Er heerst een taboe om naar een bejaardentehuis te gaan. De familieband speelt hierin een belangrijke rol. Die is zo sterk dat mensen het heel erg moeilijk vinden hun ouders in een bejaardentehuis te stoppen. In de thuissituatie kan dat voor problemen zorgen, maar mensen blijven maar verdragen en verdragen. Op den duur veroorzaakt dat zeer grote spanningen tussen ouders en kinderen.”
Schaamte of niet, feit is dat Suriname een vergrijzingsgolf staat te wachten, die de zorgsector onder nog zwaardere druk zal zetten. Hiervoor de ogen sluiten is vooral dom: de huidige jongere generaties zullen daar in de toekomst een zware tol voor moeten betalen.
Auteurs: Maarten van Krimpen en Armand Snijders