De versukkeling van de SML
De SML, Stichting Machinale Landbouw. Ooit een bloeiend rijstbedrijf. Het is niet meer wat het was. Het komt ook nooit meer terug. Maar er is weer wat beweging in het dorpje Wageningen. Hoe een overheidsbedrijf in de versukkeling raakte.
“De blanken moeten weer terugkomen, meneer!” Midden op het stoffige dorpspleintje van Wageningen in het district Nickerie word ik aangesproken door een kleine donkere man. Het is vrijdag, twee uur. Voor het café verderop wordt de eerste djogo opengetrokken. De man stelt zich voor als Iwan Holder, leider van de plaatselijke pinkstergemeente. Samen met zijn Nederlandse vrouw Helga heeft hij er een waar tempelcomplex neergezet. Op alle gebouwtjes staan nu bijbelse opdrachten geschilderd: ‘Komt tot Jezus’ en ‘Zie, de Vreze des Heren is Wijsheid en van het Kwade te Wijken is Inzicht’.
Na 33 jaar onafhankelijkheid klinkt zijn beroep op de witte Nederlander om terug te keren nogal bizar. Maar het verband is duidelijk. Wageningen – en met name de SML – is opgebouwd door Nederlanders. Dat was mij even daarvóór al uitgebreid uit de doeken gedaan door Alphons Vlijter, de beheerder van Hotel De Wereld. Het duizelde me nog van de namen: Linshof, Alberts, Gaastra, Vermeulen, Versteegh. De 75-jarige Vlijter kende ze allemaal. “Mannen uit Wageningen, Nederland”, zei hij. “Waterbouwkundigen, landbouwkundigen…”
Vlijter was al op zijn zestiende betrokken bij de SML, als manusje van alles. Later werd hij beheerder van het machinepark. Hij heeft er 45 jaar gewerkt, maar een fatsoenlijk pensioen heeft hij er niet aan overgehouden. “Sommigen hier krijgen wel 2,50 srd per maand”, had hij mij grijnzend toevertrouwd. “En als je geluk hebt 5 srd.”
Hotel De Wereld ziet eruit als een motel, een laag gebouw met kamers op de begane grond. De naam is ontleend aan het wereldberoemde hotel in het Nederlandse Wageningen waar prins Bernard in 1945 de capitulatie van de Duitsers ondertekende. In het midden van Hotel De Wereld bevindt zich een grote zaal. “Somo wilde dit gebruiken voor zijn gronduitgifteshow”, vertelt Vlijter. “Maar ik heb het geweigerd. Toen is hij uitgeweken naar Garuda.” Het plannetje van Somo leidde bijna tot een regeringscrisis. Na jaren van soebatten, schuldsanering en faillissementen van de SML had de Surinaamse regering besloten om de ongelukkige boeren en arbeiders van Wageningen te compenseren met ongeveer 30 tot 35 hectare grond. Zo zouden ze weer op bescheiden schaal met rijstbouw kunnen beginnen. Maar voorzitter Paul Somohardjo van de Pertjajah Luhur, tevens voorzitter van de Nationale Assemblee en verondersteld eigenaar van het ministerie van ROGB, zag hierin een politieke scoringskans van jewelste en liet zijn minister Michael Jong Tjien Fa opdraven met alle beschikkingen. Het feestje ging uiteindelijk niet door, maar de Surinaamse coalitie balanceerde langs de rand van de afgrond. Hoe heeft het zover kunnen komen?
Landbouw
Het plaatsje Wageningen in Nickerie ontstond eind jaren veertig. De Surinaamse en de Nederlandse regering hadden vastgesteld dat ‘er mogelijkheden zijn van gemechaniseerde landbouw in de uitgestrekte, vruchtbare en grotendeels nog onbewoonde kustvlakte van Suriname’ (uit ‘25 jaar Wageningen, een parel verrezen uit moeras en oerwoud’, 27 juli 1974).
Op 27 juli 1949 werd de Stichting voor de Ontwikkeling van Machinale Landbouw in Suriname SML opgericht. In eerste instantie werd het rijst en hoewel er nog is gezocht naar een breder assortiment landbouwproducten, is het bij rijst gebleven. Als verklaring achteraf werd gegeven dat Wageningen ook was bedoeld als exploratie en opleidingscentrum op een plek waar moderne landbouwmethoden werden ontwikkeld. In werkelijkheid was het de weerbarstige natuur die een verdere ontwikkeling in de weg lag.
“De ontginning van Wageningen was een monsterklus”, beaamt Vlijter. “Het water van de swampen stond gemiddeld anderhalve meter hoog. Er zijn oude oorlogstanks uit Nederland gekomen om daar doorheen te komen. Er is zo hard gewerkt dat we niet meer wisten wat Kerst, Pasen, Pinksteren of zondag was.”
De SML is bij de onafhankelijkheid in 1975 aan Suriname verkocht voor de prijs van één plakzegel. Schuldvrij. Ze was daarmee hetzelfde lot beschoren als Mariënburg en Bruynzeel. ‘Parastatale bedrijven’ werden ze genoemd. Ze vielen als rijpe appels in de schoot van de Surinaamse overheid, die daarmee tevens de weinig zakelijke rechtsvorm van ‘stichting’ overnam. Wat moet je daar wel niet van denken.
De schrijver van het verslag ‘25 jaar Wageningen, een parel verrezen uit moeras en oerwoud’ zag de bui vermoedelijk al hangen: ‘Blijkens de statuten is de SML opgezet als een niet-winstmakende onderneming. Zij heeft een dienende taak. Aangezien zij echter moet werken met grotendeels geleend kapitaal dat zijn rendement zal moeten opleveren, wordt de SML gedreven op strikt commerciële basis. Het spreekt dus vanzelf dat voor het behoud van bovenvermelde doelstellingen, het Wageningen-project in al zijn onderdelen streeft naar efficiency.’
Kerk
“Kijk”, zegt Iwan Holder van de plaatselijke pinkstergemeente. Hij wijst naar een laag gebouw aan de overkant van de weg. “Dat gebouw daar was het gemeenschapscentrum van die Hollanders. Café, restaurant, danszaal. Alles gebeurde daar. We hebben er een kerk van gemaakt.” Hij neemt demonstratief plaats achter de kansel en heft zijn handen hemelwaarts. Ik probeer me voor te stellen hoe de Hollandse ingenieurs uit Wageningen en Deventer zich in deze zaal vermaakten. Drank, vrouwen, Sodom en Gomorra? Wie zal het zeggen. Maar één ding is duidelijk. Wageningen werd gerund als een Hollandse plantage.
Revolutie
In de jaren zeventig beleefde Wageningen gouden tijden, toen ruim tachtig procent van de 9.600 ontgonnen hectare kon worden ingezaaid.
Onder leiding van directeur Ramsewak Shankar werd de beroemde parboiled rijst ontwikkeld. “De beste van Europa”, roept Alphons Vlijter enthousiast. Maar toen kwam de revolutie. En, zoals dat wel vaker gebeurt, de mooiste vruchten worden het eerst geplukt. In 1980 nam Badrisein Sital de scepter over. Ook Iwan Graanoogst bemoeide zich met het zaakje. Volgens de tradities van de oude politiek werd Shankar afgeserveerd en opzijgezet. “Ze hebben eerst nog geprobeerd hem beentje te lichten” herinnert Vlijter zich. “Shankar had extra koeien besteld uit Costa Rica voor zijn eigen melkveebedrijf aan de Wajamboweg. Die had hij gewoon netjes betaald. Toch beschuldigde de legerleiding hem van corruptie. Ik heb ze alle bonnen en kwitanties laten zien.” Graanoogst heeft hem later nog gecomplimenteerd voor die degelijke boekhouding. “Fons je bent een knappe vent”, had hij gezegd. “Van al die zaken wat we dachten dat Shankar gedaan had, waren er bonnen en bewijzen.” In de jaren tachtig werd in Paramaribo het inkoop- en exportbedrijf Surexco opgericht. Daarmee bleven ook de winsten in de stad. Voor de militairen was de SML een welkome melkkoe geworden, na alle tegenslagen met de Nederlandse ontwikkelingshulp en de lage wereldmarktprijzen van bauxiet. Het gevolg was dat er niet meer werd geïnvesteerd. Langzaam maar zeker begint het proces van verpaupering en daardoor ook van alles en iedereen die daarvan afhankelijk is.
Met Wageningen is het daarna nooit meer goed gekomen. Bestuur en politiek zijn na de jaren tachtig niet in staat geweest om de scherven van de revolutie aan elkaar te lijmen. Snelle beslissingen en doelgerichte investeringen hadden het bedrijf misschien nog kunnen redden. Maar dezelfde politiek herbergt teveel aasgieren die wachten tot het zaakje in staat van ontbinding verkeert. Daarbij gaat het niet zozeer om de factor productie, maar om grond. Nog één keer heeft de Surinaamse regering het geprobeerd.
Garant
In 2004 werd de Surinaamse Rijst Organisatie (SRO) opgericht, waarbij ex-medewerkers van de SML een bescheiden areaal van 24 hectare kregen toegewezen en de SRO garant stond voor de afzet. De SRO verrekent alle kosten met de kleine rijstboeren en keert hen maandelijks 50 US dollar uit. Uit modern bedrijfsmatig oogpunt had men er een NV van gemaakt. Een jaar later kwamen de eerste problemen. De opbrengst van de boeren viel tegen en de maandelijkse uitbetalingen bleven uit. De SRO begon op een sterfhuisconstructie te lijken. In 2006 pakte de Surinaamse regering de draad weer op met de ‘privatisering van de SML’. In de praktijk betekent dit gewoon ‘verkoop’ en in het geval van de SML was dat openbare verkoop, oftewel veiling.
Verloren
Als compensatie kregen de meeste boeren op 3 juni 2008, na een hoop politiek gekonkel, eindelijk hun grond-beschikkingen. Daarbij gaat het om ongeveer 30 tot 35 hectare per persoon. In de jaren vijftig en zestig werd dat door Nederlandse boeren geringschattend van de hand gewezen. Men vond zo’n areaal veel te klein. Nu, na vijftig jaar zijn de landbouwtechnieken aanzienlijk verbeterd. Toch moeten de boeren uit Wageningen genoegen nemen met een relatief klein lapje grond.
De inzaai van mei hebben ze gemist, 2008 is dus eigenlijk alweer een verloren jaar. Maar een aantal boeren, die hun beschikkingen eerder kregen, is al bezig. Voorwaarde is dat de pompgemalen weer gaan draaien. Ze moeten worden schoongemaakt. De boeren moeten dus gaan samenwerken. Maar ze hebben andere dingen aan hun hoofd.
De meeste mannen en vrouwen werken intussen voor een karig loon bij het bananenbedrijf SBBS in de Julianapolder. “Nu al zijn boeren bezig hun arealen te verkopen”, zegt Alphons Vlijter. “Om te cashen en hun schulden te betalen.”
Temidden van deze sociaal-economische tragedie in Wageningen groeit en bloeit de plaatselijke pinkstergemeente. In de kamers naast de kerk heeft de familie Holder een opvanghuis voor de jeugd van Wageningen ingericht. Kamers met stapelbedden en een gezelligheidsruimte. “Met toestemming van de ouders”, verzekert Iwan Holder. Eén tekst ontbreekt nog op de muren van zijn kerk: ‘Als de Nood het Hoogst is, is de Redding Nabij’.