De wereld wacht niet op Suriname
Het toerisme in Suriname staat nog in de kinderschoenen, hoor je de beleidsmakers vaak zeggen. Echter het ‘kind’ is met de oprichting van de Stichting Toerisme Suriname (STS) reeds een jaar of veertien oud. En van een ‘kind’ waarvan gezegd wordt dat het barstensvol potentie zit, mag je wel meer verwachten. Niets is echter minder waar. Het toerisme in Suriname heeft nog steeds geen gestructureerde vormen aangenomen en de regering schijnt zich er niet voor te willen inzetten.
Zeker, in Suriname ontbreekt het niet aan een project hier en daar om de meute toerismeontwikkeling voor te houden. Als echter om een actieve beslissing van de overheid wordt gevraagd om de werkelijke ontwikkeling in gang te zetten, zwijgt Suriname in al haar mooie talen.
De STS werd in 1996 opgericht op ini-tiatief van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) en het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). De bedoeling was dat de STS uit zou groeien tot een toerismeautoriteit, die met de Toerismewet in de hand gestructureerde ontwikkeling zou brengen in het ganse land. Die wet legt reeds jaren het pad af tussen het ministerie, de toerismesector, de Staatsraad en het parlement. Echter is er tot nu toe geen zicht op aanname van deze wet in het parlement.
Zonder deze wet willen de actoren in het toerisme niet meewerken aan het invoeren van standaarden in deze sector. Terecht, want als de één zich eraan committeert en investeert ter verbetering van het product en de dienstverlening, kan het niet zo zijn dat de ander dat niet hoeft te doen, daardoor goedkoper uit is en andere welwillende bedrijven uit de markt concurreert.
Bewustwording
Veel bedrijven willen dus meewerken, echter niet zonder een Toerismewet. Het gevolg hiervan is dat de internationale toerist niet weet wat hij of zij kan en mag verwachten in Suriname. Hotels die strooien met sterren en appartementen verrijzen als paddenstoelen uit de grond. Maar er zijn geen standaarden waar een bedrijf in de toerismesector zich aan moet houden. Een ander heet hangijzer in Suriname is bewustwording. En dat geldt voor de kleinste ondernemer tot de grootste publieke figuren. Het gaat dan niet zozeer over het vervuilen van stad en land met petflessen en andere troep, hetgeen ook absoluut verwerpelijk is, maar vooral over dienstverlening. Een ondernemer die in de horeca zit, maar die weigert goed personeel aan te nemen omdat het hem te veel kost, verdient een even grote vingerwijzing als iemand die de zoveelste petfles op straat gooit. Goed geschoold personeel is het visitekaartje van een onderneming. Het is echter het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM) die dan weer weigert in te zien hoe belangrijk een minimumloon is voor de ontwikkeling van willekeurige sectoren in Suriname. Een ondernemer die verplicht is zijn werknemer goed te betalen, kiest beter geschoold en professioneel personeel. Dit heeft tot gevolg dat personeel dat geïnteresseerd is in een baan in het toerisme, zich laat scholen omdat het in financieel opzicht de moeite loont.
Bewustwording gaat dus veel verder dan alleen maar ‘gooi geen prullen op straat en wees vriendelijk’. Ook de ondernemers in het binnenland moeten gaan beseffen hoe belangrijk toerisme is. Begeleiding bij eenvoudige prijsberekeningen, het opstellen van een goede boekhouding, verbetering van de dienstverlening: het zijn allemaal onderwerpen die niet vanzelfsprekend goed gaan.
De lodges in het Boven-Surinamegebied hebben zich inmiddels wel gebundeld ten einde deze zaken te realiseren, maar niemand denkt eraan zich te specialiseren in een bepaald component binnen het toerisme. Ieder dorp heeft een accommodatie, een boot, een gids, een keuken en wat aanverwante dienstverlening. Dit maakt dat het marktaandeel per bestemming minder wordt en het product geen diepgang krijgt. Pas als dorpen zich clusteren en complementair zijn aan elkaar (bijvoorbeeld een dorp doet aan het borduren van pangi’s, een ander dorp biedt een gevarieerde keuken terwijl weer een ander zorgt voor boottransport) treedt verdieping in het product op en kunnen dorpen een volledig marktaandeel behouden, omdat de toerist met al deze componenten moet kennismaken om de beleving te completeren.
De gebundelde lodgehouders willen veel meer doen en meer investeren, maar ze geven aan dat ze niet aan financiën kunnen komen omdat de commerciële banken hun grond niet erkent als onderpand voor een lening. Immers, de mensen in het binnenland hebben geen titel op hun grond. Zelfs voor dit slepende vraagstuk is nog geen oplossing. Ook ontbreekt een toerismefonds waaruit deze mensen structureel kunnen putten om hun product te verbeteren. De beleidsmakers zijn evenzozeer verantwoordelijk voor het scheppen van goede condities om bewustwording ingang te doen vinden, door het creëren van de juiste omstandigheden om investeringen in de toerismesector de moeite waard te maken.
Onderscheiden
Naast de Toerismewet en bewustwording is het ook belangrijk om te bepalen welk product Suriname precies wil/kan ontwikkelen en welke markt daarvoor te vinden is. We weten dat we een mooie natuur hebben, we hebben een rijke historie en we hebben een fabelachtige variëteit aan culturen. De vraag is met welke van deze producten wij ons willen gaan onderscheiden van onze concurrenten in de wereld. Als we dit eenmaal hebben uitgezocht, dan zal dit als een rode draad moeten lopen door al onze toerismeproducten en diensten.
Voorbeeld: als wij kiezen om ons te concentreren op onze cultuur, dan moet je dit in zoveel mogelijk facetten in de sector laten terugkomen. Onze hotelkamers, trips naar het binnenland, binnenlandse lodges, restaurants en onze marketingcampagnes kunnen dan allemaal een vast stramien volgen. Suriname krijgt hierdoor internationaal één herkenbaar gezicht. Hebben wij dan eenmaal een duidelijk productstramien gekozen, dan kunnen wij ons storten op de internationale marketing.
SSTCBP
In Suriname gebeurt dat nu totaal niet. We weten nog niet welk product we precies willen laten zien aan de internationale toerist. Bovendien voldoet ons product dus niet aan uniforme internationale standaarden. Toch wordt er nu een Suriname Sustainable Tourism Capacity Building Project (SSTCBP) uitgevoerd. Met als één van de belangrijkste componenten e-marketing. Het idee alleen al is een lachertje. We gaan Suriname internationaal agressief promoten, maar we zijn er nog niet over uit wat we onder de aandacht willen brengen. Zo’n agressieve marketingcampagne heeft pas kans van slagen als alles binnenshuis in orde is. Als wij zaken mooier gaan voorstellen dan ze werkelijk zijn en ons toerismeproduct nog niet voldoet aan minimale standaarden, scheppen wij een doemscenario dat ons veel meer slecht dan goed zou kunnen doen.
Visum
Opmerkelijk is dat de minister van TCT en de leiding bij STS zeer regelmatig op reis zijn voor toerisme gerelateerde conferenties, waarbij het accent vaak genoeg wordt gelegd op het verwijderen van barrières bij de ontwikkeling van toerisme. Maar bij geen van de betrokkenen komt het idee op om een sectorbrede dialoog op te starten over het afschaffen van de visumplicht. Verwerpelijker is ook nog dat functionarissen van het ministerie van Buitenlandse Zaken met gladgestreken gezichten beweren dat Suriname één van de makkelijkste visumprocedures heeft. Ondertussen geven Amerikanen aan Suriname niet te willen bezoeken vanwege het feit dat ze hun paspoort moeten opsturen naar Miami voor een visum. Ook loopt de toerismesector maandelijks tienduizenden euro’s mis doordat reizigers uit Frans-Guyana op het laatste moment hun trip naar Suriname moeten afblazen omdat het consulaat in Cayenne ze weigert bijtijds een visum te verstrekken.
Grootste bezwaar van toeristen is en blijft het torenhoge tarief voor tickets vanuit Nederland naar Suriname. In het hoogseizoen moeten bedragen van twaalfhonderd euro en meer worden neergelegd. Terwijl concurrerende bestemmingen in de regio voor zeshonderd euro een volledig verzorgde reis van een week aanbieden. We kunnen alleen maar hopen dat wij in Suriname ooit gaan realiseren dat de wereld andere en mooiere alternatieven te bieden heeft. Tot die tijd blijft het toerisme de zoveelste sector die ons land enorme potentie biedt, maar waar uiteindelijk niets of weinig wordt uitgehaald. De wereld wacht immers niet op ons!