Deurwaarder: een onbegrepen beroep – Parbode Sneak Peek
Deurwaarders krijgen bij het uitvoeren van hun werk vaak bedreigingen naar hun hoofd geslingerd. Toch laten zij zich niet uit het veld slaan. Wet is wet, maar Gina Halfhuid, voorzitter van de vereniging van Deurwaarders, zegt: “We vergeten nooit dat we met mensen te maken hebben.” Schuldenaren denken daar vaak anders over. ‘Je gaat dood onder water’, zei een schuldenaar tegen een cliënt, toen een deurwaarder beslag legde op zijn goederen.
De zon begint op te komen als we op pad gaan met deurwaarder Jerry Febis. Hij moet een woning te Hannaslust ontruimen. We begeven ons eerst naar het politiebureau aldaar voor melding en ondersteuning door politieambtenaren. De dagcommandant blijft achter zijn bureau zitten en bekijkt het vonnis. Febis wacht op groen licht of er voldoende agenten ter beschikking gesteld kunnen worden. “Ze zijn onderbezet”, vertelt Febis berustend als hij terugkeert. We stappen in zijn auto en hobbelen even later over een zandweg vol kuilen. Bij een redelijk goed uitziende flatwoning stoppen we. Er is geen schutting, het erf is vrij te betreden. De persoon die we nodig hebben, blijkt niet thuis, hoewel de radio luid aanstaat. Tot vervelens toe klopt Febis op de deuren en ramen. Als hij na een paar minuten geen gehoor krijgt, geeft hij het op. De wet voorziet erin dat hij zonder aanwezigheid van de persoon het huis mag betreden en ontruimen. Dat moet wel in bijzijn van de politie. Eventueel meegekomen politieambtenaren hadden in dit geval als getuige aanwezig kunnen zijn ter voorkoming van beschuldiging van diefstal. Nu de politiepost onderbezet is, moet Febis een andere dag terugkomen. Hij vraagt bij de buren of ze hun buurvrouw hebben gezien. Febis even later: “Niemand bemoeit zich met die mevrouw. Ze heeft ruzie met de buren, ze hebben haar telefoonnummer niet. De goederen op straat onbewaakt achterlaten zou kunnen leiden tot diefstal.” Om aan te tonen dat het om een serieuze zaak gaat, spijkert hij wel toegangsdeuren aan de voorkant en zijkant dicht met planken.
Machogedrag
Het deurwaardersberoep valt onder het Hof van Justitie, het hoogste rechterlijke instituut in ons land. Ontruiming van een persoon uit een woning gebeurt niet van de ene op de andere dag. Eerst is er een rechterlijk vonnis nodig. Daarna krijgen de betrokkenen een termijn voor het vrijmaken van de woning. Gebeurt dit niet, dan heeft de deurwaarder na de verstreken termijn de bevoegdheid om de persoon te ontruimen. Louise Tran van Can–Doesburg (69), al zeventien jaar deurwaarder, spreekt van machogedrag. “Ik praat altijd vóór de betekening van het vonnis met de mensen en zeg ze: u weet niet wat voor schade u uzelf en uw kinderen aandoet. Ik heb een geval meegemaakt waarbij die mevrouw brutaal was. Die dame moest het huis verlaten en dat deed ze niet. Op de dag van de ontruiming raakte haar zoontje in trance, het was dus traumatisch voor het kind”, vertelt de functionaris.
In artikel 1207 van het Surinaams Burgerlijk Wetboek is opgenomen dat de deurwaarder de bevoegdheid heeft om te ontruimen zonder een rechterlijk vonnis. Maar dat kan alleen als een pand op de veiling verkocht wordt. Een deurwaarder behandelt voornamelijk civiele zaken en heeft als hoofdtaak vonnissen, beslissingen en beschikkingen van de rechter uit te voeren. Met deze bevoegdheid kan de deurwaarder vonnissen uitvoeren door fysieke ontruiming, beslaglegging en verkoop van goederen op veilingen. Het Korps Politie Suriname valt onder hetzelfde rechterlijke instituut als de deurwaarder en ondersteunt deze ook bij het uitvoeren van zijn taken. Bij ontruimingen en beslagleggingen zijn de politieambtenaren aanwezig ter voorkoming van escalatie. De deurwaarder mag beslag leggen op de roerende en onroerende goederen van een debiteur. Op kleren of sieraden van de debiteur mag geen beslag gelegd worden.
Tact en respect
Jerry Febis (53) werkt al zestien jaar als deurwaarder. Hij benadrukt dat hij zijn vak als een eerbiedwaardig beroep ziet. Febis blikt terug op zijn eerste ontruiming, toen hij nog een jonge kerel was. Na een paar seconden stilte, vertelt hij, niet gedetailleerd, over deze ontruiming die plaatsvond aan de Hirasinghstraat te Zorg en Hoop. “Mijn eerste ontruiming. Zaterdag! Dat was niet gemakkelijk. De hele straat kwam erbij en Apintie was aanwezig.” Meer wil Febis er niet over kwijt. Hij is weleens bedreigd, maar verwensingen laten hem koud. Hij zegt dat hij rechtmatig bezig is en eerlijk te werk gaat. “De persoon is een schuldenaar, maar blijft mens. Ik heb een geval meegemaakt waarbij de persoon ontruimd moest worden zei: ‘Dan ga ik als een lijk hier weg’. Ik was toen een beetje jong, ik zei, ‘Geen probleem, dan komt er een lijkwagen, u kunt dan gaan liggen’. Dit werd een hele commotie. Ik heb toen geleerd dat de mensen met tact en respect behandeld moeten worden.” Deze eigenschappen beschouwt hij als de belangrijkste in zijn werk.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode