Diaspora als echte redder van Suriname? – Parbode Sneak Peek

Sinds Chandrikapersad Santokhi president is van Suriname, zijn de banden met Nederland weer aangehaald. Met een economie in vrije val en een groeiende ontevredenheid onder de bevolking, steunt Santokhi voornamelijk op de diaspora voor de heropbouw van Suriname. Daar ligt niet alleen veel geld, maar ook kennis en kunde voor het oprapen. De diaspora zelf is bereid een bijdrage te leveren, maar wie met geld komt, komt ook met voorwaarden.

Tekst Zoë Deceuninck

125 dagen na zijn inauguratie werd het Diaspora Instituut Suriname (DIS) geïnstalleerd door president Santokhi. Met een kantoor in renovatie, een website in werking, een commissie in actie en een fonds in aantocht, had het diasporabeleid eind vorig jaar een vliegende start. Met de installatie van het DIS op 18 november 2020 was volgens Santokhi ook meteen een verkiezingsbelofte ingevuld. Maar zover zijn we nog niet. Voordat het diasporabeleid ook werkelijk kan worden uitgevoerd, moet er eerst nog heel wat gebeuren.

Snel geld

Volgens studies komt er dagelijks ongeveer 615.000 euro vanuit Nederland naar Suriname in de vorm van geld, goederen en diensten. De waarde van de formele remittances – de officiële overdrachten – wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek geschat op zo’n 160 miljoen US-dollar per jaar. ‘Onder begeleiding van de overheden in Suriname en Nederland kan dit bedrag minimaal verdrievoudigd worden, naar ongeveer 500 miljoen euro per jaar’. Dat staat in het adviesrapport dat de Presidentiële Commissie Diasporakapitaal en Diasporabank – kortweg ‘Diasporacommissie’ – in januari 2021 aan Santokhi overhandigde.

Dat is geld dat de regering goed kan gebruiken. Samen met de brandstof- en winkelprijzen stijgt namelijk ook de onrust – en ontevredenheid – onder de bevolking. Maar zonder inkomsten kan de regering de koers niet stabiliseren, en dus is er snel geld nodig. Hoe groot die haast is, werd pijnlijk duidelijk met de oprichting van New Surfin NV. Deze ‘staatsonderneming’ werd in januari 2021 ‘snelsnel’ via achterkamertjes geregeld, met als gevolg dat de stichting al even snel ontbonden moest worden. De VHP van Santokhi had de andere drie coalitiepartijen niet betrokken bij de plannen, en sloeg daarmee een politieke blunder: voor de oprichting van een staatsonderneming is eerst goedkeuring van het parlement nodig.

De (te) snelle oprichting van New Surfin kwam er omdat Suriname ‘een behoorlijke hoeveelheid’ kapitaal kon aantrekken. ‘Snel handelen was geboden om te voorkomen dat de potentiële investeerders zich zouden terugtrekken’, zei Viren Ajodhia tijdens een paneldiscussie over anticorruptie in februari. Ajodhia, naast energiedeskundige ook jurist, had een maand eerder de nv opgericht namens de staat Suriname. Het is niet bekend wie de potentiële investeerder was, om hoeveel geld het ging en als de investeerder het geduld zal opbrengen om te wachten op de oprichting van Suriname Investment Enterprise NV (SIE), de opvolger van New Surfin. De ontwerpwet die SIE moet rechtvaardigen, is al naar het parlement gestuurd. Zodra deze wet is goedgekeurd, is de regering in staat vanuit alle hoeken van de wereld ‘freshcapital’ – geld afkomstig van nieuwe financieringsbronnen – in deze nv onder te brengen. Met deze ‘inkomsten’ (lees: leningen) kan de regering dan beleid voeren.

Lees dit artikel verder in de mei-editie van Parbode, ook digitaal verkrijgbaar

0

Gedeeld