Die dingen toch!
Rappa ontleedt op zijn typisch eigen(wijze) manier
bekende en minder bekende woorden
Zoals elke taal zit ook het Surinaams(-Nederlands) vol met ‘dingen’, zols het Engels met ‘things’ en het Sranan Tongo met ‘sani’. Maar soms ‘dingesen’ sprekers uit gemakzucht er maar op los. ‘Anne heeft haar ding niet gedingest, waardoor Raoul zijn ding niet met dat ding van Irene heeft kunnen dingesen. Dit heeft één ding binnen onze Stichting veroorzaakt. Iedereen vond dat ding storend en Dingetje, je weet toch, die ene die zo van dat ding houdt, vond dat hij z’n ding niet meer kon doen. Dit ding gaat dingen veroorzaken, wat ik je zeg! Dit zijn echt van die vervelende dinges.’ Natuurlijk begrijpen de desbetreffende gesprekspartners haarscherp wat er bedoeld wordt, alleen buitenstaanders snappen er geen hol van. Maar soms veroorzaakt ‘dat ding’ ook bij insiders toch verwarring: ‘Meisje, dat ding gebeurde zo heftig; als je zag hoe hij z’n ding deed!’ ‘Herbert van me vindt dat ding zo niet lekker.’ ‘Maar als Jules dat met me doet, word ik helemaal gek van dat ding.’ ‘Doet hij dat ding echt met je? Mijn Herman vindt het onsmakelijk.’ ‘Wacht even, ik bedoelde niet dát ding, maar dat díng, dat is juist lekker.’ En jongeren onderling dingesen er ook flink op los, bijvoorbeeld: ‘Weet je, ik zag een van die grote jongens ‘vieze dingen’ met Chitra achter de school doen en ze genoot flink van dat ding.’ ‘D’r dingetje jeukt haar flink, zo te zien. Als d’r vader dit ding hoort, boi.” Een andere leukigheid in het Surinaams(-Nederlands) zijn een paar woorden die met ‘oksel’ beginnen. Neem nou ‘okselmouw’, dat is een kledingstuk zonder mouwen, dus de oksels zijn zichtbaar. Een okselmouwtrui is dus een trui zonder mouw; die zijn bij gym verboden, want anders komen bij vooral bij de jongens allerlei donkere bosschages met bijbehorende geuren tevoorschijn. Dan heb je die okselmouwborstrok, zo’n wit katoenen ‘onderhemd’ dat je onder je hemd draagt; een must in de tropen, anders wordt je ‘bovenhemd’ al gauw klef van de transpiratie. Maar wat zou dan een ‘okselmouwbroek’ zijn? Zo’n kort jeans-niemendalletje dat vooral meisjes dragen, waarbij hun hele ‘eten’ er bijkans uitpuilt? Of kan je daarmee een ‘djokkie’, een jongensonderbroek, bedoelen? Tijdens een schooluitstapje was Harold z’n zwembroek vergeten, dus dook hij met z’n gekleurde, wat slappe djokkie het koude Colakreekwater in. Whoeps, djokkie eraf. Harold stapt onwetend uit het water: soso Baltus von Zwiengelo. Begrijpt u dat ding?