Die ene mooie muskiet…
Dengue, ook wel knokkelkoorts genoemd, heeft alles te maken met de manier waarop we omgaan met ons milieu. We slaan collectief adviezen in de wind en laten potentiële broedplaatsen op het erf en op straat achteloos intact. Ieder jaar leidt dat weer tot enkele doden en honderden ziekenhuisopnames van mensen die besmet zijn geraakt met het virus.
Het begon met een kleine botsing met de auto tegen een van die roodwitte paaltjes langs de weg. Die had ik gewoon niet gezien. Het ongelukje schreef ik toe aan vermoeidheid na een wilde avond ervoor. Gezellig stappen en een paar borrels te veel. Mijn hoofd voelde loodzwaar en bij elke beweging leek het of daarin een hamer heen en weer werd geslingerd. Om nog meer ongelukken te voorkomen besloot ik naar huis te gaan.
Ik nam een douche en ging naakt op bed liggen. Ik dacht aan de avond ervoor, kreeg kippenvel en nog meer hoofdpijn. Dat heb ik drie dagen lang volgehouden. De derde middag werd het dus hoog tijd om een bezoekje te brengen aan de huisarts. Bij de hoofdpijn hadden zich gewrichtspijnen, koorts en pijnlijke oogbollen gevoegd. Alleen de rode vlekjes waarnaar de dokter op zoek was, had ik niet. Het was intussen te laat om bloed te gaan prikken. De volgende dag, in alle vroegte bij het lab, is het raak. Ik heb dengue.
Epidemie
Dengue is een van de meest voorkomende ziektes ter wereld, die door muskieten wordt overgedragen. Jaarlijks sterven er wereldwijd tussen de tien en twintigduizend mensen aan deze ziekte. De laatste dengue-epidemie in Suriname was in 2005, met honderden slachtoffers, waaronder twaalf doden. In 2008 zijn in Suriname ruim veertig denguegevallen bevestigd en werd in ieder geval één vermoedelijk dodelijk slachtoffer geteld. In 2007 waren er twee gevallen met dodelijke afloop.
Het is echter niet duidelijk of deze cijfers betrouwbaar zijn. De surveillanceteams in ziekenhuizen komen mensen tekort en functioneren niet optimaal. Alle gehospitaliseerde gevallen van dengue moeten aan het BOG worden gerapporteerd. Het kan echter voorkomen dat bij verlof of ziekte van een surveillant er meldingen van dengue doorheen slippen. Verder hangt het doorspelen van gevallen van dengue en andere ziekten af van de behandelende huisartsen, die ook deel uitmaken van het surveillanceteam.
Niet alle patiënten die op de poli verschijnen met symptomen van dengue worden getest, waardoor niet alle gevallen worden bevestigd. Het gevolg is dat deze gevallen buiten de BOG-statistieken blijven. Naar alle waarschijnlijkheid bestaat er dus een vertekend beeld van het aantal dengue gevallen in Suriname. Volgens het BOG is er geen toename van dengue. Mocht dat wel het geval zijn, dan wordt het tot dusver niet alarmerend geacht.
Campagne
Na de dengue-epidemie in 2005 is door de Pan American Health Organization (Paho) een denguecampagne opgezet. We kennen intussen allemaal de spotjes van Jörgen Raymann, die dagelijks op televisie verschijnen. Na drie jaar lang de spotjes te hebben gezien en aangehoord, kun je wel spreken van overkill. En helaas is het effect zeer mager. We staan er niet meer bij stil wat de boodschap van de spotjes nu eigenlijk is. Het wordt dus tijd dat de campagne wordt geëvalueerd.
Niemand weet of de Surinaamse bevolking bewuster is geworden over het leven met de aedes-muskiet, die trouwens ook de overbrenger is van gele koorts. Zelfs de minister van Volksgezondheid, Celsius Waterberg, weet het niet. Met een aarzelende oproep probeert hij het volk bij de les te houden: “Eeuh…ik hoop dat het volk nog steeds gehoor geeft aan de boodschap van de denguespotjes op tv. Er is veel werk te doen en zaken lopen niet zo vlot als ik zou wensen vanwege een tekort aan human resources. De problemen rond de denguebestrijding liggen aan de minister. Misschien heb ik niet hard genoeg getrokken aan het touw maar ik ben wel voornemens om de draad op te pakken”, zo zei Waterberg onlangs.
Bestrijding
Als we om ons heen kijken zien we dat Surinamers totaal geen boodschap hebben aan de oproep om de broedplaatsen voor de verantwoordelijke muskiet weg te halen. Slecht nieuws dus voor de minister. Het algemene beeld toont nog steeds leegstaande percelen die als vuilstortplaats worden gebruikt, open rioleringen, vuil langs de straten van Paramaribo dat niet op tijd wordt opgehaald en bekertjes en bakjes die zonder enig verantwoordelijkheidsbesef uit rijdende bussen en auto’s worden gegooid.
De denguemuskiet broedt in stilstaand water dat zich vormt in ‘reservoirs’, zoals oude autobanden, blikken, vaten, bloemvazen en dergelijke voorwerpen, die allemaal worden aangetroffen in de huiselijke omgeving. Het beestje beweegt zich snel en voedt zich met kleine hoeveelheden, maar doet dat wel vaak.
De Milieu Hygiënische Dienst (MHD) houdt zich dagelijks bezig met milieugerelateerde aspecten, dus ook met denguebestrijding. In samenwerking met de MHD en de afdeling Epidemiologie van het BOG worden inspecties uitgevoerd in wijken en buurten waar meer dan vier of vijf gehospitaliseerde gevallen van dengue zijn gerapporteerd. De mensen in die buurt worden voorgelicht over het gevaar van dengue en het belang van het schoonhouden van de omgeving.
Identificeren
Medewerkers van de MHD zijn getraind om de larven te kunnen identificeren. Ieder watervergaarobject is een potentiële broedplaats van de Aedes muskiet. Het internationaal gehanteerde indexcijfer om alarm te slaan is 11 ( = het aantal broedplaatsen gedeeld door het aantal geïnspecteerde erven maal 100 procent). Indien noodzakelijk en voorzover de insecticiden niet zijn ontvreemd, wordt er gespoten met Malathion of Fenetrothion. Voor drinkwater wordt Abate gebruikt (ook wel zandkorrels genoemd).
Vooraf worden de buurtbewoners ingelicht over de bespuiting. Spuiten tegen dengue heeft trouwens maar beperkt zin. Het gif doodt alleen de volwassen muskieten. Larven blijven gewoon leven. Die kunnen enkele dagen na het spuiten al uitkomen en dan zijn er weer nieuwe muskieten. Het opruimen van broedplaatsen is dus veel effectiever!
Surinamers hebben blijkbaar tijd nodig voordat het tot ze doordringt dat zij voor een belangrijk deel de verspreiding van de denguemuskiet zelf in de hand hebben. Door ons huis en omgeving schoon te houden en ervoorte zorgen dat wij geen waterhoudende voorwerpen op ons erf hebben, kunnen wij de broedplaatsen van deze muskiet elimineren en zijn voortplanting verstoren. Wacht niet tot de overheid jouw troep op komt ruimen. Hou je eigen huisvuil in de gaten. Kapotte koelkasten en halve rollen prikkeldraad kunnen gewoon weg. Muskieten vliegen nooit ver, dus zonder broedplaatsen zullen wij ook weinig last van ze hebben. En dat is om meerdere redenen wel zo prettig.
Auteur: Simone Beharry