Doe wat goed is voor de hele natie
Over het milieu en hoe belangrijk het is dat wij dat beschermen, heeft iedereen in Suriname zijn of haar zegje te doen. Het belang ziet iedereen ervan in, ook onze beleidsmakers. Maar daadwerkelijk iets doen om ons land leefbaar te houden, is een ander verhaal. Goede milieuwetgeving laat al jaren op zich wachten. En als er al sprake is van milieurecht, dan is dit zo verouderd en verbrokkeld dat er eigenlijk geen touw meer aan vast te knopen is en kwaadwilligen daar misbruik van kunnen maken.
Ariëlle Delprado is een van de eersten die de problematiek van de gebrekkige wetgeving haarfijn in kaart brengt en uitlegt, en vooral heldere aanbevelingen doet. De titel van haar boek, Doe wat goed is voor de hele natie, is een citaat uit een betoog van president Desi Bouterse, dat maandenlang door de STVS werd (en af en toe nog wordt) uitgezonden. De rode draad is of daar ten aanzien van het milieu wel gehoor aan wordt gegeven.
Het knappe van Delprado is dat ze de politiek nagenoeg buiten beschouwing laat: geen beschuldigende vinger naar opeenvolgende regeringen of politici die eigenlijk hadden moeten doen wat ze hebben nagelaten. Want die verleiding is natuurlijk groot; ze hebben het allemaal behoorlijk laten liggen wat milieuwetgeving betreft.
Delprado houdt het heel zakelijk. Af en toe is het voor de leek taaie kost, maar daar ontkom je niet aan als je gedegen de tekortkomingen van wetgeving uit de doeken wilt doen. Voor wie is geïnteresseerd in het milieu en hoe dit wettelijk beschermd kan worden, is dit het meest duidelijke en complete werk dat ooit is verschenen. Vooral de relatief nieuwe kwikvervuiling als gevolg van de goudwinning baart Delprado zorgen. De wet voorziet niet afdoende voor bescherming daartegen.
Tegelijkertijd is ze realistisch genoeg om te beseffen dat ontwikkeling (en dus welvaart) en het milieu elkaar behoorlijk in de weg zitten. Het gebrek aan duidelijkheid, veroorzaakt door de gefragmenteerde milieuwetgeving, maakt de zaak er niet beter op, waardoor het milieu het onderspit dreigt te delven. Zo zijn er nog altijd geen wetten die de bodem en het grondwater beschermen en geluidsoverlast aan banden leggen. Ook de bescherming van de luchtkwaliteit en een afvalstoffenwet laten op zich wachten. En neem nu de milieu-hygienische wetgeving: die is eveneens verbrokkeld en valt onder verschillende ministeries. Het is knap waar men zich in het grijze verleden allemaal druk om maakte. Wat te denken van het Boterbesluit van 1930 en het Margarinebesluit van 1972. Ongetwijfeld nuttig en een garantie dat wij veilig gezond onze boterham kunnen smeren (mede dankzij het Broodbesluit van 1940!). Maar het is daarom des te pijnlijker dat niemand in de politiek zich tegenwoordig druk maakt (of wil maken vanwege verstrengelde belangen) over veel grotere gevaren, zoals het kwikgebruik en de opeenstapeling van de afvalproblemen. Je kunt bij het lezen van dit boek droevig worden van wat er allemaal ontbreekt op het gebied van milieuwetgeving in Suriname. Maar beleidsmakers kunnen er ook door worden wakker geschud en tot de conclusie komen dat de tijd van praten en lanterfanteren voorbij is; dat de koe bij de horens moet worden gevat voordat het echt te laat is.
Doe wat goed is voor de hele natie.
Een onderzoek naar het Surinaams milieurecht, Ariëlle Delprado, 2014, Ralicon, ISBN 9789991457055