Dossier: Aan de leiband van Xi Jinping: Soevereiniteit Suriname in gevaar?
China staat voor onze politici maar al te vaak synoniem voor ‘ontwikkeling’ en ‘vooruitgang’. President Desiré Bouterse omschreef de Aziatische volksrepubliek vorig jaar nog als ‘een van onze belangrijkste en meest betrouwbare ontwikkelingspartners’. China geeft de huidige regering precies wat het vandaag nodig heeft: verworvenheden om mee te pronken. De rekening krijgen we later wel gepresenteerd.
Net zoals honderden woningen, de aanleg van kilometers asfaltwegen, schenkingen ter waarde van miljoenen Amerikaanse dollars en de werkzaamheden op de Johan Adolf Pengel luchthaven, is ook het Wanica Ziekenhuis een ‘ontwikkeling’ die niet zonder China zou hebben plaatsgevonden. De investeringen van China in 2018 waren nog maar een voorproefje voor wat komen zal. De volksrepubliek heeft namelijk grote plannen.
Win-win
‘Veertig jaar geleden hadden we de tiende grootste economie ter wereld, vandaag staan we op nummer twee’, zei Liu Quan, Chinese ambassadeur, afgelopen december op een bijeenkomst in de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Economen van de Britse bank HSBC, tevens de grootste bank in Europa, schatten dat China nog vóór 2030 de Verenigde Staten zal inhalen als grootste economie van de wereld. Om deze doelstelling te behalen moet China gegarandeerd zijn van genoeg grondstoffen om zijn productie te verhogen en zo zijn afzetmarkten te vergroten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Bouterse inmiddels al drie keer oog in oog stond met Xi Jinping, sinds 2013 president van China. Met een bosbedekkingsgraad van meer dan 90 procent en een zwakke economie, houdt China ons graag te vriend.
Jinping zelf spreekt van een win-winsituatie. In ruil voor investeringen ter waarde van 1000 miljard US-dollar in ontwikkelingslanden over de hele wereld, wil hij China van een plek op het wereldtoneel verzekeren. Het One Belt, One Road Intiative (BRI) werd door president Jinping in 2013 geïntroduceerd en is een wereldwijd netwerk van havens, spoorlijnen, pijplijnen, industrieparken, elektriciteitscentrales en wegen dat in eerste instantie alleen Afrikaanse, Aziatische en Europese landen moest verbinden om zo de wereldhandel te stimuleren. In januari 2018 bericht het internationale persbureau Reuters dat China ook Zuid-Amerikaanse en Caribische landen uitnodigt om zich aan te sluiten in het BRI-initiatief. ‘Zo kan het haar invloed uitoefenen op een regio waar de Amerikaanse invloed historisch sterk is’, aldus Reuters.
In februari 2018 liet de vorige Chinese ambassadeur, Zhang Jinxiong, weten dat de handelsbalans tussen China en de regio Latijns-Amerika en het Caribisch gebied bijna 260 miljard Amerikaanse dollar bedroeg. Naar eigen zeggen is onze regio het op één na belangrijkste buitenlandse investeringsgebied van China. Ook Suriname pikt een graantje mee. Vicepresident Ashwin Adhin bevestigde in september 2018 dat ons land zijn relaties met China verder zal verdiepen in het kader van het BRI-initiatief.
Volgens het Indiaas mediabedrijf World is One News hebben de Chinezen de afgelopen 15 jaar door middel van investeringen controle gekregen over zo’n 90 procent van alle supermarkten en kruidenierszaken in ons land. In haar reportage China’s kaalslag in het regenwoud vraagt de Duitse televisiezender Das Erste zich luidop af of Suriname zichzelf wel helemaal onafhankelijk mag noemen, ‘want China bedrijft in Suriname een economische politiek die misschien als moderne variant van kolonialiseren moet worden gezien’, aldus Das Erste.
Voor niets komt de zon op
Leningen uit China gaan wereldwijd gepaard met hoog oplopende rentes en strenge voorwaarden, het zijn bedragen die landen met een zwakke economie niet of nauwelijks kunnen terugbetalen. Om een schuld minder zwaar te maken, dwingt China toezeggingen af. Het Nederlandse journalistieke platform De Correspondent geeft voorbeelden uit Sri Lanka en Zambia. In Sri Lanka (Zuid-Azië) bouwde China de haven van Hambantota. ‘Toen de huidige regering de leningen niet kon terugbetalen werd de haven, gelegen langs een strategische vaarroute, voor de komende 99 jaar aan China geleased, inclusief de omliggende 15.000 hectare grond. In Zambia bouwde China de Zambia-China Cooperation Zone, evenals de nieuwe vleugel van het internationale vliegveld in Lusaka. In ruil daarvoor wist China zich te verzekeren van hout, koper en andere grondstoffen uit het Afrikaanse land’, schrijft De Correspondent.
Binnen onze landsgrenzen wordt al jaren geklaagd over de kaalkap van ons bos en de wildgroei waarmee Chinezen bouwen zonder rekening te houden met de bestaande bouwregels of nodige vergunningsvoorwaarden. Al in 2013 trok het ministerie van Openbare Werken (OW) daarover aan de bel. ‘Er wordt stiekem meer en anders gebouwd dan blauwdrukken aangeven, panden worden uitgebreid zonder vergunning en ook na waarschuwingen en ingrijpen gaan ze gewoon door’, zei toenmalig topfunctionaris Lloyd Kotzebue van OW daarover tegen dagblad de Ware Tijd. Anno 2019 lijkt weinig veranderd.
Zolang de Chinezen bouwen, kan de regering van ontwikkeling spreken. Het mag dan ook niet verbazen dat ze de voorwaarden waaronder China in Suriname investeert, strikt geheim houdt. Dat ze zo ons land in de uitverkoop stelt en met leningen en torenhoge rentes niet alleen onze muntwaarde, maar ook onze soevereiniteit en onafhankelijkheid op het spel zet, zal de zogenaamde ‘paarse lijst van verworvenheden’ een worst wezen.
Lees het hele artikel in het maartnummer van Parbode