Dossier: Bouterse tien jaar president – Parbode Sneak Peek
De afgelopen tien jaar stond president Desi Bouterse aan het roer van het reilen en zeilen in Suriname. Onder zijn leiding is er veel gebeurd. Er is gewerkt, en er zijn fouten gemaakt. In aanloop van de verkiezingen maakt Parbode de balans op. Projecten, voornemens en beloftes die nog in de maak zijn, hebben we buiten beschouwing gelaten.
Tekst Zoë Deceuninck en Jolien Inghels
Genderneutraal beleid
Bouterse zat niet stil in de strijd tegen genderongelijkheid. In 2010 werd er voor het eerst een vrouwelijke parlementsvoorzitter én vicevoorzitter gekozen. Dat Jennifer Geerlings-Simons en Ruth Wijdenbosch deze toonaangevende functies bekleedden, was goed voor het belang van vrouwen in de maatschappij. Ook werd er tijdens trainingen voor ambtenaren, religieuze leiders, docenten en studenten veel aandacht besteed aan genderbewustzijn. In 2012 werd de Wet Strafbaarstelling Belaging
(stalking) doorgevoerd, een jaar later werd het nationaal genderwerkplan opgesteld, dat streeft naar
gendergelijkwaardigheid in Suriname. In het Global Gender Gap Report van 2010 stond Suriname op plaats 102 van de 134 deelnemende landen, sindsdien gaat Suriname in stijgende lijn naar boven en stond het in 2020 op plaats 77 (van de 153 deelnemende landen).
Gronduitgiftes
Toen Bouterse kwam aanzitten als president trof hij een enorme chaos aan op het ministerie van Ruimtelijke Ordening, Grond en Bosbeheer. In 2010 lagen hier zo’n 80.000 grondaanvragen van particulieren, stichtingen en ondernemers open. In een poging de chaos te ordenen, werd iedereen die in de afgelopen tien jaar grond had aangevraagd bij de Staat, in 2011 opgeroepen zich opnieuw te registreren. Hoewel er inmiddels ook stagnatie is opgedoken in het proces, verlopen de gronduitgiftes anno 2020 toch opvallend sneller dan voordien. In de afgelopen tien jaar zijn er 57.618 beschikkingen uitgegeven (bron: Ivan Graanoogst tijdens speech ‘40 jaar Revolutie’). Daarnaast kwamen onder andere verplegers, personeel van het Korps Politie Suriname, jeugdparlementariërs en medewerkers van diverse ministeries de afgelopen jaren veelvuldig in aanmerking voor een (gratis) bouwperceel. Ook bouwvergunningen zelf werden onder het beleid van Bouterse sneller verleend.
Samenwerken met dubieuze personen
In veel democratische landen is integriteit een absolute voorwaarde voor er gezeteld kan worden in een (politieke) carrière. In Suriname blijkbaar niet. Voor Bouterse staat een veroordeling of strafblad niet in de weg van een samenwerking. De namen van werknemers en vrienden duiken regelmatig op in illegale
praktijken. Zo kon Etienne Boerenveen, die al sinds de militaire dictatuur naast Bouterse loopt en in die periode in de Verenigde Staten tot 12 jaar cel werd veroordeeld, na het aantreden van president Bouterse op een postje rekenen. Sinds 2012 is Boerenveen namelijk presidentcommissaris van Staatsolie. Ivan Graanoogst is in Nederland meermaals verdacht voor drugsmokkel, maar dat weerhield Bouterse
niet om hem te benoemen als zijn persoonlijk adviseur. Ook Errol Alibux, in 2003 veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf wegens valsheid in geschrifte en oplichting van de Staat, en Harvey Naarendorp, betrokken bij de dubieuze aankoop van het ambassadegebouw in Parijs, zijn beiden gezegend met een politieke functie en fungeren als niet-residerend gevolmachtigde ambassadeurs. En vaker in het nieuws is Eugène van der San, kabinetschef van Bouterse, die berucht is om zijn ‘kort lontje’. In 2013 verzette hij zich tevergeefs tegen het ministerie van Onderwijs om het schoolcijfer van zijn dochter te verhogen van een 5,45 naar een 6.
Amnestie Meriba
Bouterses pleegzoon, Romano Meriba, zat in 2005 een celstraf uit van 15 jaar wegens doodslag op een winkelier. In 2012 verleende Bouterse hem gratie. De vrijspraak was ijdele hoop, want in 2015 kwam Meriba opnieuw in opspraak door het plegen van een roofoverval, waar hij twee jaar later weer voor naar de gevangenis werd gestuurd. Bouterses biologische zoon, Dino Bouterse, verblijft momenteel in de gevangenis in de Verenigde Staten voor drugssmokkel en hulp aan terroristen. Het ministerie van Justitie en Politie diende in opdracht van Bouterse recentelijk nog een verzoek in om Dino de rest van z’n straf (nog elf van de in totaal zestien jaar) in een gevangenis in Suriname te laten uitzitten, maar dat werd door de VS afgewezen. Door het verlenen van eerdere gratie aan zijn pleegzoon Meriba, bestaat in de VS de bezorgdheid dat Bouterse hetzelfde zal doen met zijn zoon Dino.
Etnische rust
Suriname stond op de zogeheten Religious Diversity Index (2014) op de vierde plaats van meest religieus
diverse landen ter wereld. Ons land kent een redelijk kleine bevolking en bestaat daarbij uit veel verschillende religiën, waarvan elke religie redelijk veel aanhang heeft. Dat is natuurlijk geen verdienste van Bouterse of zijn regering(en), maar we kunnen er in dit overzicht ook niet aan voorbij dat tijdens Bouterse zijn beleid weinig tot geen etnische spanningen zijn geëscaleerd tussen onze bevolkingsgroepen. Bouterse belichaamt niet alleen de multi-etnische identiteit van Suriname, hij maakt in zijn beleid en in de uitvoering daarvan ook absoluut geen onderscheid tussen Surinamers. Een Surinamer is voor Bouterse een Surinamer, ongeacht zijn afkomst, kleur of religie. Dat is – in het kader van de oplopende etnisch-religieuze spanningen in onze buurlanden en de wereld in het algemeen – zeker het vermelden waard.
De taal van het volk
Bouterse voert een populistisch beleid. Hierbij wordt de persoonlijkheid van een sterke leider uitgespeeld tegenover de – vaak holle – ideologie waar hij/zij voor staat. Bouterse houdt zijn aanhang achter zich, omdat hij niet politiek correct is, en in hun ogen dus ook niet ‘moeilijk’ en ‘onbereikbaar’. Bouterse en zijn regering(en) spreken de taal van het volk. Ze strooien zelden tot nooit met moeilijke woorden en zeggen kort door de bocht waar het volgens hen op staat. Bouterse vat zijn boodschap samen in korte, klinkende slogans (‘Nog vijf’, ‘We can do the job’) die voor iedereen iets anders kunnen betekenen. Zo betekent ‘the job’ iets anders voor een ondernemer in Nickerie dan voor een ambtenaar in
Paramaribo of een lerares in Brokopondo. Wat Bouterse precies bedoelt met ‘the job’ maakt hij bewust niet kenbaar om het bereik van zijn boodschap zo groot mogelijk te houden. En dat werkt. Veel burgers voelen zich mede hierdoor (persoonlijk) verbonden met de president. Maar met de snelle verspreiding van klinkende slogans gaat heel veel informatie verloren die de samenleving niet bereikt. Burgers krijgen daardoor een gekleurd beeld van de situatie. Door het verschaffen van halve en soms zelfs valse informatie lopen we kansen mis. Kansen waarvan we niet weten dat ze bestaan, of hoe we ze moeten grijpen. Het is deze afhankelijkheidspositie waarop de regering-Bouterse bouwt in een verkiezingsjaar.
Lees het hele artikel in het meinummer van Parbode