Wanneer president Desiré Bouterse politici van de oppositie belachelijk maakt wordt dat door de vingers gezien. Als burgers zich echter wagen aan het politieke mijnenveld van beschuldigingen, kunnen ze maar beter op de hoogte zijn van de ongeschreven regels. Een rode kaart is snel getrokken.
In hun strijd om de verkiezingen balanceren Surinaamse politici op de lijn van het aanvaardbare. Meer dan eens wordt daarbij een grens overschreden, maar omdat consequenties uitblijven wordt respectloos gedrag eerder norm dan uitzondering. Anno 2019 zijn we op een punt gekomen waarin niets onmogelijk lijkt. Tegelijk weten we dat het politiek fatsoen zijn dieptepunt nog niet heeft bereikt.
Aan de vooravond van Phagwa bracht de vicepresident een bezoek aan een Holika Dahan–viering die hij, noch wij, snel zullen vergeten. Op het sportveld Kamal Dewaker in Beekhuizen werd zijn toespraak op 20 maart onderbroken door een groepje onrustzaaiers die de vicepresident op het matje riepen: ‘Pe a moni de?’.
Daar bleef het niet bij. Op de video die achteraf viraal ging, is te zien hoe het groepje mannen – opgejut door elkaar – de vicepresident de huid vol scheldt, in hard taalgebruik.
Voorbeeld doet volgen
Danielle Veira, directeur Nationale Veiligheid, zei tegenover het dagblad de Ware Tijd dat er een onderzoek werd ingesteld naar dit incident. Of ze onruststokers juridisch bekeken over de schreef waren gegaan, kon ze niet stellen. ‘We moeten kijken wat hierover staat in het Wetboek van Strafrecht’, zei Veira.
‘Eenieder mag kritiek hebben op de regering, maar wij moeten te allen tijde normen en waarden hooghouden’, luidde de reactie van Adhin tegenover het Nationaal Informatie Instituut. Zijn collega, NDP-assembleelid Amzad Abdoel, klonk minder democratisch. Nog voor het vuur van de Holika was uitgedoofd, veroordeelde Abdoel de uitlatingen. Het zou een actie zijn van de VHP, de grootste oppositiepartij. ‘De herrieschoppers zijn aanhangers van de orange movement’, zei hij tegenover Starnieuws. Volgens Abdoel zou VHP-ondervoorzitter Asiskumar Gajadien het groepje mannen aangezet hebben om de uitlatingen tegenover Adhin te uiten. Gajadien ontkent dit. Die kaatst de bal terug en beschuldigt op zijn beurt de regering van inconsequentie. Het is geen geheim dat de invloedrijkste man van het land, president Desiré Bouterse, zich zelf ook laat meeslepen in beledigend en schandelijk taalgebruik.
‘Een varken is en blijft een varken’, zei Bouterse eind 2016 in het parlement als antwoord op de uitspraken van VHP-parlementariër Gajadien. Een jaar later verliet hij hetzelfde parlement tijdens een verbale tirade van ex-coalitiepartner Edward Belfort (ABOP), die op zichzelf ook niet bepaald netjes was. Tijdens het voorbijgaan tikte de president met zijn vinger tegen zijn hoofd, een duidelijk teken dat hij Belfort naar het rijk der gekken verwees.
De president heeft er een hand naar om mensen belachelijk te maken. Dat werd – en wordt -door de vingers gezien van de regering, ministers en daarmee de volledige samenleving. Het leidt tot ‘amusante’ video’s met hoge kijkcijfers. Hoe aanstotelijker zijn uitspraken, hoe sneller ze een eigen leven gaan leiden. Het smadend gedrag van de president lijkt alleen maar bij te dragen aan zijn populariteit. Beledigende taal is nu eenmaal klare taal, hebben ook zijn onderdanen begrepen. Niet alleen de partijgenoten van Bouterse lijken zijn gedrag te appreciëren. Zijn voltallige omgeving lijkt zijn uitdagende gedrag ook als maatstaf te nemen.
Lees het hele artikel in de juni-editie van Parbode.
Nu populair
