Dossier: Staatspropaganda in Suriname: Het resultaat van anderhalf jaar onderzoek – Parbode Sneak Peek
In januari 2019 begon Parbode met haar onderzoek naar staatspropaganda in Suriname. Anderhalf jaar en vijf gepubliceerde dossiers later is het tijd voor onze conclusie.
Tekst Zoë Deceuninck
Om direct met de deur in huis te vallen: één definitie van propaganda bestaat niet. Waar de één spreekt van bedrog, beïnvloeding of politieke reclame, houdt de ander het op een neutrale manier van informatieverspreiding. Staatspropaganda, waarbij gekeken wordt naar de communicatie tussen overheid en burgers, is wel per definitie gekleurd. De overheid wordt aangestuurd door regerende politieke partijen, en die houden er een eigen agenda op na. Staatspropaganda zoekt (en overschrijdt) de grenzen van de democratie, maar is niet illegaal. Dat is meteen ook het excuus waar alle propagandisten zich achter kunnen verschuilen: het recht op vrijheid van meningsuiting. Het is daarom ook moeilijk om propagandavoering aan banden te leggen, maar het is niet onmogelijk.
Staatspropaganda verkoopt het halve verhaal als het enige verhaal. Het is kort, krachtig en lijkt gemakkelijk tot stand te komen, maar achter elke boodschap schuilt een gigantische organisatie. Staatspropaganda moet burgers overhalen om in iets te gaan geloven. Dit kan een idee, plan, leugen, mening of (toekomst)visie zijn. Propagandavoering wordt vaak vergeleken met ‘de taal van het volk spreken’, maar het gaat veel verder dan dat. Van Chinese investeringen die de – illusie van – ontwikkeling garanderen tot basisscholen die worden gesloten vanwege een massameeting. Anno 2020 worden kosten noch moeite gespaard om de publieke opinie van burgers te beïnvloeden.
NDP’er of boutist?
De boodschap van de regering wordt daarvoor niet alleen vanaf het podium, het parlement, de media, de kerk, het internet, de billboards of de schoolbanken, maar via alle mogelijke kanalen aan de man gebracht. Massameetings, cadeautjes, toespraken, commercials, programma’s, oproepen, advertenties, posters, bijeenkomsten, flyers, vlaggen, straatnamen, monumenten, kunstwerken, boeken, muziek, evenementen, onderscheidingen, prijzen en slogans horen daar allemaal bij.
Niet te vergeten zijn de persoonlijke relaties, die in Suriname ook de politieke relaties bepalen. De ideologie van de regering, de NDP, verspreidt zich voornamelijk via persoonlijke netwerken. De mate van trouw aan de partij is afhankelijk van iemand zijn of haar positie binnen die partij. Een fractievoorzitter van de NDP is de partij meer trouw dan een ressortraadslid die de paarse vlag voor zijn deur hangt. Om te begrijpen waarom mensen achter de NDP staan, heeft het daarom weinig zin om alleen te kijken naar de sociaaleconomische ontwikkelingen in ons land. Staatspropaganda begrijpt de onderlinge banden tussen mensen. Er zijn talloze NDP-aanhangers die blijven beweren dat ‘alles goed gaat’ in Suriname, terwijl ze steeds verder wegzakken in armoede. Ze kunnen daarbij niet aangeven wat ‘alles’ concreet inhoudt, omdat ze het zelf ook niet (willen) weten. Wat er ook mag gebeuren, ze blijven de partij trouw, omdat ze zich persoonlijk – al dan niet via via – verbonden voelen met de partij of zijn leider. Deze aanhangers zijn het levende bewijs van de doeltreffendheid van de paarse propagandavoering. Net zoals alle propaganda wereldwijd, heeft ook zij maar één doel: mensen zover krijgen dat ze zeggen wat jij wilt, zodat ze op hun beurt anderen gaan vertellen hoe goed je bent.
Maar daar stopt het niet. Opvallend is namelijk de intensiteit waarmee NDP-aanhangers anno 2020 hun voorzitter, tevens president, Desiré Bouterse (en zijn beleid) verdedigen. Dat is vooral te merken op massameetings, de puurste vorm van propagandavoering in ons land. Wie – als buitenstaander – een massameeting bezoekt, betreedt een wereld waarin het spektakel het gezond verstand heeft verdreven. Een show samengesteld uit vuurwerk, opzwepende muziek, luide toespraken, cadeautjes, (gratis) eten en alcohol leidt af van de dagelijkse realiteit. Volgens bestuurssocioloog August Boldewijn brengen massameetings een soort geestelijke opwekking tot stand. Aanhangers zien hun partijleiders als voorgangers, als heiligen. “Ze gaan in de woorden van hun partijleider geloven, of ze nu waar zijn of niet, of ze nu begrijpen wat wordt gezegd of niet”, zegt Boldewijn. Het stemgedrag van Surinamers is volgens Boldewijn dan ook niet gebaseerd op partijprogramma’s (die in veel gevallen niet eens bestaan), maar op liefde. “Als ze van je houden, of als je iets voor ze hebt gedaan, zullen ze op je stemmen”, zegt Boldewijn.
Staatspropaganda is niet zo onschuldig als het vaak lijkt. Na de veroordeling van Bouterse, die in november vorig jaar medeplichtig werd bevonden aan de moord op vijftien landgenoten, knipperden zijn meeste aanhangers niet eens met hun ogen. Columniste Sharda Ganga omschreef de relatie tussen Bouterse en zijn aanhangers als een permanente fase van oogverblindende verliefdheid. ‘Ook al zou je ze in een kamer opsluiten en op alle muren de foto’s, de (…) en de feiten laten zien, dan nog zullen ze het niet willen geloven. Ze zullen naar het witte plafond kijken en zeggen: kijk, daar is mijn waarheid. (…) Ze zullen alles mijden dat hun beeld van hun leider zou kunnen aantasten’. Die allesoverheersende liefde komt voort uit een ‘zalige onwetendheid’, aldus Ganga.
‘Witte ruis’
Net zoals in elke relatie, staat en valt de liefde tussen Bouterse en zijn aanhang met (de manier van) communicatie. De NDP, met Bouterse voorop, presenteert simpele recepten voor heel ingewikkelde problemen. Die zijn niet realistisch en dus ook niet uitvoerbaar, maar daar gaat het de NDP niet om. Ze roept wat de massa graag hoort, want het werkt.
Lees het hele artikel in het meinummer van Parbode