Dus Dat :’Bouterse doet staatsschuld even snel stijgen als Wijdenbosch’ – Parbode sneak peek
We leven in een land van wilde verhalen. Op straat, in de krant, in het parlement: de ene ronkende bewering volgt op de andere. Maar kloppen die ook? Parbode onderzoekt elke maand een opvallende stelling.
Aanleiding?
Dat de regering van president Desi Bouterse ontzettend veel geld leent om het land draaiende te houden, is allang geen geheim meer. Want terwijl de prijzen van olie en goud een dieptepunt hebben bereikt, en de ontginning van bauxiet zelfs helemaal is gestopt, moet lanti haar vele tienduizenden ambtenaren nog steeds elke maand een salaris betalen. Wegen moeten nog steeds worden onderhouden. De ‘gratis’ gezondheidszorg voor jongeren en gepensioneerden moet worden betaald, net als de kinderbijslag. En dan zijn er nog vele andere lasten.
De vraag is nu: hoe diep is de put die president Bouterse en zijn regering hebben gegraven? Is die net zo diep als de put die president Jules Wijdenbosch na zijn rampzalig bewind eind jaren negentig achterliet?
Parlementslid Mahinder Jogi, van de oppositiepartij VHP, is daarvan overtuigd. ‘Als het gaat om het in rasse schreden doen stijgen van de staatsschuld, zit president Bouterse het record van toenmalig staatshoofd Jules Wijdenbosch flink op de hielen’, zei Jogi medio december in het parlement.
Waar komt het verhaal vandaan?
De leningsdrift van oud-president Jules Wijdenbosch (1996–2000), momenteel een van Bouterses topadviseurs, was legendarisch. Het geleende geld diende vooral om de bruggen over de Suriname- en de Coppenamerivier te bouwen en forse salarisverhogingen voor ambtenaren te betalen. De bruggen kwamen er wel, maar de staatskas werd helemaal leeggeplunderd. De bevolking restte niets anders dan het eten van een ‘broodje brug’.
Die tijden lijken zich nu te herhalen. Telkens wanneer Gillmore Hoefdraad, de huidige minister van Financiën, de afgelopen maanden in het parlement verscheen, was dat om nóg meer leningen aan te kondigen. De lijst is duizelingwekkend lang: er is geleend van onder meer de Inter-American Development Bank, de Islamic Development Bank, het Oppenheimer Fund, de Hakrinbank, Combé Markt (!) en de Exim Bank in China. De klapper kwam in oktober, toen de overheid een obligatielening van meer dan een half miljard US-dollar uitzette op de internationale kapitaalmarkt. Terug te betalen tegen een torenhoge rente van bijna 10 procent.
Verder lezen? Het hele artikel staat in het maartnummer van Parbode.