Edward Heerenveen, het brein achter Insel Air
Curaçao, Willemstad, het is woensdagmiddag twee uur. We zijn op het kantoor van Insel Air voor een afspraak met Edward Heerenveen. Hij is directeur en aandeelhouder van Insel Air. Hij heeft vandaag nog tijd voor me, twee hele uren als het moet. Gisteren was de eerste rechtstreekse vlucht van Bonaire naar Miami, zeer geslaagd. Terwijl we praten, gaat de telefoon, medewerkers hebben hem nodig, dringend. Hij wordt weggeroepen, een kwartiertje maar en komt terug. Een gesprek in drie bedrijven.
Wie is Edward Heerenveen? “Mijn ouders komen van Suriname. Ik ben Caribisch, ik voel me thuis op Curaçao. Ik ben hier geboren, ben hier naar school gegaan, heb hier mijn vrienden. Als ik goede kawinamuziek hoor, dan voel ik me Surinamer. Thuis draaiden we die muziek vaak. In mijn jeugd heb ik altijd van die muziek gehouden. Met kerst gingen we elk jaar naar Suriname. Ik heb leuke herinneringen aan die vakanties, maar dít is mijn land.”
Na zijn middelbare school moet hij, als zo velen, zijn land verlaten voor verdere studie. Hij vertrekt in 1971, studie Publiciteit, Journalistiek en Public Relations. Hij vindt werk als publiciteitsman tevens hoofd van de administratie bij een bedrijf. In die laatste functie voelt hij zich genoodzaakt een computeropleiding in Amsterdam te gaan volgen. In 1973 solliciteert hij naar een baan bij de luchtverkeersleiding en wordt aangenomen. “Mijn computerachtergrond gaf de doorslag.” Veertien jaar lang is hij betrokken bij de luchtverkeersleiding op Schiphol.
De toenmalige premier van de Nederlandse Antillen, Maria Liberia-Peters roept hem als ‘kind van het land’ terug naar het eiland. “Waarom geef je al je talenten aan Nederland? Waarom niet aan je eigen land?” Heerenveen wordt per ommegaande benoemd tot directeur van de regeringsvoorlichtingsdienst (RVD). Zo komt zijn studie publiciteit en journalistiek weer goed van pas. Na dertien jaar voorlichting besluit hij te stoppen met, wat hij noemt, zijn ‘arbeidzaam leven’.
Kinderboek
In 1998 is tussen de bedrijven door zijn eerste kinderboek verschenen: ‘Ontvoerd in de tropen’. “Ik wilde doorgaan met het schrijven van kinderboeken, dat is mijn passie, dat vind ik leuk.” Het bericht van zijn vertrek bij de RVD verschijnt breed in de media. De directeur van de Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM) reageert onmiddellijk: “Wij hebben iemand van jouw kaliber nodig om ons te helpen met de transitie van de ALM naar Dutch Caribbean Airlines (DCA).”
En ach, Heerenveen vergeet zijn passie, legt pen en papier aan de kant en willigt het verzoek in. Na drie jaar hard werken samen met een team is dat klusje geklaard. Hij vertrekt, jawel, om kinderboeken te gaan schrijven, maar de toenmalige gedeputeerde van Telecommunicatie verzoekt hem om een bijdrage te leveren aan het afslanken van TeleCuraçao, de nationale televisiezender. Hij wordt daar directeur, kortwiekt en snijdt en in 2003 is het bedrijf winstgevend. “Ik kon het bedrijf met een gerust hart verlaten.”
Nauwelijks zit hij achter zijn bureau, pen in de aanslag, belt Caribbean Air travel een reisbureau dat exclusief zaken doet met Air Holland met een dringend verzoek: kan mijnheer Heerenveen het bedrijf saneren alstublieft. “Dus dat deed ik, maar voordat ik mijn werk kon afmaken, ging Air Holland kopje onder.” Exit Air Holland, exit Heerenveen. Zal er nu eindelijk een tweede kinderboek komen? Helaas, ALM gaat kapot, DCA gaat kapot en opeens zitten een man of vijfhonderd zonder baan. “Weet je wat”, denkt Heerenveen, “dan ga ik het zelf doen.”
Disciplines
“Ik ben begonnen met het opzetten van Insel Air. Op een gegeven moment moet je meer mensen inschakelen, omdat je verschillende disciplines nodig hebt. Toen heb ik Kluiver en De Sola binnengehaald, jongens met een financiële achtergrond en een schat aan ervaring bij het opstarten van bedrijven. Samen hebben we die kar getrokken. We hebben aandeelhouders gekregen, vliegtuigen en daarna hebben we heel voorzichtig die mensen binnengehaald vanuit de ALM en DCA, waarvan wij wisten dat ze goed waren. Deze mensen moesten in staat zijn hun kennis door te geven. Tien opleiders en een soort indoctrinatieprogramma met als titel ‘Zo willen wij het hebben’.
“We wilden geen ALM, geen DCA, maar een strak geleide organisatie, gericht op winst, met een goed sociaal beleid en een verantwoord minimum aan mensen. Het was bij ons niet zo dat één man één taak had, nee je moest multifunctioneel zijn, meerdere taken tegelijk kunnen doen en collega’s kunnen vervangen. Dat hebben we keurig voor elkaar gekregen. We hebben een half jaar gewerkt om de manuals te maken en toen dat in orde was zijn we piloten gaan rekruteren.”
Jongensdroom
Nu vliegt Insel Air met vijf vliegtuigen naar dertien bestemmingen. Er werken 150 mensen. “Het is een beetje een wilde jongensdroom, als je kijkt waar we nu zijn. Iedereen die het ziet, die vraagt hoe we dat in godsnaam hebben bereikt, om dan ook nog eens een keertje binnen twee jaar af te sluiten met winst. Natuurlijk zijn we blij met dit resultaat en met het bewijs dat je in het Caribisch gebied welzeker een airline met winst kan runnen.
“We hebben een platte organisatie. In ons bedrijf hebben we de zes personen met de meest belangrijke functies opgenomen in de directie en niet in de staf. Op die manier kunnen we alle zaken direct bespreken en oplossen. We hebben nu een team dat helemaal op elkaar is ingespeeld. Iedereen in de organisatie weet precies hoe alles loopt. Iedereen kan bij ons binnenlopen. Dat is heel belangrijk. Wij moeten precies weten wat er binnen de organisatie gebeurt.”
De investeringen voor de nieuwe maatschappij komen van de aandeelhouders, allemaal bedrijven op Curaçao. De oprichting heeft veel geld gekost. “Maar als je goed draait zul je ook goed geld verdienen. Dat geld hebben de aandeelhouders niet direct in eigen zak gestopt, maar weer in het bedrijf. Daardoor hebben we de ontwikkelingen kunnen bijhouden. Als eerste hebben we een klein vliegtuig gekocht en daarna een groter exemplaar. Onze vergunning hebben we gekregen op 11 augustus en op 28 augustus was de eerste vlucht naar Aruba. Op 27 december 2006 voerden we onze eerste vlucht met een jetvliegtuig van Insel Air uit. De bestemmingen hebben we langzaam maar zeker uitgebreid, van Aruba en Bonaire naar Venezuela, toen kwam Haïti erbij, Suriname, Trinidad. Het terrein lag braak. Het enige dat we nu moesten doen is vasthouden. En hoe houd je vast? Door goede service, betrouwbare vliegtuigen en op tijd vliegen.”
Speerpunten
Op tijd vliegen is een van de speerpunten in de dienstverlening van Insel Air. Het leidt soms ook tot klachten van ‘op het nippertje’ passagiers. “Kijk, Insel Air wil om tien uur weg dus we vertrekken om tien uur. U wilt om kwart over elf uur op Sint Maarten aankomen en dus komt u om kwart over elf aan. We bieden directe vluchten aan en snelle aansluitingen naar alle bestemmingen. Binnen drie uur ben je op je bestemming, binnen anderhalf uur zit je op je aansluitende vlucht. Waarom moet een heel vliegtuig wachten op één passagier die laat komt? Het heeft als gevolg dat het vliegtuig laat vertrekt, de klanten missen hun aansluiting. Dat gaan wij niet toelaten. We vliegen altijd op tijd, zijn nooit te laat, dat is ons kenmerk, daarmee hebben we onze naam opgebouwd. Maar wij werken samen met andere maatschappijen. Dat loopt niet altijd op rolletjes.”
Eén van die andere maatschappijen is de SLM. In 2008 ontstond er een conflict met de SLM. Insel Air zou een schuld hebben bij de SLM? “Nee, er was een verschil van inzicht. Niemand had schuld bij niemand. Althans niet in die overtrokken mate. De problemen ontstonden doordat de uitvoering van de overeengekomen afspraken haperde. SLM en Insel Air zouden samen tickets verkopen en samen passagiers vervoeren. “Maar dan moet het niet zo zijn, dat als je problemen hebt met je vliegtuig, ineens een eigen niet overeengekomen beleid ten opzichte van onze passagiers wordt gevoerd. Dat soort dingen heeft heel veel kwaad bloed gezet. Toen hebben we gezegd, luister, laat maar, het hoeft niet meer.
“Nu is de vraag wie heeft wat tegen wie gezegd, dat laat ik in het midden. Als SLM zegt dat wij hebben opgezegd, prima. Wij weten dat wij het hebben gezegd. Ik heb nog heel lang geprobeerd de relatie goed te houden. Een maand of twee geleden hebben we gezegd, jongens we zijn twee collega-maatschappijen, we zijn bevriende naties, we moeten dit oplossen en dat is gebeurd. We werken niet meer nauw samen. Er zijn wel afspraken over het meenemen van gestrande passagiers tegen zeer gereduceerde prijzen. Er is geen animositeit, we zijn on speaking terms.”
Consequenties
We gaan nog even verder over onze nationale carrier. Stel dat Heerenveen morgen directeur van de SLM zou worden, wat zou hij als eerste aanpakken? Hij trapt er niet in: “Dat zal niet lukken, ze laten me hier niet gaan.” Andere formulering: stel dat Jessurun hem om advies zou vragen, wat zou hij hem aanraden? “Dat zal Jessurun nooit doen.” Weer bot gevangen. Maar dan reageert Heerenveen alsnog, diplomatiek: “Kijk, ik vind dat Jessurun een uitstekende manager is. We moeten altijd goed kijken of een manager wel genoeg ruimte krijgt van de politiek om zijn beleid uit te voeren. In de tijd van de ALM werkte ik ook een politieke omgeving. Daar moet je rekening mee houden. Op Curaçao weet ik dat ‘de politiek’ politiek bedrijft en niet altijd veel verstand heeft van de luchtvaart. Nu we binnenkort als zelfstandig land verder gaan, krijgen we daar ook mee te maken. Mensen die denken dat ze het heel goed weten, gaan nieuwe wetten maken. Indien deze tegen de belangen van de luchtvaartmaatschappijen indruisen, moeten wij daartegen ageren, want het heeft grote consequenties.”
Wat zal de toekomst brengen? “We willen zoveel mogelijk landen in het Caribisch gebied met elkaar verbinden. We gaan zeker niet stoeien op de Mid-Atlantische route, waar de grote spelers zitten. We gaan er wel voor zorgen dat we een vinger in de pap krijgen op die route, maar door samenwerking. We gaan samenwerken met Arke Fly voor Europa, met Avianca voor Zuid-Amerika en met een grote Amerikaanse carrier voor Noord-Amerika. Als je die drie hebt dan heb je eigenlijk niks meer nodig.
“Ik moet ervoor zorgen dat ik een goede betrouwbare carrier ben in het Caribisch gebied, en dat ben ik. Laat de anderen doen waar zij goed in zijn, ieder heeft zijn eigen skills. Als we samen werken komen we tot iets heel moois. We zijn in de afrondende fase. We willen een sterke carrier zijn. Sterk kan betekenen heel groot zijn, maar sterk kan ook zijn heel veel frequenties hebben. Ik denk dat we voor dat laatste gaan kiezen. Als mijn vliegtuig nu defect raakt in Miami, heb ik binnen een uur een vliegtuig waarmee ik mijn mensen kan vervoeren. Vliegtuigen zijn gemaakt om te vliegen, niet om op de grond te staan. Hoe vaker ze in de lucht zijn, hoe beter het is en hoe meer geld je verdient. Wat je moet doen is die routes opzoeken die binnen je actieradius liggen en die geld opbrengen.
“Het Caribisch gebied is een groot gebied met mogelijkheden. Curaçao heeft rechten in bijna de hele wereld, wij mogen overal overheen vliegen, overal landen en overal passagiers meenemen. In het Caribisch gebied in zijn geheel wonen meer dan twintig miljoen mensen, als je Jamaica en Cuba er bij neemt zelfs meer dan dat. Niemand maakt daar echt goed gebruik van. Als jij van al die mensen tien procent kan krijgen dan zit je goed. Het is constant zoeken naar nieuwe markten: waar kan ik goede resultaten boeken? Als je de markt hebt veroverd moet je zorgen dat je de kwaliteit behoudt. Waar je geen goede zaken kan doen, moet je kappen. Ga niet achter een ander aanlopen, wat goed is voor die ander hoeft nog niet goed te zijn voor jou.”
Laatste vraag: komt er ooit nog een tweede boek van deze schrijver? “Er liggen al twee concepten op de plank van korte verhalen. Maar zolang ik deze uitdaging heb en deze verantwoordelijkheid heb ik weinig tijd voor het schrijven van kinderboeken. Maar het komt allemaal nog wel.”