Een brug van Leuven naar Para
Als alles goed gaat heeft Suriname er tegen het einde van dit jaar weer een kersverse Surivlaamse stedenband bij. Ditmaal selecteerde de Vlaamse universiteitsstad Leuven het district Para als partner om een relatie aan te gaan.
Hoe de Vlaamse stad Leuven aanklopte bij de waterschuur van Suriname was aanvankelijk niet helemaal duidelijk. Toch leek de link tussen Leuven en Para nogal voor de hand te liggen. Jef Crab, een geboren en getogen Leuvenaar die al meer dan zestien jaar in Suriname woont, blijkt adviseur te zijn bij het burgerplatform Para Force Suriname. Toen Leuven de kandidatuur voor een stedenband de wereld instuurde, was het Crab die flink heeft gelobbyd om dat aanbod zeker niet links te laten liggen. “Para was samen met het stadje Sédhiou in Senegal geselecteerd als potentiële kandidaat voor een stedenband met Leuven”, weet Crab te vertellen.
“Uiteindelijk kwam Para als winnaar uit de bus, de taal zal daarin wellicht een prominente rol gespeeld hebben.” Dagmar Van Grunderbeeck, opbouwwerker van de Noord-Zuidwerking in Leuven, geeft toe dat het grootste voordeel aan deze stedenband is, dat er gewoon in het Nederlands gecommuniceerd kan worden. “In juni vorig jaar hebben we een werkbezoek aan Senegal afgelegd. De resultaten daar waren nogal verdeeld. Er waren pro’s en contra’s, maar geen van beide overheerste. In datzelfde jaar zijn we dus halsoverkop naar Para vertrokken.
Het grootste voordeel was meteen dat we anders dan in Senegal niet in het Frans moesten communiceren, dat was meteen een groot pluspunt”, zegt Van Grunderbeeck.
Stedenband?
Hoewel weinigen, op een ex-president na, zullen ageren tegen het opzetten van stedenbanden, is het toch niet slecht om die term stedenband even onder de loep te nemen. Leuven is een stad met meer dan 92.000 inwoners. Para daarentegen is een district met 20.000 inwoners, waar Leuven bijna 100 keer inpast. Een stedenband in strikte zin kan je dit pasgeboren kind dus niet noemen. “Dat is waar”, reageert Crab. “Ik zou het liever een internationaal partnerschap of een vriendschapsband noemen in plaats van een stedenband. Maar het verschil in oppervlakte en inwoners moet ons eigenlijk niet remmen. Dat vinden wij net een grote uitdaging”, klinkt het zelfverzekerd.
“Ook omdat Para zich in een oernatuur bevindt en Leuven gelegen is in een urbane omgeving, kunnen wij veel leren van elkaar. Para gaat alvast moeten urbaniseren, want de druk van Paramaribo gaan we hier ongetwijfeld op ons dak krijgen. Die urbanisatie willen we nu alvast doordacht aanpakken. Aan de andere kant zullen steden in Europa een stuk ecologischer moeten worden. Op die manier kan er toch een goede uitwisseling plaatsvinden”, meent Crab. “Een stedenband is een samenwerking tussen twee besturen”, zegt Van Grunderbeeck. “Het is daarom niet de bedoeling dat wij Para alleen maar gaan ondersteunen en subsidiëren.”
Wederkerigheid
Wederkerigheid is een woord dat steeds weder keert wanneer er een stedenband opduikt. Want hoe kan je in een stedenband wederkerigheid vinden en die ook nog blijven aanhouden? “Al snel grijp je dan naar de meest voor de hand liggende thema's zoals milieu, drinkbaar water, afvalverwerking en het uitwisselen van culturen”, reageert Van Grunderbeeck. “Tijdens het werkbezoek van Para aan Leuven heeft de Paraanse delegatie hier met grote ogen staan kijken naar de afvalverwerking. Aan de andere kant kunnen wij dan weer wat leren over de bescherming van natuurlijke rijkdommen.” Ook de voorzitter van Para Force Suriname, Edwin Watson is ervan overtuigd dat de wederkerigheid in de kersverse stedenband in kannen en kruiken zit. “Toen Leuven vorig jaar een werkbezoek aan Para bracht, hebben ze toegegeven dat op het gebied van burgerparticipatie Para veel verder staat dan Leuven”, vertelt Watson trots.
Verwachtingen
“Een stedenband opzetten, is eigenlijk net zoals een brug bouwen van het ene bestuur naar het andere. Als die brug er uiteindelijk is, kan iedereen daarover stappen”, legt Crab uit. “We hebben ons nooit zorgen gemaakt over de participatie, want ondernemers vinden altijd een weg naar elkaar toe. Een bestuurlijke versterking is prioriteit in deze stedenband, maar de mogelijkheden tot verdere uitwisseling zijn legio. Leuven heeft een arsenaal aan hightech bedrijven en Para heeft zeker wat te bieden aan schone lucht en schoon water. Zaken waar hightech bedrijven vandaag de dag ook mee geconfronteerd worden.”
Ook vanuit het academische milieu in Leuven viel er veel animo op te tekenen. “Para voorziet Suriname eigenlijk van water. Waar je ook een kraantje opendraait, het water zal altijd wel van ergens in Para komen”, zegt Watson voorzitter van Para Force Suriname. “Het is belangrijk dat die watervoorraad goed geordend wordt en daarin kan de Katholieke Universiteit Leuven ons helpen. Zij beschikken over een hele boel expertise en wij bieden hen een groot onderzoeksterrein aan, zodat zij ons van de juiste data kunnen voorzien.”
Een ander thema dat volgens Crab zeker moet worden opgenomen in de stedenband is onderwijs. “In Para hebben we negentien basisscholen en maar drie scholen voor voortgezet onderwijs. Elk jaar zijn er dus zestien klassen die niet weten waar ze naar toe moeten. Als je weet dat het om klassen van dertig leerlingen gaat, zijn dat elk jaar weer vijfhonderd leerlingen die niet weten waar ze terecht kunnen. Ook die problematiek zullen we langs verschillende invalshoeken proberen op te vangen”, aldus Crab.
Fouten
Als de stedenband begin volgend jaar officieel van start gaat, zullen beide partijen zich toch tot een aantal vingeroefeningen beperken en ze weten beide goed waarom ze die beperking opleggen. “We willen met deze stedenband vooral klein beginnen. Zowel Para als Leuven zijn van oordeel dat we niet dezelfde fouten mogen maken die er in Antwerpen zijn gemaakt”, zegt Van Grunderbeeck, duidend op de stedenband tussen Antwerpen en Paramaribo die uiteindelijk een grote mislukking leek te zijn. “De stedenband tussen Antwerpen en Paramaribo kende een waslijst van terreinen. Wij hebben die lijst bekeken toen de stedenband van start ging. Later hebben we bekeken wat daarvan is overgebleven in de praktijk en zo’n resultaat willen we absoluut vermijden. We gaan geen verwachtingen scheppen op bepaalde gebieden, waarin we misschien nooit actief zullen worden”, aldus Van Grunderbeeck.
Crab is diezelfde mening toegedaan. “Met betrekking tot de verschillende terreinen die Antwerpen en Paramaribo afgebakend hadden, was er niet voldoende doordacht hoe men continuïteit en werkelijke uitwisseling kon creeëren. Het probleem van Antwerpen–Paramaribo was ook dat er een gebrek was aan visie. Enerzijds wist men niet waar Paramaribo naar toe wilde en anderzijds wist men ook niet waar Antwerpen met Paramaribo naartoe wilde. Er werd heel ad hoc te werk gegaan, in die zin van: ‘nu gaan we daar in het zuiden eens een paar goede dingen doen.’ Waarschijnlijk allemaal met de beste bedoelingen, maar helaas slecht voorbereid.”
Toekomst
Van deze nieuwe stedenband wordt verwacht dat zoals gewoonlijk culturen dichter bij elkaar worden gebracht. Watson hoopt op een versnelling in de ontwikkeling van Para, met een betere ruimtelijke ordening en geen gebouwen die zomaar kriskras door elkaar worden gezet. Crab hoopt dat er over vijf of tien jaar wat investeerders uit Vlaanderen kunnen worden aangetrokken. “Maar ik hoop ook dat er over tien jaar toch wel een paar rotishops in Leuven zullen zijn en dat er op cassavebrood gekauwd kan worden”, grapt Crab.