Een duivelse prediker
De uitlating van de omstreden bisschop Steve Meye van de Nieuwe Generatie Ge-meente Gods Bazuin, dat de vliegramp in zijn land van 3 april ‘niet los staat van de afgodische en occulte praktijken van politieke bonzen’, is ronduit stuitend. Ze zouden hun ziel hebben verkocht aan de duivel, die daar op zijn beurt wat voor terug eist. In dit geval negentien mensenlevens. Religieuze fanaten als Meye zijn zelf echter het grootste gevaar voor een samenleving.
Je kunt van politici denken wat je wilt en het algehele gevoel in een groot deel van de samenleving is dat ze er een behoorlijk potje van maken. En dat Meye het in zijn bisschoppelijke hoofd haalt om daags na de vliegramp diezelfde politici de schuld te geven en de toorn van de duivel erbij te slepen, zal iedereen die hem wel eens heeft horen prediken niet echt verbaasd hebben. Het getuigt echter van het totaal ontbreken van ook maar een greintje respect voor de nabestaanden, die door het verlies van hun dierbare al zijn overgeleverd aan een mengeling van verdriet, pijn, wanhoop en ongeloof.
Meye behoort tot die vreemde groep reli-opportunisten die willen doen geloven dat door middel van handoplegging en een beetje bidden kanker, hiv/aids en andere kwalen genezen worden. Vorig jaar haalde hij de zeer dubieuze Amerikaanse evangelist Ernest Angley naar Suriname om gelovigen te ontdoen van iedere medische onvolkomenheid en zelf draait Meye zijn goddelijke hand er ook niet voor om.
Hij staat er bekend om (bij voorkeur via de televisie) hel en verdoemenis uit te spreken over een ieder die niet de weg van God, en in het bijzonder zijn eigen weg, bewandelt. En dus moeten we allemaal lid worden van zijn gemeente, wat de gelovige overigens iedere maand wel een paar stevige centen van zijn of haar zuurverdiende inkomen kost. Want Meye mag dan wel door God zijn gezonden om Suriname te redden, dat doet hij natuurlijk niet gratis.
Meye is, voorzichtig uit-gedrukt, hypocriet. Aan de ene kant vervloekt hij diegenen die zich via machtsspelletjes naar de politieke top manoeuvreren, aan de andere kant is hij de religieuze zielenknijper van een van de meest omstreden politici van ons land, Desi Bouterse, die heel wat duivelse praktijken op zijn conto heeft staan. Hij is veroordeeld wegens drugshandel en wordt verdacht van moorden, maar dat is voor Meye geen beletsel om met grote regelmaat in Ocer of bij Baas thuis op de koffie te gaan voor een diepzinnig gesprek. Ongetwijfeld zal Meye tegenwerpen dat dankzij hem de ziel van Bouterse is gered en hij nu het pad der deugden bewandelt, in de politieke arena valt daar echter nog weinig van te merken.
Opmerkelijk is de zwijgzaamheid van de IRIS: (terecht) reageren op het hele gedoe rond de film ‘Fitna’ van Geert Wilders in het verre Nederland, maar niet in de pen klimmen als in eigen huis wordt opgeroepen tot haat en onverdraagzaamheid, zoiets getuigt van een bedroevende zwakheid. Het roept overeenkomsten op met de door Meye zo vervloekte politiek: wel schelden op alles wat buiten je invloedsfeer ligt, maar niet de hand in eigen boezem steken als iemand binnen je beschermde clubje zich misdraagt.
Verdraagzaamheid en tolerantie staan hoog in het Surinaamse vaandel. Met leven en laten leven zijn we al ver gekomen. Maar aan dit belangrijke fundament van een stabiele samenleving wordt geknaagd door religieuze fanaten zoals Meye. Vrijheid van meningsuiting is een belangrijk goed, maar dat moet een halt worden toegeroepen als iemand met de Bijbel in zijn hand meent op een respectloze manier op te roepen tot haat. J
aRMAND SNIJDERS