Een gewone president
José Mujica
Het is een wereldwijd fenomeen dat politici zich ver boven het volk verheven voelen. Als ze het dan ook nog eens tot president weten te schoppen, gaan ze zich gedragen als een koning en willen ze als zodanig behandeld worden. Ook in Suriname hebben we daar voorbeelden van. Maar het kan zeker anders; reis op ons continent naar het zuiden en maak in Uruguay kennis met José Mujica, ook wel ’s werelds armste president genoemd.
Volgende maand wordt José Mujica 79. Eerlijk gezegd zie je dat gelijk aan hem af, met zijn vermoeide gelaat vol groeven en zijn licht gebogen manier van lopen. Wie hem ontmoet, heeft niet het idee met een president te maken te hebben van een bijna 3,5 miljoen zielen tellende republiek. Hij heeft nog het meest weg van een simpele plattelandsboer. Dat klopt eigenlijk ook wel, want hij woont samen met zijn vrouw op een wat vervallen ogende boerderij aan een zandweg, even buiten de hoofdstad Montevideo. Het presidentieel paleis dat de staat Uruguay biedt aan zijn leiders, heeft hij geweigerd te betrekken. De president en zijn vrouw werken zelf op hun boerderij, ze kweken bloemen. De sobere leefstijl en het feit dat hij negentig procent van zijn salaris doneert aan de armen, maken hem ongekend populair bij een groot deel van de bevolking. Hijzelf zegt daarover: “Ik word de armste president genoemd, maar ik voel me niet arm. Arme mensen zijn mensen die alleen maar werken om een luxe leefstijl te behouden en altijd maar meer en meer willen.” Door het merendeel van zijn salaris weg te geven, verdient hij ongeveer net zo veel als de doorsnee Uruguayaan. Het duurste bezit van Mujica is zijn Volkswagen Kever, bouwjaar 1987. Geschatte waarde: achttienhonderd USdollar.
Loopbaan
In het begin van de jaren zestig sloot Mujica zich aan bij de Tupamaros, een Marxistische guerrillagroep geïnspireerd door de Cubaanse revolutie. Deze was berucht om bankovervallen, ontvoeringen en het distribueren van gestolen eten en geld aan de armen. In 1970 werd Mujica opgepakt op verdenking van moord op een politieagent en door een militair tribunaal veroordeeld. In 1971 wist hij uit de gevangenis te ontsnappen, maar een jaar later werd hij weer gearresteerd. In 1985 kwam hij uiteindelijk vrij na de aanname van een amnestiewet. Enkele jaren later sloten Mujica en de Tupamaros zich aan bij andere linkse organisaties om samen de Beweging voor Volksparticipatie op te richten. Van 1999 tot 2005 zat hij in de senaat. Hij was van 2005 tot 2008 minister van Landbouw en Visserij, waarna hij weer terug ging naar de senaat. In 2010 schopte hij het tot president; hij werd op 1 maart van dat jaar geïnaugureerd.
Badslippers
Na zijn aantreden trok hij al snel de internationale aandacht. Niet alleen omdat hij regelmatig tussen collegastaatshoofden – allen in maatkostuums en mantelpakjes – verschijnt in een eenvoudig kloffie en op badslippers, maar ook doordat zijn regering in 2012 plannen aankondigde om de verkoop van marihuana door te staat te laten controleren en volledig te legaliseren. Het argument is dat op die manier de drugsgerelateerde criminaliteit en gezondheidsproblemen aangepakt kunnen worden. Daarmee gaat Uruguay veel verder dan Nederland, dat bekend staat om het uiterst liberale drugsbeleid. De teelt, verkoop en consumptie van cannabis is sinds 10 december 2013 gelegaliseerd door de senaat. Bedrijven kunnen een licentie krijgen om cannabis te telen als ze voldoen aan vastgestelde criteria. Het wordt echter geen vrije markt, de regering controleert de gehele productie en bepaalt de prijs, de kwaliteit en het maximale productievolume. Volgens de nieuwe wet mag iedereen van achttien jaar en ouder tot veertig gram cannabis per maand kopen. Gebruikers moeten wel geregistreerd staan in een nationale database om hun consumptie te monitoren. Thuistelers mogen tot zes plantjes per jaar laten groeien en geregistreerde bedrijven maximaal 99 plantjes. Het is verboden voor buitenlanders om cannabis te kopen en het is illegaal om het over de grens te brengen. Uruguay is het eerste land in de wereld dat het complete proces van telen, verkopen en kopen ter consumptie, legaal maakt. Mujica heeft andere landen opgeroepen hetzelfde te doen. ‘Want’, zo stelt hij, ‘de markt is er al, maar wordt nu gedraaid door criminelen. We hebben het als een kado gegeven aan drugshandelaren en dat is maatschappelijk vernietigender dan de drugs zelf, want het verrot de samenleving.’ Overigens wordt de vergaande maatregel niet door iedereen in het land ondersteund: 42 procent van de Uruguayanen is het ermee eens, 58 procent vindt het maar niks.
Vreemde snoeshaan
Het doet niets af aan zijn populariteit, bijna driekwart van de bevolking vindt hem een goede president, die oprecht is en zich echt om de noden van het volk bekommert. En ook al vinden ze hem in het buitenland maar een vreemde snoeshaan, in 2013 werd hij voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede en haalde zelfs de shortlist. De prijs ging uiteindelijk aan zijn neus voorbij maar Mujica ligt daar niet wakker van. Hij vindt het zelf niet zo bijzonder wat hij doet. ‘Waarom moet ik meer waardering krijgen dan een eenvoudige boer, een automonteur of het winkelmeisje?’, legde hij onlangs uit in een lokale krant. ‘We doen het allemaal om onszelf en het land vooruit te brengen, iedereen levert op zijn of haar manier een bijdrage. We zijn allemaal als gelijken geboren en zullen als de tijd daar is ook weer als gelijken gaan. Bij de hemelpoort heeft niemand een streepje voor, bedelaar en president gaan door dezelfde deur.’ Het levensverhaal van Mujica vertoont op sommige punten gelijkenissen met die van enkele van onze huidige leiders. Maar er is één groot en opvallend verschil: de president van Uruguay is zijn principes en ideologieën door de jaren heen trouw gebleven, ook toen hij in de top belandde en nu hij de macht heeft om zichzelf flink te verrijken. Daar kunnen veel Surinaamse politici nog van leren.